Unicef
rapport kinderrechtencollectief
Presentatie van rapport over rechten van kinderen Nederland:
GROTE ZORG OVER KINDERMISHANDELING EN VLUCHTELINGENKINDEREN
Den Haag, 3 juni 2002 - De Nederlandse aanpak van kindermishandeling
en de opvang van minderjarige vreemdelingen in Nederland stroken niet
met het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind. Dat concludeert het
Kinderrechtencollectief in het rapport 'Opgroeien in de Lage Landen -
Kinderrechten in Nederland' dat woensdag 5 juni aan Tweede
Kamer-voorzitter Weisglas is aangeboden. Wachtlijsten voor mishandelde
kinderen kunnen oplopen tot een jaar en zowel diagnostiek als
hulpaanbod schieten te kort. Mogelijkheden voor gezinshereniging van
vluchtelingenkinderen zijn te beperkt, alleenkomende minderjarige
asielzoekers worden onderworpen aan een rigide terugkeerbeleid en
illegale kinderen ontberen veelal basisvoorzieningen als onderwijs en
gezondheidszorg. Het Kinderrechtencollectief formuleert onder meer ook
zorgpunten over jeugdzorg, participatie, jeugdstrafrecht, en
speelruimte.
'Opgroeien in Lage Landen' concludeert uiteraard dat de rechtspositie
van kinderen in Nederland over het algemeen goed gewaarborgd is. Het
rapport ziet echter een achttal knelpunten, waarvan kindermishandeling
en opvang van minderjarige vreemdelingen het meest zorgwekkend zijn.
Zo'n 50.000 tot 80.000 kinderen in Nederland worden jaarlijks
mishandeld, misbruikt en verwaarloosd. Weliswaar is het meldsysteem
sinds het vorige rapport van het Kinderrechtencollectief (1997) sterk
verbeterd, juist daardoor komen andere problemen nu aan het licht.
Wachtlijsten leiden er toe dat kinderen vaak een jaar moeten wachten
op de juiste behandeling. Het hulpaanbod aan mishandelde kinderen en
hun gezinnen schiet te kort, evenals de specifieke diagnostische
kennis. Het Kinderrechtencollectief roept onder meer op tot
kennisvergroting bij publiek en professionals ten einde
kindermishandeling eerder te signaleren, de wachtlijsten aan te pakken
en een meldingsplicht voor beroepsmatig betrokkenen in te voeren.
Op het terrein van het vreemdelingenbeleid ziet het
Kinderrechtencollectief drie grote problemen. De mogelijkheden tot
hereniging van vluchtelingenkinderen met hun ouders zijn te beperkt.
Het terugkeerbeleid voor alleenkomende minderjarige asielzoekers is te
rigide, met te weinig oog voor zowel het individuele vluchtverhaal als
de opvang bij terugkeer. Bovendien hebben kinderen van illegalen te
weinig toegang tot basisvoorzieningen als onderwijs, huisvesting en
volledige medische zorg. Het Kinderrechtencollectief vindt dat de
overheid deze kinderen eerst als kinderen en dan pas als vreemdelingen
moet beschouwen.
Als partij bij het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind, dient
Nederland over de implementatie ervan iedere vijf jaar te rapporteren
aan het VN-Comité voor de Rechten van het Kind. Het rapport van het
Kinderrechtencollectief vormt samen met de rapportage van de
Nederlandse regering zelf (maart 2002) en de jongerenrapportage
(september 2002) de basis waarop het Comité de Nederlandse
kinderrechtensituatie beoordeelt. Door 150 exemplaren van het rapport
te overhandigen aan Kamervoorzitter Weisglas, vraagt het
Kinderrechtencollectief de nieuwe Tweede Kamer kinderrechten de
komende periode hoog op de politieke agenda te zetten. Het rapport is
onderschreven door 45 landelijke organisaties op het gebied van
kinderrechten en jeugdbeleid.
Het Kinderrechtencollectief is een coalitie ter bevordering van
rechten van kinderen en bestaat uit Defence for Children International
(DCI), het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW Jeugd),
Unicef Nederland, de Landelijke Vereniging van Kinder- en
Jongerenrechtswinkels, de Nederlandse Jeugd Groep (NJG), de Nationale
Jeugdraad, Plan Nederland en Save the Children Nederland.
* * * * *