Ministerie van Financiën

Persbericht
PERS-2002-147
Den Haag, 5 juni 2002

Financieel Jaarverslag van het Rijk 2001

Demissionair minister Zalm heeft vandaag het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2001 aangeboden aan de Tweede Kamer. De minister beschreef daarbij de situatie in 2001 als een aanmerkelijk minder rooskleurige dan de jaren ervoor. Wel constateerde hij dat het trendmatige begrotingsbeleid z'n dienst had bewezen, ook in economisch minder florissante tijden. Het uitgavenkader is overeind gebleven en toch vonden in het jaar 2001, bovenop de ruim 3 miljard euro extra die al in het regeerakkoord van 1998 was afgesproken, een kleine 7 miljard euro extra aan uitgavenverhogingen plaats voor onder andere zorg, onderwijs, werk en veiligheid.

In het jaar 2001 was sprake van een aanzienlijke vertraging van de groei van de wereldeconomie. Ook in Nederland trad een sterke conjuncturele afzwakking op. Na jaren van economische groei rond de 4%, is de groei in 2001 uitgekomen op 1,1%, terwijl in de Miljoenennota 2001 nog rekening werd gehouden met een groei van 4%. Deze verslechterde economische situatie heeft z'n gevolgen gehad voor de uitkomsten van de begroting 2001. Het EMU-saldo voor het jaar 2001 is uitgekomen op een gering overschot van 0,2% BBP in plaats van de verwachte 0,7%. De EMU-schuld (staatsschuld) kwam uit op 53,2% van het BBP, terwijl 52,3% werd verwacht. Overigens werd ten opzichte van de realisaties over 2000 (Financieel Jaarverslag 2000) in de afname van de EMU-schuld wel een flinke vooruitgang geboekt: van 56% van het BBP in 2000 naar de genoemde 53,2%, een ontwikkeling in de goede richting en ruim onder de 60%-norm die het Verdrag van Maastricht voorschrijft. In absolute bedragen was sprake van een lichte stijging: van 225 miljard euro in 2000 naar 226 miljard euro in 2001. Die stijging is met name veroorzaakt door de aankoop van aandelen KPN en Tennet (bij elkaar 2,5 miljard euro).

Ondanks de duidelijk minder gunstige ontwikkeling van de economie konden in 2001 voor 10 miljard euro  aan uitgavenverhogingen plaatsvinden. Deze extra gelden waren als volgt verdeeld: · Zorg : 2,5 mrd (voor o.a. aanpak wachtlijsten, terugdringen personeelstekorten, verhoging praktijkkostenvergoeding huisartsen) · Onderwijs : 2,0 mrd (voor o.a. ICT in het onderwijs, verbetering arbeidsvoorwaarden, achterstandsbeleid en fundamenteel onderzoek) · Werk & inkomen : 1,4 mrd (voor o.a. arbeidsvoorzieningsorganisatie, verbetering uitstroom naar werk, bestrijding fraude, arbeidsomstandigheden) · Veiligheid: 1,2 mrd: (voor o.a. ICT Openbaar Ministerie, uitbreiding rechterlijke macht, werktijdverlenging politie, meer agenten, XTC-bestrijding) · Infrastructuur: 1,0 mrd (voor o.a. mobiliteitsfondsen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad, Kenniswijk BV) · Milieu : 0,4 mrd. (voor o.a. ecologische hoofdstructuur, milieu-compensatie economische groei, uitbanning landbouwbestrijdingsmiddelen) · Internationaal/defensie: 0,4 mrd (voor o.a. vredesoperaties, schuldverlichting, vestiging internationaal strafhof) · Overig : 1,2 mrd (voor o.a. monumentenzorg, asielbeleid, inburgeringstrajecten)

De totale netto uitgaven van het Rijk bedroegen in 2001 166,6 miljard euro en vielen daarmee precies binnen het uitgavenkader.

De totale overheidsinkomsten (belasting, premies, gasbaten) vielen 2,75 miljard lager uit dan geraamd in de Miljoenennota 2001. Bij de belastingen (-2,4 miljard) en bij de premies (-0,8 miljard) waren de inkomsten lager dan verwacht, de gasbaten waren 0,5 miljard hoger.

Naast alle macro-economische gegevens vormt ook het financieel management en de bedrijfsvoering een belangrijk onderdeel van het jaarverslag. In het financieel beheer wordt onderscheid gemaakt in knelpunten (ernstige tekortkomingen) en aandachtspunten (beperkte tekortkomingen). Ten opzichte van 2000 nam het aantal knelpunten af van 9 naar 4. Het aantal aandachtspunten nam (mede door de 5 voormalige knelpunten die nu aandachtspunt zijn) toe van 10 in 2000 naar 13 in 2001. Over de hele linie nam de aandacht van het management voor de efficiency en effectiviteit van de bedrijfsvoering toe. Bij de agentschappen is eveneens vooruitgang geboekt, maar werden nog tekortkomingen gesignaleerd op het gebied van automatisering, managementinformatie en de naleving van regels voor Europese aanbesteding.

Minister Zalm heeft dit jaar voor de derde keer het Financieel Jaarverslag van het Rijk aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de verkiezingen in mei vond de aanbieding dit jaar niet plaats op de derde woensdag in mei. Het is het laatste jaarverslag dat grotendeels nog in de oude vorm wordt gepresenteerd, omdat in de begroting voor het verslagjaar 2001 nog niet de 3 basisvragen "Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag dat kosten?" centraal stonden. In de begroting voor 2002 stonden die vragen wel centraal en dus zal pas volgend jaar in het Financieel Jaarverslag aangesloten worden bij die basisvragen door beantwoording van de typische Jaarverslag-vragen: "Hebben we bereikt wat we hebben beoogd? Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen? Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?". Hoewel er dus nog geen sprake is van een echte VBTB-verantwoording (Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording), gaat het jaarverslag al wel zo concreet mogelijk in op de resultaten van het beleid en zijn er al wel financiële en kwantitatieve prestatiegegevens opgenomen.

Het Financieel Jaarverslag van het Rijk en alle departementale jaarverslagen staan op Internet: http://www.minfin.nl/verantwoording2001. Vragen over de departementale jaarverslagen kunnen rechtstreeks bij de directie voorlichting van het betreffende departement worden voorgelegd.

Woordvoerder: William Lelieveldt