---
Toespraken
---
Ondertekening overeenkomst JSF-verderontwikkeling
05-06-2002
Toespraak van de Staatssecretaris van Defensie, Henk van Hoof, bij de ondertekening van de overeenkomst tot deelname aan de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter, vliegbasis Soesterberg, 5 juni 2002.
Dames en heren,
De Bevelhebber zei het zojuist al, we hebben een lange, soms moeilijke, maar wel altijd heldere weg bewandeld om hier te komen. Op deze historische luchtmachtgrond zullen we straks een MOU tekenen die op zijn minst ook historisch zal zijn en zeker voor de Koninklijke luchtmacht en Defensie gevolgen zal hebben die tot ver in deze eeuw voelbaar zullen zijn.
Met die ondertekening kiezen we voor de JSF. Die beslissing is bepaald niet lichtzinnig genomen. Sterker nog het mag een understatement zijn, als ik zeg dat we niet over één nacht ijs zijn gegaan. We hebben een heldere en consistente lijn gevolgd. De conclusie daarvan, de conclusie van een open discussie en een eerlijke concurrentiestrijd was ondubbelzinnig: de JSF heeft in alle opzichten de beste papieren. Operationeel is de JSF het beste en wat betreft prijs en levensduur de goedkoopste. Tot slot zijn ook de participatie voorstellen verreweg het gunstigst, zowel voor de werkgelegenheid als voor industrie en overheid.
Die conclusie heeft een breed draagvlak, laat dat duidelijk zijn. Het Kabinet staat ervoor. De Tweede Kamer staat er in ruime meerderheid achter. De kenners van de luchtmacht adviseren het. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben hun overduidelijke steun uit gesproken. Het is dan ook niet voor niets dat het bedrijfsleven bereid is fors mee te financieren.
Dat is een ongekend staaltje van vernieuwing, van Public Private Partnership, dat is uniek in de geschiedenis van grote materieelprojecten.
In mijn ogen kent dit project dus alleen maar winnaars: overheid, defensie, luchtmacht, bedrijfsleven en ook de belastingbetaler profiteren hiervan. Een goed doortimmerd voorstel werd het gister in de Kamer genoemd. En ik ben er van overtuigd dat het dat ook is. Ik was dan ook enigszins verbaasd vanmorgen in de krant te moeten lezen dat een van de meest betrokken parlementariërs zei dat en ik citeer: Hij het altijd al stom heeft gevonden en dat hij altijd al tegen de JSF is geweest. Waarom dan hoorzittingen, debat na debat en steeds uitstel. Het is extra spijtig dat te horen, want wie alle feiten en argumenten weegt moet concluderen dat ze voor zich spreken. Voor ons stond de uitslag niet bij voorbaat vast en is daardoor des te overtuigender. Gelukkig geeft hij nog wel aan dat werkgelegenheid altijd een grote rol heeft gespeeld.
En dat is maar goed ook, want daar gaat het vandaag ook om. Het is uniek dat de industrie mee betaalt, maar het is natuurlijk niet gespeend van eigen belang. De Nederlandse industrie kan nu meebouwen aan een nieuwe generatie vliegtuigen. Hierdoor krijgt de in Nederland aanwezige productie- en kennisinfrastructuur voor hoogwaardige technologie een enorme impuls. Hiermee wordt de concurrentiepositie van de Nederlandse luchtvaartcluster en de gerelateerde bedrijfstakken aanmerkelijk versterkt. En hiermee krijgt de werkgelegenheid in ons land een stevige duw in de rug.
Nederland heeft met de JSF niet gekozen vóór of tegen Europa. In dat opzicht kennen wij geen dogma´s. Nimmer hebben we voorgesorteerd. Nederland is nu het vierde land dat meedoet. Maandag heeft de Noorse regering eveneens besloten deel te nemen. Gister is ook in het Italiaanse parlement voor deelname gestemd. Voeg daarbij het Verenigd Koninkrijk, Canada, Denemarken en Turkije en de conclusie kan geen andere zijn dat het Amerikaanse JSF-programma nu een stevige en brede basis heeft. Dat geeft vertrouwen. Saillant is dat de JSF hierdoor meer Europese partners heeft dan welk ander programma dan ook. Maar dit terzijde.
Het is zoals gezegd een jarenlang proces geweest, maar pas in deze Kabinetsperiode is de zogeheten A-brief, de behoeftestelling, naar de Kamer gestuurd. Het doet me dan ook bijzonder goed dat ik het nog zelf, zij het demissionair, heb mogen afronden. Ik zie dat als een groot succes, maar u moet goed beseffen dat dat een gedeeld succes is. Al die tijd hebben tientallen mensen, van mijn ministerie, van de luchtmacht, van de ministeries van Algemene Zaken, Economische Zaken, Financiën en van de industrie hier keihard aan gewerkt. Het was mijn bedoeling dat juist zij vandaag hier zouden zijn, want het is vooral hun succes.
Ik ben hen zeer erkentelijk en spreek vanaf deze plaats mijn dank uit. We hebben veel meegemaakt, ups-and-downs gehad, maar het resultaat mag er zijn. Daar mogen we met zijn allen best trots op zijn.
Mijn dank gaat ook expliciet uit naar de Amerikaanse ambassadeur. We hebben ons opgesteld als de bekende koopman mijn Amerikaanse ambtgenoot vergeleek mijn delegatie eens met een Sovjet-onderhandelingsteam uit de hoogtij dagen van de Koude Oorlog en af en toe waren we ook dominee. Dat hoort bij onze volksaard. Ambassadeur Sobel werd bij zijn komst in ons land meteen in het diepe gegooid. Hij onderging een spoedcursus Nederlandse politiek en Nederlandse gebruiken. Zelf ook een koopman pakte hij dat buitengemeen goed op. Hij was en is de belangrijkste schakel tussen Nederland en de Verenigde Staten. Hij was oliemannetje, onderhandelaar en bondgenoot. Hij stak zijn nek uit en gaf op belangrijke momenten het beslissende duwtje. Clifford, I am very gratefull for your committment, dedication and support. I owe you one.
Hoewel we niet dogmatisch hebben gekozen, ben ik blij dat we met deze keuze de jarenlange, bondgenootschappelijke traditie met de Verenigde Staten kunnen voortzetten. Onze vliegers trainen daar, zij aan zij vlogen zij boven Kosovo en straks boven Afghanistan. Dat geeft een band. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de jarenlange samenwerking tussen onze luchtmachten hiermee verder wordt versterkt. Ik ben er ook van overtuigd dat onze industrieën een zelfde diepgaande band kunnen opbouwen. * Dossier: F-16 vervanging
Nieuws
Ministerie van Defensie