Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie
Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 12 juni 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/283/02 Telefoon 070-3485005
Blad 1/5 Fax 070-3484086
Bijlage(n) Concept-Raadsconclusies E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van
10 juni 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij het verslag van de
Algemene Raad van 10 juni 2002 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 10 juni 2002
Uitbreiding EU: draft Common Positions Landbouw
De Raad stond uitgebreid stil bij de vraag of boeren in de nieuwe lidstaten
directe inkomenssteun zouden moeten ontvangen. Het voorzitterschap drong er
op aan een uitweg uit de bestaande impasse te vinden en had te dien einde
voorafgaand aan de vergadering een aantal compromisvoorstellen verspreid.
Deze voorstellen hielden alle in dat inkomenssteun deel uitmaakt van het
acquis en dat over de modaliteiten en implementatie ervan in een later
stadium wordt besloten. Het voorzitterschap nam de suggestie (oorspronkelijk
van Commissaris Verheugen) over om uiterlijk tijdens de Europese Raad van
Brussel (24-25 oktober as.) hierover een definitief besluit te nemen.
Elf lidstaten, inclusief de voorzitter, gaven aan het oorspronkelijke
Commissievoorstel te steunen, eventueel aangevuld met één van de Spaanse
compromisvarianten. Ik heb de inhoudelijke bezwaren tegen de verstrekking
van inkomenssteun herhaald en onderstreept dat Nederland op dit moment nog
geen besluit over het onderwerp kan nemen. Eerst dient namelijk bekend te
zijn welke lidstaten in 2004 zullen toetreden. Dan kan het financial package
in zijn geheel worden behandeld, inclusief de financiële paragrafen uit de
hoofdstukken regionaal beleid en begroting. De Europese Raad van Kopenhagen
(12-13 december as.) zou dan gelijktijdig een beslissing moeten nemen over
zowel de uitbreiding als de ijkpunten van de hervorming van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Duitsland sloot zich aan bij de Nederlandse visie en stelde daarenboven dat
de Duitse verkiezingen in september as. in de weg staan aan eerdere
besluitvorming, ook tijdens de Europese Raad van Brussel. Het VK en Zweden
uitten eveneens bezwaar tegen het nemen van een besluit op dit moment. Zij
gaven evenwel aan bereid te zijn te zoeken naar een compromistekst op basis
van het Spaanse voorstel. Hierbij zou in de tekst moeten worden opgenomen
dat de plafonds en principes van de Financiële Perspectieven, zoals in 1999
te Berlijn overeengekomen, worden gerespecteerd en dat over de toekenning
van directe inkomenssteun later wordt besloten.
De meeste lidstaten gaven aan het leggen van een koppeling tussen de
uitbreidings-onderhandelingen en hervorming van het GLB af te wijzen. Ik heb
herhaald dat Nederland geen voorwaarde in het toetredingsproces inbrengt,
maar dat tegelijkertijd niet valt te ontkennen dat er een inhoudelijk
verband bestaat tussen hetgeen in het kader van de
toetredingsonderhandelingen wordt overeengekomen en de toekomst van
belangrijke beleidsterreinen die een groot beslag leggen op
EU-begrotingsmiddelen, zoals het GLB.
De voorzitter concludeerde dat Coreper zou worden gevraagd om nog vóór de
Algemene Raad van 17 juni as. naar een compromis te zoeken. Daarbij zouden
de volgende principes als uitgangspunt dienen:
inkomenssteun is deel van het acquis;
na afloop van overgangstermijnen dient er één GLB voor alle lidstaten, oud
en nieuw, te zijn;
er wordt geen koppeling gelegd tussen de uitbreidingsonderhandelingen en
hervorming van het GLB;
uiterlijk tijdens de Europese Raad van Brussel zal een besluit moeten worden
genomen over het al dan niet verstrekken van inkomenssteun aan boeren uit de
nieuwe lidstaten;
de principes en plafonds van 'Berlijn' moeten worden gerespecteerd.
Ik heb hierop gewaarschuwd voor teleurstellingen. Het Nederlandse standpunt
is helder en er is geen aanleiding aan te nemen dat dit op afzienbare
termijn wordt gewijzigd. Overigens kan niet worden vooruitgelopen op het
standpunt van het nieuwe Nederlandse kabinet.
Uitbreiding EU: nieuwe road map voor kandidaat-lidstaten die niet tot de
eerste groep toetreders zullen behoren
De meeste leden van Raad onderschreven dat het op dit moment nog te vroeg is
de nieuwe road map in te vullen voor de kandidaat-lidstaten die er niet in
slagen de onderhandelingen dit jaar af te ronden. Griekenland onderstreepte
nogmaals de wens Bulgarije en Roemenië te ondersteunen met een uitgewerkte
nieuwe road map en bepleitte extra aandacht van de Unie voor deze landen.
Het onderwerp komt tijdens de Algemene Raad van 17 juni as. andermaal aan de
orde.
Uitbreiding EU: monitoring van overname van het acquis door de
kandidaat-lidstaten
Over dit punt - in een laat stadium op verzoek van Frankrijk aan de agenda
van de Raad toegevoegd - bestond consensus. Alle lidstaten onderschreven het
belang van monitoring van de implementatie van het acquis, met name op het
gebied van veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden, en de noodzaak
monitoring niet te beëindigen na ondertekening van het toetredingsverdrag
maar voort te zetten tot de daadwerkelijke toetreding. De Raad nam door
Frankrijk voorgestelde ontwerp-conclusies aan, die met name aandacht vragen
voor monitoring van de implementatie van het acquis op het gebied van
veterinaire en fytosanitaire activiteiten en van justitie en binnenlandse
zaken.
Staalconflict met de VS
De Raad sprak brede steun uit voor de concept-verordening die beoogt
aanvullende douanerechten op de invoer van bepaalde producten uit de VS in
te stellen als tegenmaatregel op de Amerikaanse beperkingen op de invoer van
staalprodukten. Denemarken liet een parlementair voorbehoud aantekenen, dat
waarschijnlijk later in de week kan worden opgeheven. Het formele
goedkeuringsbesluit zou dan in de JBZ-Raad van 13 juni as. kunnen worden
genomen.
De door de Commissie voorgestelde Raadsverordening omvat twee trajecten:
een voorstel om maatregelen te nemen na een voor de EU positieve uitspraak
van het WTO-panel, naar verwachting vanaf medio 2003 (zgn. 'retaliatie', in
de vorm van het intrekken van concessies en het verhogen van tarieven op
invoer uit de VS);
een voorstel voor het treffen van tegenmaatregelen op de korte termijn. Op
grond van deadlines van de bestaande WTO-procedures dient dit voorstel
uiterlijk op 18 juni as. in werking te treden.
Gezien de twijfel van enkele lidstaten, waaronder Nederland, over het
onmiddellijk instellen van tegenmaatregelen heeft de Commissie een passage
toegevoegd dat de besluitvorming in de Raad over het daadwerkelijk instellen
van versnelde tegenmaatregelen wordt opgeschort. Op een later te bepalen
datum zal de Raad dan alsnog met gekwalificeerde meerderheid moeten
besluiten over het al dan niet daadwerkelijk toepassen van dit versnelde
traject.
Nederland kon instemmen met het voorstel. De toegevoegde passage biedt de
mogelijkheid om op een later moment een gedegen afweging van alle aspecten
te maken. Daarnaast wordt de dreiging van het versneld instellen van extra
heffingen in stand gehouden, waardoor druk wordt uitgeoefend op de VS om de
vrijwarings-maatregelen in te trekken of af te zwakken (in de vorm van de
exclusions aan de Europese staalindustrie) dan wel om compensatie te
verlenen.
India-Pakistan
De Raad besprak kort - zonder dat zulks was geagendeerd - de hoog opgelopen
spanningen tussen India en Pakistan. Hij verwelkomde de toezegging van
president Musharraf over de stopzetting van infiltraties vanuit Pakistan en
de positieve reactie daarop van India. De Raad riep beide landen op de
gevechtshandelingen te staken en het geschil op vreedzame wijze te
beslechten en sprak de bereidheid uit om hen daarbij te assisteren.
Kenmerk DIE-283/02
Blad /5
===