European Commission
IP/02/818
Brussel, 5 juni 2002
Commissie hecht goedkeuring aan grootste deel van
herstructureringssteun ten gunste van de gemengde scheepswerf KSG in
Nederland
Vandaag hechtte de Europese Commissie haar goedkeuring aan 51,1
miljoen EUR van een totaal steunbedrag van 55,1 miljoen EUR dat door
de Nederlandse autoriteiten was verleend voor de herstructurering van
Koninklijke Schelde Groep (KSG), in verband met de verkoop van de
onderneming aan Damen Shipyards Group (Damen). De steun bestond in
kapitaalinjecties ten bedrage van 47,7 miljoen EUR en rentesubsidies
die 7,4 miljoen EUR waard waren. De Commissie stelde vast dat het
herstructureringsplan van Damen voor KSG een solide basis vormt voor
levensvatbaarheid en dat de steun beperkt is tot het minimum. Omdat de
steun evenwel niet vergezeld gaat van een capaciteitsvermindering bij
de civiele scheepsbouwactiviteiten, zoals vereist is krachtens de
communautaire scheepsbouwverordening, achtte de Commissie 4,0 miljoen
EUR van het totale steunbedrag onverenigbaar met de gemeenschappelijke
markt. De Nederlandse autoriteiten worden gelast dit gedeelte van de
steun van de begunstigde terug te vorderen.
De belangrijkste activiteit van KSG is de exploitatie van een gemengde
militaire/civiele scheepswerf, maar de onderneming was ook actief op
het gebied van scheepsreparatie, productie van tandwieloverbrengingen,
machines, marinediensten en gespecialiseerde werktuigen. Tot de
verkoop van de onderneming aan Damen in 2000 was KSG in
overheidshanden. In 2000 beliep de omzet 61,7 miljoen EUR en waren er
ongeveer 1 108 werknemers in dienst. De huidige activiteiten van KSG
bestaan voor het grootste deel uit werkzaamheden voor de Nederlandse
marine. Damen bouwt verschillende soorten schepen en is actief op het
gebied van de scheepsreparatie en verwante diensten. Haar huidige
omzet beloopt ongeveer 680 miljoen EUR; in 2000 stelde zij ongeveer 7
000 mensen tewerk, met inbegrip van KSG.
Het herstructureringsplan van Damen voor KSG is gebaseerd op de
volgende vier pijlers. Ten eerste zal KSG zich concentreren op haar
kernactiviteiten: de marinebouw en, als nieuwe activiteit, de bouw van
megajachten. Damen heeft aanzienlijke ervaring op dit gebied.
Belangrijk voor de marineactiviteiten is de verhuis van het centrum
van Vlissingen naar een locatie zo'n 8 km verder oostwaarts. Ten
tweede werden de niet-kernactiviteiten stopgezet, met name de
ketelbouw, industrial engineering en de gasturbines. Deze activiteiten
veroorzaakten de meeste verliezen. Op de derde plaats zullen de
toekomstige scheepsbouwactiviteiten gericht worden op de segmenten
waarvoor KSG het best is toegerust. Damen liet de bouw van
vrachtschepen varen en zal zich concentreren op de bouw van
marineschepen voor derde landen en bijzondere werkschepen, voorzover
dat nodig is om de onbenutte capaciteit op te vullen. Ten slotte
werden de overheadskosten verminderd en werden de juridische en
managementstructuur vereenvoudigd.
De Nederlandse autoriteiten voerden aan dat alle maatregelen in het
toepassingsgebied vallen van artikel 296 van het EG-Verdrag inzake
maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de
wezenlijke belangen van veiligheid. De Commissie kon dit niet
aanvaarden, omdat de maatregelen duidelijk de concurrentievoorwaarden
beïnvloeden op de gemeenschappelijke markt van producten die niet voor
specifiek militaire doeleinden bestemd zijn.
Derhalve beoordeelde de Commissie de maatregelen in het licht van de
kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun voor
ondernemingen in moeilijkheden en ten dele in het licht van de
verordening van de Raad betreffende staatssteun voor de scheepsbouw.
Zij concludeerde dat het herstructureringsplan een gezonde basis voor
levensvatbaarheid biedt: de verliesgevende activiteiten werden
gestaakt en de overblijvende activiteiten werden gericht op
florissantere marktsegmenten. De steun werd beperkt tot het strikt
noodzakelijke minimum dat nodig is om de herstructurering en
privatisering af te ronden en de Commissie merkt op dat KSG/Damen een
aanzienlijke bijdrage uit eigen middelen heeft geleverd. Wat evenwel
de civiele scheepsbouwactiviteiten die onder de scheepsbouwverordening
vallen betreft, werd de voorwaarde inzake het voorkomen van
ongerechtvaardigde vervalsing van de mededinging niet nageleefd.
Krachtens deze verordening is een capaciteitsinkrimping vereist die
evenredig is met de steun, maar Damen plant een verhuis van de
militaire scheepsbouwactiviteiten naar de locatie van KSG ongeveer 8
km verder oostwaarts, hetgeen als effect heeft dat de capaciteit voor
de civiele scheepsbouw wordt verhoogd. Wegens die reden achtte de
Commissie de steun ten faveure van de civiele scheepsbouw
onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Nederland dient dit
deel van de steun terug te vorderen van de begunstigde.
De Commissie onderzocht ook of de prijs die Damen betaalde voor KSG
een steunelement inhield. De Nederlandse autoriteiten beweren dat alle
ondernemingen die eventueel belangstelling hadden, op de hoogte waren
van haar plannen om KSG te privatiseren en dat zij de mogelijkheid
hebben gehad om inlichtingen in te winnen en blijk te geven van hun
belangstelling. Er is evenwel geen openbare aanbesteding geweest
waardoor alle concurrenten op voet van gelijkheid konden optreden,
over dezelfde informatie konden beschikken en op hetzelfde moment
toegang hadden tot een transparante procedure. In de loop van de
procedure verstrekten de Nederlandse autoriteiten een
deskundigenverslag over de waarde van KSG op het moment van de
privatisering. De Commissie belastte een onafhankelijke deskundige met
een tegenexpertise. Uit beide studies blijkt dat de prijs geen
steunelement ten gunste van Damen inhield.