Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DN. 2002/1607
datum
04-06-2002
onderwerp
Resultaten COP6 CBD
TRC 2002/4959
bijlagen
1
Geachte voorzitter,
Op 8 maart 2002 (brief N2002-309) heb ik u geïnformeerd over de voorbereiding van de Zesde Conferentie van Partijen bij het Biodiversiteitsverdrag. In vervolg op die brief wil ik u thans graag op de hoogte brengen van de resultaten van de conferentie welke van 7 tot 19 april 2002 onder mijn voorzitterschap heeft plaatsgevonden in het Nederlands Congres Centrum in Den Haag.
Hieronder wordt eerst in algemene zin ingegaan op het verloop van de Zesde Conferentie van Partijen. Vervolgens wordt kort verslag gedaan van de uitkomst van de besluitvorming ten aanzien van de prioritaire thema's. Ik sluit hierbij aan bij mijn brief van 8 maart jl.
datum
04-06-2002
kenmerk
DN. 2002/1607
bijlage
A. Algemeen
De conferentie beschouw ik zowel qua belangstelling als in termen van
inhoudelijke resultaten als een succes. De belangstelling voor deze
Zesde Conferentie van Partijen bij de Conventie voor Biologische
Diversiteit was groter dan ooit tevoren. In totaal hebben circa 2500
personen (bewindslieden, delegatieleden, jongeren, NGO's, media) uit
166 landen aan de conferentie deelgenomen. Aan de ministeriële
bijeenkomst hebben 123 ministers of vice-ministers deelgenomen. Binnen
het VN-systeem is dit een uniek resultaat.
Resultaten
Ik ben verheugd over de inhoudelijke resultaten van deze conferentie.
In inhoudelijk opzicht zijn de voornaamste doelstellingen zoals
geformuleerd in mijn brief van 8 maart 2002 gerealiseerd. Er zijn
richtlijnen goedgekeurd met betrekking tot het gebruik van genetische
bronnen alsmede met betrekking tot de wijze waarop omgegaan moet
worden met uitheemse soorten. Ook is een werkprogramma met betrekking
tot bossenbiodiversiteit vastgesteld. Voorts is een Strategisch Plan
2002-2010 voor uitvoering van de Conventie aangenomen.
Ministeriële segment
Op 17 en 18 april vond in het Nederlands Congres Centrum een
ministeriële bijeenkomst plaats met betrekking tot het
Biodiversiteitsverdrag waaraan werd deelgenomen door
123 ministers of vice-ministers. Deze deelname is een duidelijk
signaal dat het belang van het biodiversiteitsverdrag steeds meer
wordt erkend.
Het ministeriële segment mondde uit in een ministeriële verklaring met
een tweeledige boodschap. Enerzijds spreken de ministers zich uit over
hun verantwoordelijkheden voor de implementatie van het verdrag.
Anderzijds geven de ministers hiermee een duidelijke boodschap aan de
World Summit on Sustainable Development, die eind augustus/begin
september in Johannesburg wordt gehouden, om mee te werken aan de
verwezenlijking van deze implementatie. Een zeer belangrijke afspraak
in de verklaring is dat de partijen maatregelen zullen treffen om de
alarmerend snelle afname van biodiversiteit in 2010 een halt toe te
roepen. Onder meer met het oog daarop hebben de ministers zich
verplicht ontbossing tegen te gaan en het duurzame gebruik van
biodiversiteit te bevorderen.
De ministers hebben verder besloten doeltreffende en vernieuwende
mechanismen te ontwikkelen om de gelijkwaardige toegang tot, en
verdeling van de voordelen van het gebruik van genetische bronnen, te
waarborgen. Aan de World Summit on Sustainable Development wordt onder
meer gevraagd de samenwerking en coördinatie tussen enerzijds het
Biodiversiteitsverdrag en anderzijds alle andere conventies en
processen die met biodiversiteit te maken hebben te bevorderen. Ook
wordt medewerking gevraagd aan het doel een halt toe te roepen aan de
afname van biodiversiteit in 2010. Voorts wordt de World Summit on
Sustainable Development opgeroepen de noodzaak van de opbouw van
capaciteit en instituties op het terrein van biodiversiteit alsmede de
noodzaak van het scheppen en versterken van partnerschappen te
bevestigen.
Het streven deze zesde Conferentie van Partijen bij het
Biodiversiteitsverdrag te plaatsen in het teken van de omslag van
beleidsontwikkeling naar programma implementatie, en daarbij een
zwaardere nadruk te gaan leggen op duurzaam beheer en gebruik, werd
goed ontvangen en breed gedeeld. Deze opvatting zal dan ook duidelijk
doorklinken in de boodschap aan de WSSD in Johannesburg. De
Ministeriële Verklaring treft u aan als bijlage bij deze brief.
Multistakeholder Dialogue
Als onderdeel van het ministeriële segment werd door Nederland tevens
een 'multistakeholder dialogue' gehouden met vertegenwoordigers van
diverse maatschappelijke organisaties. Het was voor het eerst dat
tijdens een Conferentie van Partijen bij het Biodiversiteitsverdrag
een dergelijke gedachtewisseling tussen regeringen en belangengroepen
plaatsvond.
Jeugdconferentie
Parallel aan de officiële conferentie is van 14 tot 18 april een
jeugdconferentie gehouden waaraan werd deelgenomen door 50 jongeren
uit evenzoveel landen. Ook dit was de eerste keer binnen het
Biodiversiteitsverdrag. Deze enthousiaste groep heeft enkele malen
zelf voorbereide standpunten gepresenteerd tijdens de officiële
sessies van de conferentie. De jongeren namen actief deel aan diverse
nevenbijeenkomsten tijdens de conferentie en aan het werk van hun
nationale delegaties.
Side-events tijdens de conferentie
Tijdens de conferentie hebben er circa 100 side-events plaatsgevonden
waarin deelnemende partijen elkaar konden informeren en met elkaar in
debat konden gaan over aspecten van hun biodiversiteitsbeleid. Deze
bijeenkomsten werden georganiseerd en bijgewoond door de partijen uit
het veld die bezig zijn met de praktische uitvoering van programma's
tot behoud en beheer van biodiversiteit. Van Nederlandse zijde hebben
zes organisaties side-events georganiseerd waarbij de bezoekers zijn
geïnformeerd over:
1) het gebruik van ecologische netwerken in het Nederlandse
natuurbeleid, 2) de discussie over de instandhouding van
agro-biodiversiteit, 3) het Nederlandse beleid op het gebied van
geïntegreerd kustbeheer, 4) de Nederlandse inzet tot behoud van
tropische bossen,
5) de pogingen nieuwe financieringsmechanismen voor het beheer van
biodiversiteit te ontwikkelen en 6) de wijze waarop in Nederland
omgegaan wordt met het beheer van genetische bronnen. Veel deelnemende
organisaties hebben zich ook door middel van stands gepresenteerd.
Publiekscommunicatie
Ik heb de Zesde Conferentie van Partijen bij het
Biodiversiteitsverdrag ook aangegrepen om het biodiversiteitsbegrip
onder de aandacht van een breder publiek te brengen. Daarom heb ik
naast de activiteiten gericht op de deelnemers aan de conferentie ook
een groot aantal communicatie-activiteiten gericht op het bredere
publiek. Zo is er een website ontwikkeld die gericht informatie geeft
over het verdrag, de conferentie en de verschillende dossiers, en is
er naast een interdepartementale brochure over biodiversiteitsbeleid
in Nederland en een aantal thematische nummers van milieubladen die
geheel aan deze conferentie gewijd zijn, een groot aantal artikelen
over het onderwerp verschenen. Ook is er een tentoonstelling over
biodiversiteit opgezet die op de Floriade en in de bezoekerscentra van
Staatsbosbeheer te zien is, en heeft de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek een dubbelconferentie over het thema
biodiversiteit voor wetenschappers en beleidsmakers gehouden.
Daarnaast heeft ook Museum Naturalis in een aantal tentoonstellingen
aandacht aan het onderwerp biodiversiteit gegeven.
B. Voornaamste inhoudelijke resultaten.
Prioritair thema Bossen en Biodiversiteit
De Zesde Conferentie van Partijen is na lange beraadslagingen akkoord
gegaan met een uitvoerig werkprogramma voor de bescherming van
biodiversiteit in bossen. Dit werkprogramma is een goed vertrekpunt
voor krachtiger beleid in de komende tijd ten aanzien van bosbehoud en
duurzaam bosbeheer.
Het principe van de ecosysteembenadering, waarbij onder meer ruimte
wordt geboden voor volwaardige participatie van de lokale bevolking en
andere gebruikers van bossen, vormt een belangrijk element. Met
betrekking tot het gevoelige onderwerp van het niet-duurzaam oogsten
van bosproducten waaronder hout en wildbenutting ('bushmeat') voorziet
het werkprogramma in de voorbereiding van advies over maatregelen om
niet-duurzaam gebruik tegen te gaan. Er is veel aandacht voor goed
bestuur, wetshandhaving en handel in de bossector. Dit moet een
stimulans vormen voor veel overheden om de illegale houtkap en de
handel in illegaal hout onder controle te krijgen en terug te dringen.
Het belang van betere samenwerking met verwante conventies en het
United Nations Forum on Forests (UNFF) krijgt veel nadruk.
Prioritair thema Genetische Bronnen
De aanvaarding van richtlijnen over genetische bronnen vormde een
belangrijke doorbraak voor de realisatie van de derde doelstelling van
het Biodiversiteitsverdrag, die is gericht op de eerlijke verdeling
van voordelen die voortvloeien uit het gebruik van genetische bronnen.
De richtlijnen vormen een duidelijk raamwerk voor de ontwikkeling en
uitvoering van beleid, wetgeving en maatregelen van partijen bij de
CBD. Ze geven aan welke rechten en plichten leveranciers en gebruikers
van genetische bronnen hebben en hoe zij kunnen samenwerken om te
komen tot onderlinge uitwisseling van genetische bronnen. Specifieke
aandacht gaat daarbij uit naar lokale en inheemse gemeenschappen, die
vaak beschikken over specifieke kennis en informatie over de
gebruiksmogelijkheden van planten en dieren in hun omgeving. Tevens
bevatten de richtlijnen een lijst met elementen voor overeen te komen
leveringscontracten, alsmede een lijst met typen financiële en overige
voordelen die een rol kunnen spelen bij de vaststelling van voordelen
die voortvloeien uit het gebruik van genetisch materiaal. Behalve de
richtlijnen heeft COP-6 ook een pakket maatregelen vastgesteld voor de
ondersteuning van ontwikkelingslanden in de uitvoering van het verdrag
en de richtlijnen op het vlak van genetische bronnen. Tenslotte is
aangegeven op welke wijze de samenhang kan worden versterkt tussen het
verdrag en de internationale afspraken over de bescherming van
intellectuele eigendomsrechten.
Prioritair thema Invasieve Uitheemse Soorten
Tijdens de conferentie is in de onderhandelingen overeenstemming
bereikt over een vijftiental richtlijnen voor het weren en bestrijden
van invasieve uitheemse soorten. Uiteindelijk bleek slechts één land
tot het einde toe bezwaren te houden vanwege de vermeende inbreuk op
de nationale soevereiniteit door de interpretatie in deze richtlijnen
van het voorzorgsbeginsel. Desalniettemin heeft de conferentie deze
richtlijnen aangenomen.
Prioritair thema Strategisch Plan
Ondanks de verschillen in opvatting over gewenste opzet en inhoud is
de conferentie erin geslaagd een Strategisch Plan 2002-2010 te vast te
stellen. Kern van dit Strategisch Plan is de formulering van een
aantal doelen die in de komende acht jaar moeten worden gerealiseerd
als essentiële voorwaarden voor de uiteindelijke implementatie van het
Biodiversiteitsverdrag.
De kerndoelen zijn geclusterd onder vier strategische doelstellingen:
1) het realiseren van de leiderschapsrol van het
Biodiversiteitsverdrag met betrekking tot alle
biodiversiteitskwesties, 2) het opstellen en uitvoeren van nationale
actieplannen, 3) het ontwikkelen van adequate instrumenten en middelen
voor uitvoering bij alle partijen, en 4) het bewerkstelligen van een
bredere betrokkenheid van de samenleving bij het beheer en behoud van
biodiversiteit. Teneinde de voortgang op deze punten te kunnen
beoordelen zal een evaluatiemethodiek worden ontworpen. Voor de
bespreking van de belangrijkste nieuwe en lopende werkprogramma's
tijdens de komende vier Conferenties van Partijen zal nog een planning
worden gemaakt.
Andere dossiers
Naast de vier genoemde hoofddossiers zijn er belangrijke resultaten
geboekt op een groot aantal andere dossiers. De belangrijkste daarvan
betreffen de aanname van 1) een wereldwijde strategie voor het behoud
van plantensoorten; 2) een internationaal initiatief op het gebied van
taxonomisch onderzoek; 3) verdere stappen op het gebied van
milieueffectrapportages en het gebruik van indicatoren en
monitoringsystemen; 4) het ontwikkelen van prikkels om het beheer van
biodiversiteit ook in economische activiteiten te integreren; 5)
maatregelen om het duurzame gebruik van biodiversiteit te stimuleren;
en 6) een verdere uitwerking van de principes van de
ecosysteembenadering.
Concluderend zie ik terug op een succesvolle conferentie die een
krachtige impuls heeft gegeven aan de verdere implementatie van het
Biodiversiteitsverdrag.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Bijlage:
De Ministeriële Verklaring (PDF-formaat, 224 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02181.htm
.
---