Nederlandse Vereniging van journalisten

Onderhandelingen CAO dagblad
Houding van werkgevers bijna aanmatigend

Wat willen de werkgevers?

"Was will das Weib?" schiet steeds door mijn hoofd als ik aan de CAO-onderhandelingen voor dagbladjournalisten denk. "Was wil das NDP?" Tja, wat willen ze toch... De dagbladuitgeverijen spreken hun zorgen uit over hun grootste bron van inkomsten, de dagbladen. De economie zit tegen, het advertentievolume neemt af, de losse verkoop loopt terug en zo ook de abonnees. De vette jaren voor dagbladen lijken even voorbij en dat vereist veranderingen. De oplagen moeten weer omhoog en daarvoor heb je goede dagbladen nodig. De krant moet levendiger worden, dichter bij de lezer staan, adequaat inspelen op regionale gebeurtenissen, aansluiten bij jongeren en meer durf en zelfbewustzijn tonen. Dit vraagt om grote inspanningen van journalisten, want met advertenties alleen is geen dagblad te vullen. Dit vraagt om gemotiveerde journalisten, die met hart en ziel hun titel in de markt willen houden. Dit vraagt tenslotte om werkgevers die hun personeel weten te motiveren. Maar.. er is geen ruimte voor verbeteringen, wegens het schrappen van zoveel journalistieke arbeidsplaatsen. Er komt geen uitbreiding van personeel wegens vacaturestops. Kennis verdwijnt door het wegvallen van oudere ervaren krachten. Nieuwe impulsen blijven uit door het gemis van jonge enthousiaste krachten. Verdieping ebt weg wegens het gebrek aan scholing. Geen tijd voor goede research, geen tijd voor collegiale contacten wegens gebrek aan ontspanning, geen daling van het ziekteverzuim wegens toename van de werkdruk, geen aanpak van de werkdruk door het afwijzen van verbeteringen. Geen..geen..en geen.. Hoe willen de werkgevers hun journalisten motiveren terwijl ze afstevenen op een fantasieloze ramkoers? Het lijkt wel alsof de werkgevers zich richten op de teloorgang van dagbladen. Dat zal toch niet? Dus blijft de vraag: "Wat willen de werkgevers?"

De stakingskassen van de NVJ staan open; de verenigingsraad was op 25 mei unaniem van oordeel dat er desnoods geknokt moet worden voor een fatsoenlijk resultaat in de onderhandelingen over een nieuwe CAO voor dagbladjournalisten. De houding van de werkgevers in die gesprekken is bijna aanmatigend en van een vergaande botheid, vindt de sectie dagblad.

De CAO-onderhandelingen verlopen zeer stroef. Beide onderhandelingsdelegaties staan klaar voor de vijfde gespreksronde en er is nog geen enkel constructief of creatief punt besproken. Niet alleen op het gebied van de looneis zijn de werkgevers uiterst karig, maar ook als het gaat om andere voorstellen die de NVJ heeft gedaan, is er nauwelijks vooruitgang geboekt. Zelfs als het gaat om het leeftijdsbewust werkgelegenheidsbeleid - de zogenaamde werkervaringsplaatsen - , de door werkgevers en journalisten geroemde regeling, lijkt er bij de uitgevers dit jaar geen cent te halen. Het enige doel van de werkgeversdelegatie lijkt het binnenhalen van gelden die toebehoren aan journalisten. In de eerste gesprekken lieten de werkgevers hun werkelijke intenties zien. Hun voorstellen voor een nieuw salarisgebouw waren van een dergelijk `botte bijl'-gehalte dat zelfs de meest ervaren onderhandelaars van de NVJ nog even moesten navragen of ze het wel goed gehoord hadden. Maar naast het "geld verdienen" door het loongebouw af te breken, willen werkgevers ook op andere punten geen cent uitgeven. Extra geld is er volgens hen niet. Nee, als het aan hen ligt zouden we ook nog op andere vlakken moeten inleveren.

Zeeuwse zuinigheid
Inmiddels zijn we een paar rondes verder en hebben de werkgevers al ietwat ingebonden, maar het blijft van een "Zeeuwse zuinigheid". Het laatste loonbod van de krantenuitgevers komt neer op een salarisverhoging van 1,2 procent. Dat is "maar liefst" 0,3 procent meer dan hun eerste bod. Maar het is ook 2,7 procent onder het - geschoonde - inflatiecijfer van vorig jaar. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de gestegen premies voor de ziektekostenverzekeringen en de pensioenen.
Het loonbod noemden ze in een eerste ronde zelf al "verbijsterend". En dat is het inderdaad ook. Waar diezelfde uitgevers aan hun klanten, zoals adverteerders en abonnees, een hogere prijs van vijf procent durven te vragen, worden de journalisten met een fooi het bos ingestuurd. In aanpalende sectoren, zoals bij de grafici, werd bovendien een resultaat behaald dat beduidend boven het bod van de dagbladuitgevers ligt.

'Handenvol geld'
Daar komt bij dat volgens de werkgevers de dagbladjournalisten "veel te veel" verdienen. `Alleen al aan de periodieke verhogingen zijn we handenvol geld kwijt', aldus de NDP-delegatie. `Als we daar ook nog eens een fikse loonsverhoging bovenop moeten gaan betalen, dan is er geen krant meer rendabel te maken'. Onze werkgevers zijn wel erg sterk in het generaliseren. Allereerst krijgt een fors deel van de dagbladjournalisten geen periodieke verhoging meer omdat ze aan de top van hun salarisschaal zitten. Sommigen zelfs al jaren omdat diezelfde werkgevers een goede doorstroming door de schalen heen niet zien zitten, of omdat ze gebruik maken van een seniorenregeling of vut/prepensioenregeling. Voor deze laatste groep komt de klap des te harder omdat een dergelijke loonsverhoging ook een negatief effect heeft op de pensioenopbouw en dus jaren doorwerkt. Een fors deel van de dagbladmakers zou daardoor met een bod van 1,2 procent flink in de kou worden gezet. Steeds meer werk wordt bovendien gedaan door steeds minder mensen. De werkdruk loopt op elke redactie gestaag op, zo kunnen we aflezen van de ziekteverzuimcijfers, maar "onze" bazen blijven van mening dat de werknemers maar moeten inleveren. Bij de laatste bezuinigingen zijn juist de oudere, beter verdienende collega's, op een zijspoor gezet. Vanwege de vacaturestop zijn er bovendien in de laatste acht maanden nauwelijks jonge collega's bijgekomen. Over geld verdienen gesproken.

Poldermodel
Jarenlang hebben de dagbladjournalisten zich zeer redelijk opgesteld. Regering, werkgevers en werknemers riepen samen om een loonmatiging in het zo Nederlandse poldermodel. In de vele vette jaren die nu achter de dagbladsector liggen, hebben de onderhandelingsdelegaties nooit het onderste uit de kan geëist. Wel was er grote bereidheid om mee te werken aan een beleid waarin werkgelegenheid en gematigde groei voorop stonden. Zelfs in de wel erg vette jaren van 1997 tot en met medio 2001 hielden we ons keurig in toom. Als dank voor die houding willen de werkgevers ons nu een armzalig loonbod in de maag splitsen. De goede jaren zijn geheel vergeten, en de heren uitgevers wijzen alleen nog maar naar de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Dat is wel een zeer opportunistische benadering van het poldermodel. Op deze manier dwingen ze ons bijna om de dijken dan maar door te steken. Ondertussen worden de rendementseisen van directies en aandeelhouders steeds hoger. Werkgevers romen de nog resterende winst af met riante optieregelingen en flinke salarissen - bij sommige dagbladconcerns liggen die fors boven het miljoen en in het verleden stegen de salarissen veel sterker dan het salaris van een eenvoudige dagbladredacteur. De aandeelhouders op hun beurt willen elk jaar weer meer geld zien en hebben nauwelijks nog oog voor de maatschappelijke functie van de dagbladen.

Loongebouw
Het huidige loongebouw, zoals dat is opgenomen in de dagblad-CAO, blijft de uitgevers steken. In eerste instantie wilden ze er in de onderhandelingen de botte bijl aan zetten. Zelfs termen als "functiewaarderingssystemen" werden niet geschuwd. Inmiddels hebben ze op dit vlak alweer flink ingebonden.
Het zou ook te dol zijn als de werkgevers op dit punt voet bij stuk hielden. In de afgelopen twee jaar hebben ze voluit de kans gehad om in de paritaire werkgroep die tijdens de vorige onderhandelingen in het leven werd geroepen breeduit te overleggen over het loongebouw. Dat was een idee van de werkgevers zelf nota bene. Maar in die twee jaar gaf de NDP geen kik, we hebben op dit punt niets meer van ze vernomen. De weigering om in actie te komen wil de NDP nu verhalen op de dagbladjournalisten. Deze "strafkorting" kan niet anders dan onredelijk worden genoemd. En nu, tijdens de onderhandelingen worden onder tijdsdruk drastische wijzigingsvoorstellen ingediend, die niet alleen een pure verslechtering voor de dagbladjournalisten zouden betekenen, maar ook nog eens geen greintje intelligentie en creativiteit bevatten. Bovendien heeft onderzoek van de sectie dagblad van de NVJ aangetoond dat datzelfde loongebouw, samen met de daarbij horende systematiek van functioneringsgesprekken en matrix, zeer matig in de praktijk wordt uitgevoerd. Op sommige punten zijn daarvan de journalisten het slachtoffer, op andere punten doen de werkgevers zichzelf ook te kort. De mogelijkheid van managementtoeslagen bijvoorbeeld wordt bijna nergens gebruikt, terwijl hoofdredacties en werkgevers op diezelfde kranten om het hardst klagen over die grote hoeveelheid redacteuren die in de hoogste schaal van het loongebouw zitten. De NVJ is net als twee jaar geleden bereid om daar met de werkgevers over te praten, in een open discussie zonder voorwaarden vooraf. En dus zeker niet onder druk van de CAO-onderhandelingen.

Wilfred Jonkhout,
voorzitter sectie dagblad