Rijksuniversiteit Groningen
Medicijnen laten bloedvaatjes weer groeien bij hartfalen
Hartfalen is een veel voorkomende ziekte, waarbij het hart niet goed
pompt. Patiënten hebben veel klachten zoals benauwdheid, en sterven
vaak vroegtijdig. Het is bekend dat er een verminderde hoeveelheid
kleine bloedvaten (microvaten) aanwezig is in harten van patiënten met
hartfalen. De oorzaak hiervan is echter niet bekend. Vermoedelijk
leidt het kleinere aantal microvaten tot een zuurstoftekort in de
hartspier, wat de functie van het hart verder verslechtert. Daarom zou
het herstel van deze afwijkingen een positief effect op de hartfunctie
kunnen hebben. In zijn promotieonderzoek stelt Rudolf de Boer een
aantal oorzaken vast van het achterblijven van de groei van deze
bloedvaatjes. Daarnaast ontdekte hij dat bepaalde medicijnen helpen om
die groei weer te stimuleren. In een aantal experimenten constateerde
De Boer dat er in falende harten minder groeifactoren (die de groei
van microvaten stimuleren) worden geproduceerd. Verder blijken
bèta-blokkers, die patiënten met hartfalen standaard toegediend
krijgen, de groeifactor-waarden in het bloed te verhogen. Dit
verklaart mogelijk voor een deel de positieve werking van deze
medicijnen bij hartfalen. Andere geneesmiddelen die microvaten kunnen
laten groeien, zijn de zogeheten angiotensine receptor blokkers, zo
ontdekte de promovendus in een dierexperimenteel onderzoek. Ook korte
termijneffecten van hartfalen, zoals hartritmestoornissen, reageren
goed op een behandeling met angiotensine receptor blokkers. Om te
onderzoeken welke elementen verantwoordelijk zijn voor dit positieve
effect van angiotensine receptor blokkade, bepaalde en blokkeerde De
Boer enkele zogenaamde boodschappereiwitten van deze receptor. Van één
van deze boodschapperporteiwitten, het ERK, toonde De Boer aan dat het
een belangrijke rol speelt in het overgeven van het signaal van de
angiotensine receptor in het levende organisme. Remming verbeterde
zowel de groei van microvaten, als de hartfunctie. Tenslotte
onderzocht De Boer of het gebruik van gentherapie met groeifactoren
-die de groei van microvaten stimuleren- de hartfunctie kan
verbeteren. Dit kon hij echter niet aantonen, zodat het effect van
gentherapie vooralsnog twijfelachtig blijft. /ImK
Rudolf de Boer (Gouda, 1972) studeerde geneeskunde in Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij het Thoraxcentrum van de afdeling Cardiologie van het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG) en de afdeling Klinische Farmacologie van de RUG. Na zijn promotie vertrekt De Boer gedurende 1 jaar naar Harvard Medical School (Boston, V.S.) voor een postdoctoraal fellowship, waarna hij zijn opleiding tot cardioloog zal voortzetten in het Thoraxcentrum van het AZG.
Datum en tijd
woensdag 12 juni 2002, 16.00 uur
Promovendus
R.A. de Boer, tel. (050)361 15 94, fax (050) 361 90 46, e-mail:
r.a.de.boer@thorax.azg.nl (werk)
Proefschrift
Neurohormonal activation, angiogenesis, and heart failure. Clinical
and experimental studies
Promotores
prof.dr. D.J. van Veldhuisen en prof.dr. W.H. van Gilst
Faculteit
medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
AGENDA
Studium Generale