Gemeente Enkhuizen

RAADSNOTULEN

Enkhuizen, 7 mei 2002.

Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 7 mei 2002 te 20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53,
1601 KA Enkhuizen.

Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester.

Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.

Aanwezig 16 leden, namelijk: de dames

E.F. Dangermond-Hilderink
(Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en
mr. P.C.E. de Munnik-Blank (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie),

de heren

C.H. Boland
(Democraten66),
N.P. Dol (Verenigd Links/GroenLinks),
J. Domburg (Partij van de Arbeid),
H. van Doornik (Christen-Democratisch Appel),
J. Franx (Nieuw Enkhuizen),
Th. de Geus (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij), J. Hart (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang),
K. Kooiman (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij), H. Langbroek (Nieuw Enkhuizen),
J. van Oostende (Partij van de Arbeid),
G. van der Steeg (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang), drs. J.S. Tesselaar (Nieuw Enkhuizen),
K.P. van der Veen (Partij van de Arbeid) en
D. Wiersma (Christen-Democratisch Appel).

Met kennisgeving afwezig


1 lid, namelijk de heer W. Rieuwerts (Verenigd Links/GroenLinks).

Tevens zijn aanwezig: de wethouders

H.F.P. Bode
(Partij van de Arbeid),
F.C. Jans (Nieuw Enkhuizen) en
D. van Pijkeren (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij).

Agenda Voorstel

1 Opening.

2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen
3 Verslagen van de raadsvergaderingen van 5, 12 en 14 maart 2002
4 Ingekomen stukken en mededelingen. 51

5 Politiek document.

6 Gevolgen Wet Dualisering Gemeentebesturen:
7


a. commissiestelsel;

b. reglement van orde - model vng;

c. benoeming voorzitter/vice-voorzitter;

d. raadsgriffier.


8 Benoeming lid algemeen bestuur meldkamer brandweer/cpa nh-n.
50

9 Drank- en horecaverordening Enkhuizen 2002.
34

10 Nota Lokaal Beleid Wonen.

43

11 Rondvraag

12 Sluiting


1. Opening.


De voorzitter
opent de vergadering en heet allen van harte welkom. Hij wijdt vervolgens een paar opmerkingen aan de moord op Pim Fortuyn. De moord is op de eerste plaats een schok voor diens familie en naasten. Medeleven is gepast en daarom heeft het gemeentebestuur graag gevolg gegeven aan het vanuit de bevolking gedane verzoek een condoleanceregister in het stadhuis te leggen.

Naast de persoonlijke kant van deze tragedie is de Nederlandse democratie geschokt. Iemand heeft vandaag treffend opgemerkt dat Nederland diens onschuld is kwijtgeraakt. Altijd werd gedacht dat dergelijke gebeurtenissen hier niet zouden plaatsvinden. Dat de verkiezingsstrijd blijkbaar niet uitsluitend met woorden wordt gevoerd, maar ook met kogels raakt eenieder. Gisteren heeft de minister-president terecht tot kalmte opgeroepen. Na de begrijpelijke woede en opgeroepen emoties dient iedereen zich te bezinnen en te beheersen, opdat onbezonnen reacties achterwege blijven.

Er is aan deze gebeurtenis nog een derde kant en die raakt de fundamentele waarden van de samenleving, te weten verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden, mensen met een andere religie et cetera. In de samenleving moet het mogelijk zijn dat gevoelens van onvrede worden geuit, maar niet op deze manier en zonder de samenbindende waarden uit het oog te verliezen. Verder moet de democratie door àlle inwoners van Nederland worden gedragen, dus niet alleen door een beperkte (Haagse) elite. Ook hierop moet men zich bezinnen. Dit geldt niet alleen voor politici, maar ook voor de burgers, de media en alle mogelijke maatschappelijke verbanden, ook in Enkhuizen. Hij vraagt de aanwezigen daarvoor enkele ogenblikken van stilte in acht te nemen.

(Vervolgens worden enige momenten van plechtige stilte betracht.)

De heer Wiersma
(cda) nam met verbijstering kennis van deze gebeurtenis. Los van het gedachtegoed van de vermoorde politicus, waarmee men het al of niet eens kan zijn, is sprake van een verschrikkelijke aanslag op de democratie. Mensen dienen altijd met respect voor elkaar om te gaan. Ondanks de meningsverschillen en de harde woorden die soms vallen, behoort men elkaar na afloop van een ontmoeting de hand te geven alvorens naar huis te gaan.

De heer De Geus
(cu/sgp) was gisteren onthutst. Heel veel reacties die gisteravond te zien en te horen waren drukten ook zijn gevoelens uit. De democratie is in haar hart geraakt. Zeer onthutsend en beschamend dat zoiets in Nederland heeft kùnnen plaatsvinden. Het medeleven van zijn fractie gaat allereerst uit naar de nabestaanden van Pim Fortuyn. De Nederlandse politiek verliest in Pim Fortuyn een bijzonder kleurrijk figuur. Verschillen van mening behoren met woorden te worden uitgevochten en niet op deze manier.

De heer Hart
(le/eb) betuigt op de eerste plaats zijn medeleven aan de nabestaanden. Niet alleen Nederland is zwaar getroffen door datgene wat gisteren is gebeurd. Vreselijk dat zoiets heeft plaatsgevonden in een land dat bekend staat om behoorlijke rechten en, uiteraard, plichten. Wat gisteren is voorgevallen, daarvoor zijn geen woorden.

Mededelingen.

De voorzitter
attendeert op de volgende punten.

· Vanavond vergadert de raad echt duaal. De drie wethouders zitten nu aan de zijkant in plaats van aan de raadstafel, maar zijn vanzelfsprekend wel op afroep beschikbaar.

· Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Rieuwerts.

· Bij agendapunt 6 zal worden geprobeerd de gevolgen van de Wet Dualisering Gemeentebesturen op een goede manier te implementeren.
-Allereerst zal punt 6.b. worden behandeld, te weten Reglement van orde - model vng. De heer Müller heeft daarvan een op de Enkhuizer situatie toegeschreven inkleuring gemaakt. Als het reglement is behandeld, heeft de raad tevens een uitspraak over de commissies gedaan.

-Zodra punt 6.b. is afgehandeld kan onder de punten 6.a. en 6.c. tot allerlei benoemingen worden overgegaan.
-Aan punt 6. moet onderdeel d. worden toegevoegd, te weten de raadsgriffier. De in de afgelopen weken gevoerde discussie heeft tot voorstel nummer 61 geleid.


2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.

De voorzitter
trekt penning nummer 3 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Van der Veen.


3. Verslagen van de raadsvergaderingen van 5, 12 en 14 maart 2002.
Raadsnotulen van de op 5 maart gehouden vergadering.

De heer Wiersma
(cda) refereert aan bladzijde 26 waar een opmerking over de inrichting van de raadzaal is weergeven. Hij zal graag zien dat over dit onderwerp met de raad van gedachten wordt gewisseld.

De voorzitter
meldt dat mevrouw Dekker hierover inmiddels een notitie heeft geschreven die het beste in haar aanwezigheid in de eerstvolgende commissievergadering of een ander passend moment kan worden besproken.

De heer Wiersma
(cda) benadrukt dat in ieder geval geen maatregelen mogen worden genomen die niet de instemming van de raad hebben.

De voorzitter
belooft dat, alvorens een definitieve keuze wordt gemaakt in een passend forum de stand van zaken zal worden toegelicht.

De heer Wiersma
(cda): Inmiddels is een binnenhuisarchitect in de arm genomen en juist met die man moet de raad kunnen spreken.

De voorzitter
: Na enkele gesprekken met de betrokken binnenhuisarchitect is gebleken dat deze zaal weinig mogelijkheden biedt. Na veel passen en meten wordt nu één bepaalde variant uitgewerkt en die zal zo spoedig mogelijk worden voorgelegd.

De heer Wiersma
(cda): Als een portefeuillehouder, in dit geval de voorzitter, iets wil, zal de raad daarbij in een vroeg stadium moeten worden betrokken. Kennelijk hebben tot nu toe alleen de voorzitter en ambtenaren met de binnenhuisarchitect gesproken, zodat niet kan worden uitgesloten dat straks een plan wordt gepresenteerd waarmee de raad het volslagen oneens is.

De voorzitter
: Wij hebben alvast wat gemeten en nagedacht, ook over mogelijk meubilair. Het zou immers niet bijster zinvol zijn met de gehéle raad naar, bijvoorbeeld, de Bijenkorf, Ikea of welk ander warenhuis dan ook te stappen!

De heer De Geus
(cu/sgp) herinnert zich dat de heer Wiersma meermaals over deze aangelegenheid heeft gesproken. De heer Wiersma vreest dat straks slechts één optie op tafel zal liggen, de meubels reeds zijn aangeschaft en dus geen weg terug meer mogelijk is. De voorzitter had hierover, conform het vng-reglement van orde voor het dualistische stelsel, met de fractievoorzitters van gedachten moeten wisselen.

De heer Dol
(vl/gl) heeft geenszins de behoefte in dit soort verbanden over dergelijke details te moeten praten. Misschien kan ook dit punt in de brede coalitie worden voorgekookt!

De heer Tesselaar
(ne) ondersteunt de woorden van de heren Wiersma en De Geus. Als raadslid wil hij niet alleen worden geïnformeerd, maar ook daadwerkelijk invloed op het te maken ontwerp kunnen uitoefenen. Hij heeft in de afgelopen vier jaar met zijn rug naar het publiek gezeten en voelt helemaal niets voor de mogelijkheid dat deze situatie nog vier jaar wordt gecontinueerd.

De voorzitter
rondt de discussie af met erop te wijzen dat hij een toezegging heeft gedaan en die zal, vanzelfsprekend, worden nagekomen.

Zonder hoofdelijke stemming worden, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens de notulen conform het ontwerp vastgesteld.

Raadsnotulen van de op 12 en 14 maart gehouden vergaderingen.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen conform de aangeboden ontwerpen vastgesteld.

De heer Wiersma
(cda) vestigt de aandacht op het feit dat ook de notulen van de op 2 april gehouden raadsvergadering zijn toegezonden. Worden die niet vastgesteld?

De voorzitter
ziet dat die notulen niet zijn geagendeerd en dat een duidelijke meerderheid van de raadsleden nu geen behandeling wenst. De notulen van de op 2 april gehouden raadsvergadering zullen voor de volgende bijeenkomst worden geagendeerd.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


4. Ingekomen stukken en mededelingen.

(Voorstel nummer 51, 2002.)


1. Advies, de dato 15 april 2002, van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften inzake het bezwaarschrift van de heer Stelling mede namens een aantal bewoners tegen uw besluit van 5 februari jongstleden inhoudende tot uitvoering over te gaan van het aangepaste voorstel `Trapveld Meeuwenlaan'.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, conform het advies, dit bezwaarschrift niet ontvankelijk verklaard.


2. Brief, de dato 2 april 2002, van de meldkamer Noord-Holland Noord te Alkmaar met betrekking tot de ontwerpbegroting 2003 en de meerjarenbegroting 2004-2007.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit schrijven in commissieverband te behandelen.

De heer Franx
(ne) gaat akkoord met het collegevoorstel. De fractie van Nieuw Enkhuizen zal wel graag zien dat tijdens de commissiebehandeling een vertegenwoordiger van de meldkamer aanwezig is om een toelichting te geven en specifieke vragen te kunnen beantwoorden.

De voorzitter
zit namens de gemeente Enkhuizen in het algemeen bestuur van de meldkamer en is derhalve de eerst aangewezene om vragen te beantwoorden. Pas als dat niet mogelijk is, kan worden overwogen een ambtelijke vertegenwoordiger uit te nodigen. Overigens moet dat niet tè lichtvaardig worden gedaan, want bij de meldkamer zijn 33 gemeenten aangesloten! Vandaar dat hij liever ziet dat de vragen van de ne-fractie bij hem worden ingediend, zodat hij kan bepalen hoe die het beste van antwoorden kunnen worden voorzien.

De heer Franx
(ne): Akkoord.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


3. Brief, de dato 3 april 2002, van gedeputeerde staten van Noord-Holland te Haarlem met betrekking tot het financieringsstatuut.

4. Brief, de dato 5 april 2002, van Op/maat te Hoorn met betrekking tot haar jaarverslag 2001.

5. Brief, de dato 18 april 2002, van psp'92, afdeling West-Friesland, te Enkhuizen met betrekking tot het verstrekken van informatie over de kosten van de opening van het nieuwe vaarseizoen.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten deze ingekomen stukken in commissieverband te behandelen.


6. Brief, de dato 2 april 2002, van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften inzake het uitgebrachte advies omtrent de afwijzing van het referendumverzoek van de heer Buis te Enkhuizen.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk in commissieverband te behandelen, waarna de raad een definitieve uitspraak kan doen.


7. Brief, de dato 26 maart 2002, van de fractie Leefbaar Enkhuizen met betrekking tot de huisartsenpost West-Friesland.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit onderwerp regelmatig voor de meest relevante raadscommissie te agenderen.

De heer Hart
(le/eb) memoreert dat deze brief om allerlei redenen verschillende keren níét is geagendeerd. De fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang wil nu graag van de verantwoordelijke portefeuillehouder vernemen wat tussen 26 maart en vandaag is gebeurd.

De voorzitter
vraagt zich met het oog op het duale bestel af of het juist is de wethouders op dit soort vragen te laten antwoorden. Het is immers ook mogelijk die in commissieverband te bespreken. Mocht een punt echt geen uitstel kunnen verdragen, dan is het vanzelfsprekend mogelijk de betrokken portefeuillehouder op te trommelen om een toelichting te geven

De heer Hart
(le/eb) persisteert bij zijn verzoek, omdat het om een belangrijke kwestie gaat en inmiddels geruime tijd is verstreken.

De voorzitter
stelt voor de brief in commissieverband te behandelen.

De heer Boland
(d66) onderschrijft het voorstel van de voorzitter. Weliswaar duurt het veel te lang voordat de brief wordt beantwoord, maar het gaat om een nogal technische zaak. Als een wethouder wordt uitgenodigd in een raadsvergadering iets toe te lichten of een vraag te beantwoorden, moet het om een politiek punt gaan waarvan mag worden verondersteld dat de betrokken wethouder daarover iets kàn zeggen. Technische vragen moeten naar een commissie worden verwezen, want dan kan een portefeuillehouder zich behoorlijk voorbereiden en bovendien ambtelijke ondersteuning inroepen.

De heer Dol
(vl/gl) steunt het verzoek van de heer Hart. De brief is gedateerd 26 maart en dus heeft de wethouder al anderhalve maand de tijd gehad om zich voor te bereiden. Bovendien is het schrijven al twee keer doorgeschoven.

De heer Wiersma
(cda) suggereert de wethouder te vragen de stand van zaken kort uiteen te zetten.

De heer De Geus
(cu/sgp) geeft de voorkeur aan een commissiebehandeling zoals voorgesteld.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) sluit zich aan bij het standpunt dat de brief in principe naar een commissie moet worden verwezen. Het stuk is echter al twee keer naar een volgende vergadering doorgeschoven en dus is het niet onlogisch de wethouder nu naar de meest recente informatie op dit gebied te vragen.

Hierna wordt het verzoek van de heer Hart bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen.

De heer Van der Steeg
(le/eb) steekt niet onder stoelen of banken dat deze gang van zaken in zijn ogen hoogst onbevredigend is. Als de wethouder niet kan zeggen hoe de zaak er voorstaat, moet deze dat gewoon even zeggen!

De voorzitter
wijst erop dat de brief naast technische aspecten ook een politieke lading heeft. De vorige keer is het schrijven doorgeschoven met het argument dat in coalitie-/collegeverband een uitspraak over deze kwestie zal worden gedaan en het daarom verstandig is één en ander bij het politieke document te betrekken. De brief zal eerst in commissieverband worden besproken.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


8. Eindverslag inspraak locatie voormalige drukkerij Zwaan, hoek Vijzelstraat en Wegje.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit ingekomen stuk, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter
deelt mee dat een tweetal nagekomen brieven niet meer op de lijst van ingekomen stukken kon worden geplaatst.


-Brief van de provincie Noord-Holland aan de raad van de gemeente Enkhuizen. De inhoud luidt als volgt.
`Geachte raad,
Hierbij bevestig ik de ontvangst van de brief van het college van b
&w van uw gemeente gedateerd 17 april 2002, waarbij uw besluit nummer 46 van 16 april 2002 aan gedeputeerde staten -Holland is toegestuurd. In dit besluit heeft u uw zienswijze op het door gedeputeerde staten vastgestelde herindelingsontwerp West-Friesland kenbaar gemaakt. De brief is op 18 april 2002 op het provinciehuis ontvangen en geregistreerd onder nummer 2002/15614.
Zoals u in het herindelingsontwerp heeft kunnen lezen is de planning dat het herindelingsadvies in september 2002 door provinciale staten wordt vastgesteld. Hetgeen u heeft aangevoerd zal daarbij worden meegewogen. Te zijner tijd zal het door provinciale staten vastgestelde herindelingsadvies aan uw worden toegezonden.
Met vriendelijke groet,'

-Brief van de heer Dol, fractievoorzitter van Verenigd Links/groenlinks, betreffende de viering van 5 mei.

Verzocht wordt het stuk op de agenda van de gemeenteraad voor de op 7 mei te houden vergadering te plaatsen. Dat is bij dezen gebeurd. Iedereen heeft een kopie van het schrijven van de heer Dol ontvangen. Spreker stelt voor de brief in commissieverband te bespreken. Zodoende krijgt het college van burgemeester en wethouders de tijd om over de inhoud van het stuk na te denken. Bovendien gaat het niet om een onderwerp dat een spoedeisend karakter heeft.

De heer Dol
(vl/gl) vreest dat zijn brief hetzelfde lot zal zijn beschoren als het schrijven van de le/eb-fractie! Hij kan overigens instemmen met het voorstel de brief in commissieverband te behandelen.

De heer Wiersma
(cda) merkt naar aanleiding van de brief van de provincie op dat de betrokken gedeputeerde, de heer Meijdam, naar West-Friesland en Enkhuizen zal komen om over één en ander te spreken. Is al enig zicht gekomen op een datum voor het gesprek met de raad van Enkhuizen?

De voorzitter
licht toe dat het college van b&w voornemens is in de komende commissievergadering deze brede problematiek in het kader van de ruimtelijke ordening aan de orde te stellen. Dan zal de raad over alle (on)mogelijkheden op dit gebied - eventuele ruimte woningbouw - worden bijgepraat. Vervolgens zullen twee lijnen worden gevolgd.
1. Het verder voeren van de discussie over de ruimtelijke ordening. In provinciaal verband zal een bijeenkomst worden georganiseerd waar alle West-Friese gemeenten hun wensen kenbaar kunnen maken.
2. Begin juni zal aan deze tafel een gesprek met de gedeputeerde plaatsvinden.

De heer Van der Steeg
(le/eb) schaart zich achter de woorden van de heer Dol. Overigens verbaast het hem dat de voorzitter via de krant heeft laten dat de betreffende brief niet van veel respect getuigt voor mensen die de zondagsrust hoog in hun vaandel hebben. Spreker heeft niets in het schrijven kunnen vinden dat daarop duidt. Heeft hij iets gemist?

De voorzitter
: Dat zal in de commissie duidelijk moeten worden.

Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de brief van de provincie Noord-Holland aan het betreffende dossier toe te voegen en de brief van de heer Dol op commissieniveau te behandelen.


5. Politiek document.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) stipt aan dat op pagina 1 van het document twee onjuistheden voorkomen. De datum 16 april moet worden veranderd in 17 april, terwijl voor `06 Mei' moet worden gelezen: 7 mei.

De voorzitter
: Die correcties zullen worden aangebracht.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) begrijpt dat het voorliggende politieke document de voorloper van het te schrijven collegeprogramma is. Namens de fractie van de vvd zal zij dan ook alleen over die punten in het stuk opmerkingen maken waarmee haar fractie het niets eens is of die in aangepaste vorm in het collegeprogramma moeten worden opgenomen.

Koperwiekplein.

De vvd-fractie heeft al eerder kenbaar gemaakt graag een plan te zullen zien dat niet alleen op De Witte Duif is gericht, maar tevens voorziet in een gelijktijdige ontwikkeling van De Nieuwe Doelen, De Hoogte en, zo mogelijk, De Drommedaris. Als dat niet wordt gedaan, mist de gemeente Enkhuizen een kans, want naast De Witte Duif moet ook iets met De Nieuwe Doelen en De Hoogte gebeuren.

De heer Wiersma
(cda): Deze gedachte is op zich best waardevol. Als de vvd-fractie die in het stuk tot uitdrukking wil brengen, zal zij een amendement moeten indienen.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Wij adviseren dat in het stuk op te nemen.

De voorzitter
: Als de coalitie verstandig is, houdt zij met het vvd-statement rekening.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Goed.

Investeringen in wegen / Het verkeer.

De ambities op verkeersgebied zijn prijzenswaardig, bijvoorbeeld de invoering van het 30-kilometerregime en de realisering van de rotonde op de kruising Gerard Brandtweg/Sebastiaan Centenweg. De fractie zal echter geen ondersteuning aan de afsluiting van de Melkmarkt geven. Verder is het onvoorstelbaar dat met name de ne-fractie burgers en ondernemers via vergunningen voor parkeren wil laten betalen, terwijl de toeristen buiten schot worden gelaten.

De heer Tesselaar
(ne): In het politieke document wordt uitgegaan van de kostprijs van een parkeervergunning en dat is alleszins redelijk. Overigens is het bedrag nog niet vastgesteld.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Het gaat om het princípe. De ingezetenen wèl laten betalen en de toeristen niet, is heel merkwaardig, te meer daar juist de ne-fractie in het verleden heeft geroepen dat nu de toeristen aan de beurt zijn om de beurs te trekken.

De heer Tesselaar
(ne): De toerist betaalt al heel wat, denk aan de nachttoeristenbelasting en de heffing die de mensen moeten betalen wanneer zij met de boot komen. Het is de bedoeling de toerist nog meer te laten betalen, maar dat gaat niet in één dag.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Jammer dat dergelijke uitspraken niet in het voorliggende stuk zijn opgenomen. Hoe dan ook, de vvd-fractie is tégen betaald parkeren. Terzijde mag erop worden gewezen dat de nieuwe wethouders onmiddellijk parkeervergunningen hebben gekregen, alhoewel al jaren wordt gezegd dat niet àl te gemakkelijk parkeervergunningen mogen worden uitgedeeld!

Terugkomend op het verkeer meent de fractie van de vvd dat het ambitieniveau tè hoog is. Wie naar de ambtelijke capaciteit kijkt, moet tot de conclusie komen dat de voornemens niet realistisch zijn. Hopelijk wordt hiermee in het college programma rekening gehouden. Het is voor de burgers immers buitengewoon frustrerend wanneer zij zien dat de doelstellingen niet (kunnen) worden gerealiseerd.

Ontwikkeling nieuwbouwlocaties.

De fractie was verrast te lezen dat het rijk voornemens zou zijn een niet onaanzienlijk deel van het Markermeer in te polderen om een natuurgebied te kunnen creëren. Nu steeds duidelijker wordt dat de samenwerking met de vsd-gemeenten een moeizame zaak is, lijkt het niet onverstandig de andere kant op te kijken en het Kooizand weer aan de orde te stellen. Kooizand was indertijd onbespreekbaar omdat inpoldering niet werd toegestaan. Nu het rijk zelf aan inpoldering denkt, maakt Kooizand misschien een kans, waarbij dan tevens de herinrichting van het recreatieoord kan worden betrokken.

De heer Tesselaar
(ne): Mevrouw De Munnik is een paar jaar uit de politiek weggeweest en weet kennelijk niet alles meer. Het rijk heeft bepaald dat noch in het IJsselmeer noch in het Markermeer mag worden gebouwd. Wat mevrouw de Munnik bedoelt, is een watergebonden project, waarbij moet worden gedacht aan de bouw van wat steigers en de aanleg van plaatsen waar men boten te water kan laten. Kooizand heeft geen schijn van kans.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Heel vervelend dat u nogal denigrerend stelt dat ik een paar jaar niet in de politiek actief ben geweest en dus wel niet meer zal weten wat er aan de hand is. Het tegendeel is waar, want ik heb de politiek en alles wat daarmee annex is nooit helemaal uit het oog verloren. Bovendien blijkt dat u heel slecht naar mijn opmerking hebt geluisterd, want het is wel degelijk de bedoeling in het Markeermeer een groot natuurgebied aan te leggen.

De heer Dol
(vl/gl): Als het rijk echt van plan is in strijd met de eigen beleidslijnen een aanzienlijk natuurgebied in het Markermeer aan te leggen, heeft mevrouw De Munnik een punt. Vervolgens zal deze raad moeten uitspreken of de realisering van Kooizand al dan niet wenselijk is.

De voorzitter
: In een komende commissievergadering zal aan de hand van het betreffende concept van het rijk kunnen worden gediscussieerd.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd)

Het verkeer.

Zoals gezegd is de vvd-fractie tegen een proefafsluiting van de Melkmarkt. In het politieke document is hierover de volgende passage te vinden.

`In het jaar 2003 zal een proefafsluiting van de Melkmarkt plaatsvinden. Deze proef zal een zo kort mogelijke periode in beslag nemen, maar voldoende ervaring op moeten leveren om adequaat te kunnen evalueren. Bij de proefafsluiting wordt aandacht gegeven aan het afsluiten van de Melkmarkt op verschillende periodes, zoals: het weekend, koopavonden, 's avonds in het seizoen. De evaluatie van deze proef kent naast de evaluatie op verkeerstechnische argumenten eveneens een evaluatie vanuit het perspectief van mogelijk toegenomen recreatieve waarde.'

Mocht men inderdaad tot het nemen van de proef overgaan, dan zal die in een aaneengesloten periode dienen plaats te vinden, want anders is een behoorlijke evaluatie onmogelijk.

De heer Franx
(ne): Het is inderdaad de bedoeling een aaneengesloten periode te nemen, waarin koopavonden, weekends enzovoort vallen. Daarover zal met winkeliers en bewoners, ook van de omliggende straten, worden gesproken.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Gelukkig.

De heer Van der Veen
(pvda): Er ligt nog steeds een raadsbesluit dat in een proefafsluiting voorziet.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Ja en ook nog een raadsbesluit om te bezuinigen op het ambtelijke apparaat van de gemeente Enkhuizen!

De heer Van der Veen
(pvda): Als uw fractie meent dat een bepaald raadsbesluit niet moet worden uitgevoerd, zal een motie van die strekking moeten worden ingediend.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Zo'n motie is zinloos, omdat dan ongetwijfeld opnieuw zal worden gezegd dat tien meer is dan zeven!

Minimabeleid.

In deze paragraaf worden uitspraken gedaan en voornemens geventileerd die volgens de fractie van de vvd tegen het landelijke beleid ingaan. De armoedeval is een verantwoordelijkheid van het rijk en niet van de gemeente. Momenteel hebben alleenstaande ouders met een uitkering de plicht te solliciteren op het moment dat de kinderen de leeftijd van vijf jaar hebben bereikt. Daarvan mag volgens de fractie niet worden afgeweken. Alvorens hierover iets in het college programma op te nemen, is het verstandig met de vng of het betreffende ministerie contact op te nemen om te horen in hoeverre een gemeentebestuur de vrijheid heeft zelf een (aanvullende) regeling te hanteren.

Drugs.

Op pagina 10 staat onder het kopje `Drugs' onder meer:

`Indien in het eerste kwartaal van 2003 blijkt dat het ingezette beleid niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, n.l. sluiting van de coffeeshop en een actief opsporingsbeleid gericht op andere verkooppunten, . . . '

Als men dat echt wil kunnen vaststellen, behoeft niet tot het eerste kwartaal van 2003 te worden gewacht! De officier van justitie heeft meermaals gezegd alleen te zullen meewerken aan opsporing en sluiting van panden waar drugs worden verkocht indien het gemeentebestuur één verkooppunt accepteert. Wat in het politieke document staat, is dan ook volslagen irreëel.

De heer Wiersma
(cda): Ik heb begrepen dat de genoemde periode is vermeld omdat dan een rechterlijke uitspraak zal worden gedaan, waaruit blijkt of het ingezette gemeentelijke beleid al dan niet effectief is. Moet de gemeente dan helemaal opnieuw beginnen, bijvoorbeeld omdat een vormfoutje is gemaakt, of kan de dwangsom worden geïncasseerd? Dit is de strekking van de drugspassage.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Oké, duidelijk.

Het financiële beleid.

Wat onder dit kopje in het politieke document staat, is onvoorstelbaar.

`Het geformuleerde taakschema in de organisatie wijst eerder op een tekort aan formatie in relatie tot het huidige takenpakket dan op een overschot. De in de vorige collegeperiode overeengekomen bezuiniging van fl. 2.000.000,-- op de personele lasten wordt niet verder ingevuld. Voor uitbreiding van de taken wordt in de meerjaren begroting een bedrag van Euro 75.000,-- opgenomen t.b.v. de financiering van extra formatie.'

Deze tekst betekent dat in de meerjarenbegroting een structurele bezuiniging van `tonnen' zal moeten plaatsvinden. De grootste bezuinigingsoperatie betrekking hebbend op het ambtelijke apparaat wordt omgezet in een verhoging van uitgaven!

De heer Wiersma
(cda): Misschien wordt mevrouw De Munnik enigszins gerustgesteld als zij nog eens goed naar de tekst in de alinea `Werkuitvoering' kijkt. Daarin staat onder meer:

`Het bestuur zal kritisch nagaan of taken of deeltaken door het gemeentelijk apparaat uitgeoefend, voor de lange termijn, op een effectievere en/of meer efficiënte wijze door derden zouden kunnen worden uitgevoerd.'

De heer Dol
(vl/gl): De heer Wiersma suggereert dat op die manier tònnen kunnen worden binnengehaald, maar dat zal absoluut niet het geval zijn. Bovendien moet nog maar worden afgewacht of de procedurele kant van de zaak geen problemen zal opleveren, denk aan de campings!

De heer Wiersma
(cda): Het is nog altijd 10 - 7, mijnheer Dol.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): De opmerking van de heer Wiersma is beslist niet afdoende. Het gaat structureel om f 2 miljoen oftewel ruim e 900.000,--. Daarover zullen in het collegeprogramma heldere uitspraken moeten worden gedaan die aangeven waar de bezuinigingen moeten worden gevonden. Dus analoog aan de situatie die ontstond toen de verkoop van de campings en de invoering van betaald parkeren geen doorgang vonden.

De heer Wiersma
(cda): Daarstraks sprak mevrouw De Munnik over parkeervergunningen. Op zich is het niet vreemd dat voor zulke vergunningen de kostprijs wordt gevraagd.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Dat is inderdaad niet vreemd, maar in dit geval is sprake van rechtsongelijkheid. Ingezetenen moeten immers betalen, terwijl toeristen zijn vrijgesteld.

De heer Wiersma
(cda): Op bladzijde 6 staat ook:

`Daar waar investeringen noodzakelijk zijn om tot een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen te komen kan op beperkte schaal betaald parkeren worden ingevoerd.'

Verder kan worden verwezen naar de laatste zin van de paragraaf over het verkeer luidende:

`M.b.t. het vrachtverkeer in de binnenstad zal voor het eind van 2003 een nader onderzoek zijn uitgevoerd naar de mogelijkheden voor het opzetten van een lokaal distributiecentrum.'

Hert marktmechanisme heeft niet tot een dergelijk, zeer gewenst centrum geleid, zodat de overheid zal moeten onderzoeken hoe alle koppen in één zak kunnen worden gekregen. Daarvoor is geld nodig dat uiteindelijk aan zowel het verkeer als de bewoners ten goede zal komen, want vrijwel iedereen stoort zich aan de grote vrachtwagens in de binnenstad, zeker de mensen bij wie een vrachtwagen voor de deur wordt geparkeerd.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Nu ben ik de draad kwijt! Voor parkeervergunningen en betaald parkeren zou een kostendekkend tarief worden gehanteerd. Daaruit kan dan onmogelijk nog meer worden betaald en zeker geen lokaal distributiecentrum, alhoewel dat ook in de ogen van de vvd-fractie een gewenste voorziening is.

De heer De Geus
(cu/sgp): Mevrouw De Munnik heeft over het minimabeleid opmerkingen gemaakt die om een reactie vragen. Op pagina 7 van het politieke document is het volgende geschreven.

`Het zorgen en opkomen voor de zwakkeren behoort tot een kerntaak van de overheid. De gemeente heeft als gevolg van gedecentraliseerd beleid een grote verantwoordelijkheid richting de minima. Daar waar de rijksoverheid onvoldoende maatregelen neemt, zal de gemeente aanvullend moeten optreden. Binnen de wettelijke kaders moet de gemeente een ruimhartig en rechtvaardig beleid voeren.'

Het gaat vooral om de laatste zin. De collegepartijen hebben beslist niet de intentie om voor Sinterklaas te spelen of in strijd met de landelijke regels te handelen.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Prima, maar de fractie van de vvd heeft wel moeite met een andere zin, die luidt:

`Het gemeentelijk beleid moet erop gericht zijn, dat de alleenstaande ouder de opvoeding van kinderen en tieners, als eerste prioriteit kan kiezen.'

Op dit moment is dat niet zo. Het is niet verstandig een verwachting te wekken die zeer waarschijnlijk niet kan worden waargemaakt.

De heer Boland
(d66) constateert dat na veel weken wachten allerlei goede voornemens op tafel zijn gelegd. Jammer dat niet méér dan goede voornemens is gepresenteerd, want op grond van dit politieke document moet het college een concreet werkplan maken. Het college heeft daarbij veel vrijheid, omdat de lat niet bijster hoog is gelegd. Verschillende punten geven trouwens reden tot verbazing.

* Tijdens de op 2 april jongstleden gehouden raadsvergadering hebben de fracties van het cda, cu/sgp en ne zich vóór een versterkt zelfstandig Enkhuizen uitgesproken. Op bladzijde 9 van het politieke document staat echter:

`De coalitiepartijen kiezen (. . .) voor een aansluiting bij de vesd variant.'


* Nieuw Enkhuizen heeft niet als enige partij en zeker niet ten onrechte sterk gepleit voor het betrekken van de burgers bij het beleid. Wat staat onder het hoofdje `Communicatie'?

`Wij vragen het bestuur alvorens belangrijke beleidsvoorbereidingen in gang te zetten, in kaart te brengen welke personen danwel organisaties belanghebbend zijn en deze actief bij de beleidsvoorbereiding te betrekken.'

Dit is wel heel mager. Hopelijk zullen in de komende maanden concrete voorstellen en/of aanbevelingen worden gepresenteerd.

In het document wordt niets gezegd over de bestuurlijke organisatie. De fractie van d66 had verwacht dat in ieder geval aandacht zou zijn gegeven aan adviescommissies, zoals milieucommissie en havencommissie. Aan de havens en de problematiek die daarmee annex is, zijn trouwens helemaal geen woorden gewijd.

De heer Wiersma
(cda): In de commissie is het havenbeleidsplan besproken. De heer Boland heeft toen brede steun gekregen voor diens suggestie het plan `Toekomst 2020 havens' uit te werken en het nieuwe college de eerste vier jaar te laten invullen. Een goed punt om spoedig aan te pakken.

De heer Boland
(d66): Ja, en reden voor blijdschap, want blijkbaar kunnen 7 toch iets tegen 10 doen! Helaas is over dit punt niets in het politieke document opgenomen.

Ten aanzien van de financiën is de lat wèl heel hoog gelegd. Mevrouw De Munnik heeft terecht gezegd dat, gezien alle goede voornemens en gelet op de op 5 maart jongstleden vastgestelde noodzakelijke bezuinigingen, nogal stevige uitspraken zijn opgeschreven. Die bezuinigingen zijn nodig omdat de verkoop van de campings en de invoering van betaald parkeren niet doorgaan.

De heer De Geus
(cu/sgp): Burgemeester en wethouders zullen het politieke document, dat tien pagina's omvat, als basis voor een collegeprogramma gebruiken. Het document had ook uit, pakweg, twee pagina's kunnen bestaan, maar dat is niet zó belangrijk. Veel interessanter is welk collegeprogramma uiteindelijk op tafel komt. Dat zal de raad beoordelen alvorens het wordt uitgevoerd.

De heer Boland
(d66): De d66-fractie kijkt iets anders tegen deze materie aan. De `highlights' in de verkiezingsprogramma's en de belangrijkste leuzen in de verkiezingsstrijd zouden in dit document terug te vinden moeten zijn. Op 5 maart heeft de cu/sgp-fractie duidelijk uitgesproken diep ongelukkig te zijn met het feit dat vrijwel alle bezuinigingen ten laste van één portefeuille zijn gekomen. Welnu, dat had kunnen worden uitgewerkt.

Terug naar de financiën. In het stuk wordt nogal gemakkelijk gezegd dat de bezuiniging van f 2 miljoen die onder het vorige college is afgesproken niet zal worden uitgevoerd. Sterker: voorgesteld wordt extra formatie mogelijk te maken. Het is de vraag of dan tòch een sluitende meerjarenbegroting kan worden gepresenteerd, zoals in het politieke document wordt gesuggereerd.

De heer Franx
(ne): Tijdens de begrotingsbehandeling zal blijken dat naast tegenvallers ook sprake is van meevallers. Voorts moet ook een nieuwe meerjarenbegroting worden vastgesteld. Iedereen doet er goed aan die af te wachten en dan zijn/haar kruit te verschieten.

De heer Dol
(vl/gl): Kennelijk weet de heer Franx meer dan de niet-collegegebonden partijen!

De heer Boland
(d66): In de ogen van de d66-fractie is sprake van een gemiste kans. Wat is de situatie? Er is een wensenpakket geformuleerd, de financiële lat is heel hoog gelegd en het college moet op basis daarvan een programma maken. Daarvoor had de ráád de verantwoordelijkheid moeten nemen. Straks zal blijken dat het college een meerjarenbegroting moet aanbieden die niet aan twee eisen voldoet, te weten enerzijds sluitend en anderzijds uitvoering van alle opgevoerde verlangens en voornemens. Op dat moment zal de raad alsnog knopen moeten doorhakken.

De heer Franx
(ne): Niet alleen het college wordt om een boodschap gestuurd, maar dit terzijde.

De heer Boland roerde daarstraks het punt `communicatie' aan. In het verkiezingsprogramma van Nieuw Enkhuizen staat inderdaad dat overleg met de burgers zeer belangrijk is. Met het oog daarop is voor de jongeren van Nieuw Enkhuizen en de Partij van de Arbeid een jongerenplatform opgestart. Analoog daaraan zal met meerder doelgroepen worden gesproken.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd): Misschien is het aardig ook eens met de oppositie te praten.

De heer Boland
(d66): Waarom staat wat de heer Franx nu zegt niet in het politieke document?

De heer Wiersma
(cda): Zo-even werd al opgemerkt dat het politieke document ook uit twee A4'tjes had kunnen bestaan. Tien pagina's zijn blijkbaar ook niet genoeg, want de heer Boland wil alles wat moet worden aangepakt tot op de laatste komma en punt vastleggen. Laat dat aan het college over.

De heer Dol
(vl/gl) vangt zijn spreekbeurt aan met de stelling dat de houding van de coalitiepartijen en de gebeurtenissen in de afgelopen maanden de verhoudingen op scherp hebben gezet.

Politieke document.

Gedurende zes weken zijn zowel de tot `oppositie' gebombardeerde partijen als de burgers van Enkhuizen met onduidelijkheid geconfronteerd. Er werd geen enkele melding over tijdpad, procedures of inhoud gedaan, ook niet met betrekking tot de benoeming van de wethouders. Opeens werd een boekwerkje van tien kantjes A4 op de mat gedeponeerd en konden de ontvangers daarvan de toekomst van Enkhuizen lezen. Die omvat 20 punten waaraan een jaartal is gehangen en circa 100 overwegingen. Alles bij elkaar een pan gebakken lucht, bewerkt door een taalvaardige begeleidende ambtenaar en een drietal fractievoorzitters die op dit gebied niet als de minste bekend staan.

Wat zijn leuzen ná de verkiezing waard? Aan de hand van vier leuzen zal worden aangetoond wat van beloften en verkiezingsleuzen is overgebleven en wat de toekomst zal brengen.


1. Wel of geen afsluiting van de Melkmarkt.

In het voorliggende politieke document kan men op pagina 6 lezen:

`In het jaar 2003 zal een proefafsluiting van de Melkmarkt plaatsvinden. Deze proef zal een zo kort mogelijke periode in beslag nemen (. . .) Bij de proefafsluiting wordt aandacht gegeven aan (. . .) verschillende periodes, zoals: het weekend, koopavonden, 's avonds in het seizoen.

Nieuw Enkhuizen voerde de leus: geen afsluiting van de Melkmarkt. De andere drie coalitiepartijen spraken zich vóór afsluiting uit. Zelfs akkoord gaan met een proefafsluiting is al een breuk met de verkiezingsbelofte. Voor de overige drie partijen geldt dat een proef op een dergelijke basis niet serieus kan worden genomen. De proef zal mislukken en dus zal niet tot afsluiting worden overgegaan. Kortom: de kiezers bedrogen.

De heer Wiersma
(cda): Kent de heer Dol het fenomeen `compromis'? Soms moeten contraire meningen met elkaar worden verenigd.

De heer Dol
(vl/gl): Ik kom daar straks op, nu eerst de volgende leus.


2. Wel of niet betaald parkeren?


De schrijvers van het politieke document constateren dat op het gebied van parkeren een spanning bestaat. Alle bestaande documenten zullen bij de ontwikkeling van het verkeersbeleid voor de komende jaren worden betrokken en verder is genoteerd:

`Op basis van deze documenten zal voor de afloop van 2002 een nieuw verkeersbeleidsdocument aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.'

Ondertussen wordt geregeld dat de inwoners voor een parkeervergunning moeten betalen, terwijl de toeristen vrij mogen parkeren. De consequenties hiervan moet men goed tot zich laten doordringen. Denk aan de rechtszaak over de toeristische bijdrage van de mensen die per boot komen. Wie de kiezers heeft beloofd dat voor parkeren niet behoeft te worden betaald, moet elk (verricht) onderzoek in die richting afwijzen. De drie partijen die zich in het verleden vóór betaald parkeren hebben uitgesproken, behoeve niet de moeite te nemen een nieuw verkeersbeleidsdocument te laten opstellen, te meer daar de gemeente op dit gebied nog over een zeer recent stuk beschikt.


3. Enkhuizen wel of niet zelfstandig.


Op pagina 9 van het politieke document wordt onder meer gesteld:

`De coalitiepartijen kiezen (. . .) voor een aansluiting bij de vesd variant.'

Over dit punt behoeft niets meer te worden gezegd. De coalitiepartijen hebben over zichzelf afgeroepen dat de kiezers zich bedrogen voelen.


4. Coffeeshop nu meteen dicht.

Wat is hierover in het politiek document van de coalitiepartijen te vinden?

`Het huidige beleid t.a.v. coffeeshops wordt door de coalitiepartijen gesteund. Indien in het eerste kwartaal van 2003 blijkt dat het ingezette beleid niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, n.l. sluiting van de coffeeshop en een actief opsporingsbeleid gericht op andere verkooppunten, laten de partijen elkaar vrij in het doen van nieuwe voorstellen inzake het soft drugsbeleid. De mening van de meerderheid van de raad zal door het college, los van eigen opvattingen, worden uitgevoerd.'

Dit is de weg van de minste weerstand. De inzichten in de coalitie lopen dermate ver uiteen dat geen andere weg kan worden gevonden. De respectieve achterbannen zullen echter sterk het gevoel krijgen te worden belazerd!

Aan de hand van slechts vier knelpunten is aangetoond dat men echte oplossingen uit de weg gaat. Van de gedane verkiezingsbeloften wordt in dit politieke document niets waargemaakt. Het bijvoeglijk naamwoord `politiek' kan zonder bezwaar worden geschrapt, want er wordt op een bedrieglijke wijze met de burgers van de stad omgegaan. Overigens moet men niet zeggen dat samenwerken compromissen sluiten betekent. Bij een goed compromis behoort ook een visie en die ontbreekt in het vage stuk dat is aangeboden.

Er ontbreekt trouwens meer. Een financiële paragraaf is niet te vinden. Ook is niets opgeschreven over jongerenbeleid, havenbeleid, drugs- en verslavingsbeleid, ouderenbeleid, monumentenbeleid noch inspraak en vergroting van de betrokkenheid van de burger. Een gemiste kans, zeker voor een coalitie die zich in de verkiezingsstrijd liet voorstaan op openheid, openbaarheid en helderheid ten opzichte van iedereen. Zowel de procedure als de inhoud van het voorliggende papier is een volstrekte ontkenning van alle beloften die in de voorafgaande maanden zijn gedaan. Wellicht zal het college de reddende engel worden, want uit dit superalgemene stuk kan zonder moeite een collegeprogramma worden gedistilleerd. Hopelijk zullen degenen die het onderhavige document in elkaar hebben gesleuteld dan wel in staat zijn concrete, heldere plannen te maken, waarmee de toekomst van Enkhuizen wordt gegarandeerd.

Het mag duidelijk zijn dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks deze vage toekomstvisie hoogstens voor kennisgeving wil aannemen.

De heer De Geus
(cu/sgp): U kunt ook proberen waardevolle suggesties mee te geven, wij staan daarvoor open.

De heer Dol
(vl/gl): Wat leuk dat ook de oppositie nu weet dat u voor waardevolle suggesties openstaat!

De heer Hart
(le/eb) reageert op het politieke document als volgt. Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang betreurt dat een politiek document tot stand is gekomen, waaraan niet alle in de raad vertegenwoordigde politieke partijen invulling hebben mogen geven. Het stuk dient tenslotte richtinggevend te zijn voor het collegebeleid, waarvan wenselijk is dat het in de raad zo breed mogelijk wordt gedragen, maar, zoals reeds vaak is gezegd, met name door de heer Tesselaar: tien is meer dan zeven. Als dat het uitgangspunt van het beleid is en blijft, ziet de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang de komende raadsperiode niet met vreugde tegemoet. Een democratisch bestuur kan uitsluitend goed functioneren indien het ook voor minderheidsstandpunten oog heeft, of ten minste begrip voor minderheidsbelangen opbrengt. De fractie hoopt dan ook van harte dat de door Nieuw Enkhuizen veel gebezigde termen `positief' en `constructief' ook op de coalitiepartijen van toepassing zijn. Tot zover het ongenoegen van de le/eb-fractie over de tot nu toe gevolgde werkwijze.

De heer Wiersma
(cda): Die minderheidsstandpunten horen wij graag.

De heer Hart
(le/eb): De heer Wiersma zou er zeer verstandig aan doen eerst even te luisteren en daarna te reageren.

Wat de inhoud van het document betreft, is opgevallen dat met veel woorden weinig wordt gezegd. Het stuk staat vol met feitelijkheden en waarheden als koeien. Ook staat het bol van vaagheden, zoals: `er zal naar gestreefd worden dat', `het bestuur geeft aandacht aan', `een zo kort mogelijke periode' enzovoort. Al met al een document met weinig concrete formuleringen.

Na oplossing van het tien pagina's tellend cryptogram heeft de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang er de volgende positieve aspecten uitgelicht.

* Het opzetten van een zogeheten `goed-centrum'.
* Realisering van een zogenaamd `wozoco'.
* Invoering van 30 kilometer per uur in de stad.
* Inbreilocaties.

* Veiligheid en overlast.

* Lokaal distributiecentrum.

* De Nieuwe Doelen en het subsidiebeleid.
* Minima- en onderwijsbeleid.

Afgezien van enkele missers in onder andere de hoofdstukken `Het verkeer', `Detailhandel', `Het recreatieoord' en `De gemeentelijke herindeling', zijn in het document nog enkele zaken opgenomen waar de le/eb-fractie niet negatief tegenover staat.

Het door de coalitiepartijen zogenoemde `Politiek document' is eigenlijk een sterk overvraagd verlanglijstje, want nergens wordt geschreven over de realiseerbaarheid noch de financiële mogelijkheden. Het belangrijkste hoofdstuk, waar het uiteindelijk allemaal om draait, namelijk het financiële beleid, wordt met acht regels afgedaan en dit geeft meteen de waarde van dit document weer.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) is in de eerste termijn vergeten één punt aan te stippen. Dat heeft betrekking op zowel het financiële beleid als de gemeentelijke herindeling. Als Enkhuizen in de richting van de vsd-gemeenten, de provincie en het rijk tot uitdrukking wenst te brengen wat het wil, is het verstandig de raadsvoorstellen in harmonie te brengen met datgene wat in de vsd-gemeenten gebruikelijk is of daar wordt ontwikkeld. Bijvoorbeeld: Enkhuizen is de enige gemeente die de rioolheffing in de ozb heeft verwerkt. De beoogde harmonisering kan vanzelfsprekend ook op andere onderwerpen van toepassing zijn.

De voorzitter
besluit de discussie met de opmerking ervoor te zullen zorgen dat alle gedane uitspraken bij het college van burgemeester en wethouders op tafel zullen komen. Vervolgens zal één en ander op een zo kort mogelijk termijn in een collegeprogramma worden vertaald, voorzien van een uitvoeringstabel en een nadere financiële onderbouwing. Al die stukken zullen, hopelijk nog vóór de zomer, voor de gemeenteraad worden geagendeerd.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


6. Gevolgen Wet Dualisering Gemeentebesturen:

a. commissiestelsel;


b. reglement van orde - model vng;


c. benoeming voorzitter/vice-voorzitter;


d. raadsgriffier.

De voorzitter
roept in herinnering dat allereerst het reglement van orde zal worden besproken.


b. reglement van orde - model vng;

Dit reglement kent drie artikelen die later moeten worden bediscussieerd, te weten 9, 14 en 37a.

`Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken

1 Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het stadskantoor ter inzage gelegd.'

Volgens de gangbare praktijk worden alle relevante stukken in de leeskamer gelegd. Daar kunnen ook burgers van die stukken kennisnemen. Meer informatie is via de betrokken behandelend ambtenaar te verkrijgen. Als deze praktijk wordt veranderd, zal op korte termijn de leeskamer moeten worden verbouwd en zijn meer ingrepen nodig. Vandaar dat wordt gesteld dit artikel even aan te houden.

`Artikel 14 Spreekrecht burgers

1 Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.'

Het is de vraag hoe deze gemeenteraad aan dit artikel concreet vorm wenst te geven.

`Artikel 37 a Vragenuur

1 Op de eerste dinsdag van de maand om 19.00 uur is er een vragenuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het Presidium bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden.'

Ook over dit punt zal op een later moment moeten worden gesproken. Dan zal precies worden bepaald hoe in de praktijk wordt gehandeld.

Voorgesteld wordt nu het reglement van orde vast te stellen, met uitzondering van de aangeduide artikelen; daarover zal in commissieverband nader van gedachten worden gewisseld. Na de vaststelling van het rvo is tevens de commissiestructuur bepaald en kan het presidium worden geformeerd, dat zal bestaan uit de commissievoorzitters, de voorzitter van de raad, een plaatsvervangend voorzitter en de raadsgriffier.

De heer Hart
(le/eb) verwijst naar artikel 9. Kunnen de stukken in plaats van in het stadskantoor ook in, bijvoorbeeld, de leeszaal of de bibliotheek ter inzage worden gelegd?

De voorzitter
: Dat kan later worden bepaald. Op dit moment wordt voorgesteld de gangbare praktijk nog even voort te zetten en ondertussen in commissieverband te bekijken wat de raad precies wil.

De heer Hart
(le/eb): Akkoord.

De heer Domburg
(pvda) kan zich in het voorstel van de voorzitter vinden, maar verzoekt nog eens nauwkeurig naar de redactie van het stuk te kijken. Hij heeft de indruk dat hier en daar het seniorenconvent, presidium et cetera wat door elkaar worden gehaald.

De voorzitter
: Het reglement van orde zoals dat nu voorligt, is juist. De in de wet gebruikte term `seniorenconvent' komt overeen met het in Enkhuizen bestaande fractievoorzittersoverleg. Het presidium is iets anders.

De secretaris
vult de voorzitter aan met de mededelingen dat in het college is afgesproken na te gaan of overal waar dat nodig is gelijkluidende termen zijn opgenomen, alvorens het rvo definitief vast te stellen.

De heer Wiersma
(cda) citeert een deel van artikel 3b.

`Artikel 3b Het Presidium
(. . .)

3 De voorzitter kan voorstellen de gemeentesecretaris uit te nodigen voor het Presidium.'

Gebeurt dat ad hoc of moet aan iets anders worden gedacht?

De secretaris
: De gemeentesecretaris maakt geen deel uit van het presidium. Het is echter voorstelbaar dat op de agenda onderwerpen komen die te maken hebben met, bijvoorbeeld, de gemeentelijke organisatie enzovoort, in welk geval het mogelijk is de gemeentesecretaris uit te nodigen een toelichting te geven of anderszins informatie te verstrekken, dus ad hoc.

De heer Wiersma
(cda): Prima.

`Artikel 3b Het Presidium
(. . .)

5 Elke voorzitter heeft één stem in het Presidium.'

In het presidium hebben de drie commissievoorzitters en de raadsvoorzitter zitting. Hebben àlle voorzitters één stem of alleen de drie commissievoorzitters?

De voorzitter
: Vooralsnog lijkt het logisch uit te gaan van de gedachte dat de raadsvoorzitter geen stemrecht heeft, het is immers de ráád die de agenda bepaalt.

De heer Wiersma
(cda): Punt 5 wordt dus: Elke commissievoorzitter heeft één stem in het Presidium.

De voorzitter
: Akkoord, tenzij blijkt dat deze regeling in strijd is met de wet of iets dergelijks.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

De heer Dol
(vl/gl) huldigt de opvatting dat, gelet op alle vragen en opmerkingen, het rvo kennelijk nog niet rijp is voor behandeling en het derhalve naar een commissie moet worden verwezen.

De voorzitter
: Dan kunnen vanavond geen leden van de commissies worden benoemd en zal nog zeker twee maanden op basis van het oude systeem moeten worden gewerkt. Dat moet ten zeerste worden ontraden!

De heer Wiersma
(cda): Inderdaad.

De heer Boland
(d66) voert aan dat het voor de benoeming van de commissieleden niet nodig is dit rvo vast te stellen, want in dit reglement worden de commissies niet omschreven.

De secretaris
: Een volkomen terechte constatering. Toch moet allereerst het rvo worden vastgesteld, want op basis daarvan wordt het commissiestelsel bepaald en kunnen de commissies worden bemenst. In de volgende tranche van de dualiseringswetgeving is voorzien in de vaststelling van een specifieke commissieverordening. Daarin zal in het kader van het dualisme nauwkeurig worden vastgelegd in welke relatie de commissies met de raad, de portefeuillehouders et cetera functioneren.

De heer Boland
(d66): Met deze zienswijze is de d66-fractie het eens. Overigens bepleit de fractie geenszins langer te wachten. De kern van de zojuist gemaakte opmerking is dat de commissies in principe ook los van dit reglement kunnen worden geformeerd.

De voorzitter
: Op zich is dat juist.

Samenvattend: voorgesteld wordt het reglement van orde vast te stellen, met inachtneming van de gemaakte afspraken en de toezegging dat in ieder geval de drie genoemde artikelen op commissieniveau nader zullen bediscussieerd en het ook overigens mogelijk is een volgende keer wijzigingen in het reglement aan te brengen.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


a. commissiestelsel;

De voorzitter
vermeldt dat is voorgesteld tot drie raadscommissies te komen, namelijk

* de commissie grondgebied;

* de commissie samenleving;

* de commissie bestuurs- en organisatiezaken alsmede financiën (bof).

Als met deze opzet wordt ingestemd, kunnen daarin mensen worden benoemd. Een lijstje met kandidaten is inmiddels rondgedeeld.

De heer Boland
(d66) brengt naar voren dat zijn fractie bij de kandidaatstelling het uitgangspunt heeft gehanteerd dat alleen personen mogen worden voorgedragen die òf gemeenteraadslid zijn òf op de kieslijst staan.

De voorzitter
: Ja, voor zover mij bekend hebben alle fracties zo gehandeld.

De secretaris
maakt de raad erop attent dat de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang bij monde van de heer Hart heeft laten weten dat in het kandidatenlijstje mevrouw N. Jeltes moet worden vervangen door de heer R. Bos.

De heer Wiersma
(cda) wil weten of de raadsleden automatisch van alle commissies lid zijn. Volgens hem zou dat logisch zijn.

De voorzitter
: Nee, maar zij hebben wel de mogelijkheid om in alle commissies te verschijnen, bijvoorbeeld om iemand te vervangen. De precieze spelregels zullen in de verordening op de commissies worden vermeld.

De heer Boland
(d66) vertolkt steun aan de zienswijze van de heer Wiersma, want het gaat niet om commissies die het college adviseren maar de raad. Het gaat nu alleen om de vraag welke niet-raadsleden in welke commissies mogen optreden.

De voorzitter
: In principe is dat juist, maar er is wel een praktisch probleem. De ambtelijke organisatie moet wel degelijk weten welke raadsleden van welke commissie(s) lid zijn om, bijvoorbeeld, de stukken naar de juiste adressen te kunnen versturen.

Er is nog een ander praktisch probleem. Als de raad al in deze maand volgens de nieuwe structuur wil werken, moet vanavond duidelijk worden welke raadsleden in welke commissies zitting hebben en dient het vergaderrooster worden vastgesteld. Misschien is het verstandiger nog één keer een brede commissievergadering te houden, en wel op donderdag
23 mei aanstaande, en in juni met de nieuwe verordening en de commissies aan het werk te gaan.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) spreekt haar voorkeur voor de laatste gedachte van de voorzitter uit. Haar fractie wist tot gisteravond niet eens dat de drie genoemde commissies zouden worden geformeerd en bereidde zich daarop dus niet voor; een werkelijk uitstékende communicatie!

De heer Wiersma
(cda) zal zich niet tegen het voorstel van de voorzitter verzetten, maar betreurt wel dat de nieuwe werkwijze weer een maand wordt opgeschoven.

De voorzitter
: Goed, wat bij voorkeur vanavond wel moet gebeuren, is de aanwijzing van de drie commissievoorzitters en de plaatsvervangend raadsvoorzitter, want dan kan in ieder geval het presidium aan de slag. Samenvattend:

* Op donderdag 23 mei zal nog één keer een brede commissiebijeenkomst worden belegd.

* De commissiestructuur wordt aanvaard en derhalve zullen vanavond drie commissievoorzitters kunnen worden benoemd. Daarvoor zijn de volgende personen gekandideerd.


- De heer H. Boland kandidaat-voorzitter commissies samenleving;
- De heer K.P. van der Veen kandidaat-voorzitter commissie bof;
- De heer Wiersma kandidaat-voorzitter commissie grondgebied.

* De heer J. Franx is voorgedragen als plaatsvervangend raadsvoorzitter.

* De heer D. Wiersma zal als nestor optreden.
De secretaris
tekent aan dat het wenselijk is vanavond ook de rekeningcommissie te bemensen. De coalitiepartijen hebben, inclusief de voorzitter, drie kandidaten voorgedragen. Hopelijk kunnen ook de oppositiepartijen personen kandideren.

De voorzitter
verneemt hierna dat de heer Kooiman slechts één voorletter heeft, te weten K, zodat de J moet worden geschrapt. De naam van de heer Appelo is op het lijstje abusievelijk met dubbel l geschreven. Vervolgens schorst hij de beraadslagingen.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de beraadslagingen.

Daarstraks is een misverstand ontstaan. Volgens de nieuwe Gemeentewet moet een waarnemend voorzitter worden benoemd. Deze functionaris vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid en treedt ook op wanneer geen enkel collegelid aanwezig is. Vroeger deed de nestor dat, maar die functie bestaat niet meer. In artikel 77 staat dat de raad iemand met de waarneming kan belasten. De heer Franx is hiervoor gekandideerd. Daarstraks is de heer Wiersma als nestor genoemd, maar, zoals gezegd, de nieuwe wet kent die functie niet. Uit allerlei contacten is gebleken dat naast een formele waarnemend voorzitter ook behoefte bestaat aan iemand met een meer ceremoniële functie, dus een soort nestor, die naar voren treedt op hoogtijdagen, bij verdrietige omstandigheden et cetera. Voorgesteld wordt voor die rol de heer Wiersma aan te wijzen.

Iedereen heeft een stembriefje gekregen met daarop de namen van kandidaten voor de verschillende commissies. Vanavond gaat het alleen om het onderste gedeelte van het stemformulier, waarop de kandidaten voor de rekeningcommissie, het voorzitterschap van de commissies en de `nestor' zijn vermeld. Allereerst is de rekeningcommissie aan de orde; voorgedragen zijn:


- De heer H. van Doornik voorzitter;

- De heer K. Kooiman lid;

- De heer J. van Oostende lid.

Er zijn twee vacatures.

De heer Boland
(d66) draagt mevrouw De Munnik voor. In zijn ogen moet zij bij voorkeur tot voorzitster van de rekeningcommissie worden benoemd, omdat deze commissie het werk van b&w controleert. Het vorige college toonde de grootsheid het voorzitterschap van de rekeningcommissie aan iemand te gunnen die niet tot de collegegebonden fracties behoorde. Het zou prijzenswaardig zijn als ook het huidige college dat deed.

De heer Wiersma
(cda) kreeg tijdens de schorsing het verwijt dat coalitiepartijen het kandidatenlijstje niet van een toelichting voorzagen. Hij zal trachten deze omissie te corrigeren.

Bij de verdeling van de functies is het steeds de bedoeling geweest ook de niet-coalitiepartijen zo goed mogelijk bij het commissie- en raadswerk te betrekken. Verder was het uitgangspunt dat ten minste twee leden van de rekeningcommissie uit de niet-coalitiepartijen afkomstig zouden moeten zijn. Ten aanzien van het voorzitterschap van die commissie is gezegd dat het cda, een coalitiepartij die geen wethouder levert, als een vorm van compensatie een kandidaat mag voordragen. Vandaar dat, met alle waardering voor de kwaliteiten van mevrouw De Munnik, wordt vastgehouden aan de kandidatuur van de heer Van Doornik.

De heer Tesselaar
(ne) verklaart dat zijn fractie de kandidatuur van mevrouw De Munnik voor het lidmaatschap van de rekeningcommissie ondersteunt. De fractie stelt voor de heer Van Doornik tot voorzitter van die commissie te benoemen.

De heer Boland
(d66) betreurt ten zeerste dat zijn voorstel niet wordt gevolgd. Hopelijk wordt mevrouw De Munnik wel tot lid van de rekeningcommissie benoemd.

De voorzitter
belicht dat de rekeningcommissie nu nog één vacature kent. Vervolgens stelt hij vast dat daarvoor geen kandidaten worden genoemd.

Daarstraks is al aangegeven wie voor het voorzitterschap van welke commissie is gekandideerd.

De heer Van der Steeg
(le/eb) informeert naar de naam van degene die de heer Boland kandidaat heeft gesteld voor het voorzitterschap van de commissie samenleving.

De heer Wiersma
(cda) legt uit dat hij de heer Boland om de volgende redenen heeft voorgedragen. De heer Boland heeft heel lang over de formuleringen in het politieke document meegedacht. Los daarvan meent de coalitie dat de heer Boland een zeer geschikte kandidaat is. Overigens hadden de niet-coalitiepartijen voor alle functies zelf kandidaten kunnen voordragen.

De voorzitter
benoemt tot leden van het stembureau mevrouw Dangermond (lid) alsmede de heren Kooiman (lid) en Van der Steeg (voorzitter). Vervolgens schorst hij de vergadering voor de duur van de stemming en het tellen der stemmen.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de vergadering en vraagt de heer Van der Steeg de bevindingen van het stembureau kenbaar te maken.

De heer Van der Steeg
(le/eb) rapporteert in zijn hoedanigheid van voorzitter van het stembureau dat de stemming het volgende resultaat heeft opgeleverd. Er zijn 16 stembiljetten ingeleverd, waarvan 3 geheel blanco. Alle kandidaten zijn benoemd.

---
Commissie Functie Naam Stemmen Blanco

---
Rekeningcommissie voorzitter H. van Doornik 11 2

lid K. Kooiman 13 -

lid J. van Oostende 13 -

lid mr. P.C.E. de Munnik-Blank 13 -

---
Samenleving voorzitter H. Boland 13 -

bof voorzitter K.P. van der Veen 13 -

Grondgebied voorzitter D. Wiersma 12 1

---
waarnemend raadsvoorzitter J. Franx 13 -


---
nestor D. Wiersma 12 1

---
De voorzitter
wenst de benoemden veel sterkte en wijsheid toe. Hij ontbindt vervolgens het stembureau en stelt punt 6.d. aan de orde.


d. raadsgriffier.

(Voorstel nummer 61, 2002.)

In het stuk moet een redactionele aanpassing plaatsvinden. De tekst achter het eerste zwarte bolletje moet als volgt worden gewijzigd.

`de griffier/kwartiermaker levert een bijdrage aan de vormgeving en implementatie van het duale stelsel in de gemeente Enkhuizen;'

De heer De Geus
(cu/sgp) hoort graag waarom raadsvoorstel nummer 61 op tafel is gekomen, want op 5 maart heeft de voorzitter heel iets anders voorgesteld.

De voorzitter
beantwoordt de heer De Geus als volgt. In het begin van dit jaar is met het oog op de dualisering het zogenaamde `Tien-puntenplan' geformuleerd. Dat plan is een onderdeel van de in de brandweerkazerne gevoerde bespreking met de heer Haan geweest. Zowel de heer Wiersma als de heer Haan heeft daarvan een verslag gemaakt. Parallel daaraan is iets fout gelopen. In het boekje `Zo zijn onze manieren' is vermeld dat de heer Slagter tot griffier is benoemd. Weliswaar was dat oorspronkelijk ook de bedoeling, maar formeel werd dat nooit besloten. Bovendien bleek dat de heer Slagter in dit stadium problemen had met de gedachte diens huidige functie te moeten opgeven. Vandaar dat het volgende werd afgesproken.

* Allereerst zal een kwartiermaker worden aangesteld.
* De heer Van Huffelen zal tijdelijk als griffier functioneren.
* Het aanspreekpunt voor de raad is in eerste instantie de heer Müller, die voor de stukken zorgt, procedurele vragen kan beantwoorden et cetera.

* De heer Burema zal op secretariaatsniveau het raadswerk ondersteunen.

* In de komende twee à drie maanden zal met die functionarissen worden gewerkt, wordt onderwijl in overleg met het presidium een profielschets opgesteld en op basis daarvan intern tot werving overgaan.

De heer Wiersma
(cda) meent te weten dat op 2 april is besloten de adjunct-secretaris in de komende tijd als raadsgriffier te laten proefdraaien. Dat besluit zal moeten worden teruggedraaid, indien wordt ingestemd met raadsstuk nummer 61.

De voorzitter
: Ja, te meer daar de adjunct-secretaris niet van diens informele benoeming in kennis was gesteld. Erkend moet worden dat in dezen onzorgvuldig is gehandeld.

De heer De Geus
(cu/sgp) neemt nota van de explicatie van de voorzitter. Eén en ander heeft trouwens wel vragen doen rijzen. Hoeveel tijd zal de selectieprocedure in beslag nemen? Daarnaast moet worden geconstateerd dat de drie genoemde functionarissen al een dagtaak hebben en die op verschillende werkplekken vervullen. Is dat voor de raad(sleden) niet bijzonder onhandig?

De heer Wiersma
(cda) onderstreept de vragen van de heer De Geus. Hij stelt voor de heer Müller voorlopig als het feitelijke aanspreekpunt aan te wijzen en als uitvoerend griffier te beschouwen. De heer Burema doet ondersteunend (commissie)werk, terwijl de gemeentesecretaris de formele raadsgriffier is.

De heer Boland
(d66) ontgaat wat de voorzitter precies bedoelt met diens mededeling dat de heer Van Huffelen tijdelijk als griffier zal functioneren, want dat geldt blijkbaar ook voor de heer Müller.

De secretaris
antwoordt als volgt. Deze week is afgesproken dat hij binnen 10 à 14 dagen een conceptprofielschets zal aanleveren. Dat stuk zal in ieder geval aan het presidium worden voorgelegd met de bedoeling in overleg tot een definitieve schets te komen die tot de aanstelling van een raadsgriffier moet leiden.

Momenteel is spreker in naam raadsgriffier. Daarnaast is sprake van een raadsgriffie die wordt gevormd door de heren Müller en Burema. De heer Müller is het eerste aanspreekpunt voor en de ondersteuner van de gemeenteraad. De heer Burema is al redelijk ingeschoten op het nieuwe commissiestelsel en zal de werkzaamheden verrichten die op dat gebied liggen.

De heer Wiersma
(cda): Moet de heer Burema drie commissies ondersteunen?

De secretaris
: Dat kan niet helemaal worden uitgesloten, maar misschien kan binnen de raadsgriffie tot een andere oplossing worden gekomen, want voorkomen moet worden dat de heer Burema tè zwaar wordt belast.

Wettelijk moet elke gemeente uiterlijk op 7 maart 2003 een raadsgriffier aanstellen. Wellicht is dan wettelijk geregeld dat die functionaris door de raad wordt aangesteld in plaats van b &w. De drie zo-even genoemde functionarissen zullen ongeveer tot de zomer het griffierschap waarnemen, waarna een tijdelijk griffier zal worden aangewezen, en wel vooruitlopend op een definitieve aanstelling door de gemeenteraad op uiterlijk tot 7 maart 2003.

De heer Boland
(d66) veronderstelt dat heel weinig mensen zullen solliciteren naar de functie `tijdelijk griffier' als duidelijk wordt gemaakt dat `tijdelijk' slechts ongeveer een halfjaar is. Hij kan zich wel voorstellen dat iemand wordt aangetrokken en een bepaalde proeftijd wordt afgesproken.

De heer Wiersma
(cda) tilt zwaar aan een ander punt. Tot het moment waarop een definitieve situatie is gecreëerd, moeten de heren Müller en Burema zoals eerder is vastgesteld ten minste 20 uur aan griffiewerkzaamheden kunnen besteden. Spreker kan zich niet voorstellen dat op dit moment de beide heren die tijd overhebben!

De secretaris
zet uiteen dat met de voorgestelde constructie wordt gepoogd tijdelijke invulling te geven aan het griffierschap. Zoals gezegd, ondertussen zal een profielschets worden gemaakt, waarin allerlei zaken worden opgenomen, zoals schaalniveau, aantal uren et cetera, op basis waarvan intern naar kandidaten zal worden gezocht. Rechtspositioneel kan alleen iemand door middel van een collegebesluit worden aangesteld; in maart 2003 zal dat in een raadsbesluit moeten worden omgezet. Terzijde: vrijwel alle ambtenaren hebben genoeg te doen.

De heer Wiersma
(cda): Dat is in dit geval juist zorgelijk! Het kan toch niet zo zijn dat daardoor het griffiewerk 's avonds en/of in het weekend moet gebeuren.

De heer Dol
(vl/gl): Een markante ommezwaai in twee maanden tijd! De heer Wiersma heeft zich nooit bijster bezorgd getoond om de werkdruk op het personeel.

De heer Wiersma
(cda): De zorg voor het personeel gaat boven alles, laat dat duidelijk zijn.

De voorzitter
: Staat in de notulen!

De secretaris
: De zorg van de heer Wiersma wordt gedeeld.

In tegenstelling tot de veronderstelling van de heer Boland wordt er vooralsnog van uitgegaan dat intern kandidaten voor de zogenaamde `kwartiermakersperiode' zullen worden gevonden. Overigens zullen die wel de garantie moeten hebben dat zij naar hun oude functie kunnen terugkeren of anderszins op een behoorlijke wijze weer in de organisatie zullen worden opgenomen, indien de gemeenteraad in maart
2003 toch liever voor een externe kandidaat kiest. Uiteraard is het ook denkbaar dat de tijdelijke griffier zó goed bevalt dat de raad de betrokkene in maart 2003 definitief aanstelt.

Zoals gezegd de heren Müller en Burema zullen hopelijk niet langer dan tot de zomer het griffiewerk moeten doen. Beiden hebben gezegd het werk naast hun normale taak bij wijze van experiment graag te zullen doen. In dit verband kan nog worden gezegd dat de heer Müller momenteel al veel werkzaamheden op dit gebied verricht.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.

De heer Wiersma
(cda) komt terug op het politieke document. Dat document is geaccepteerd met het verzoek aan b&w het stuk uit te werken.

De voorzitter
onderbreekt hem met de opmerking dat hij in de schorsing is aangesproken op de onduidelijke besluitvorming over het politieke document. Het document is geen stuk van het college, noch is daaraan een ontwerpbesluit gekoppeld. Bij de start van de discussie was het dan ook beter geweest aan te geven welke status het document had en wat daarmee in besluitvormende zin zou worden gedaan. Wat heeft de raad besloten? Tien raadsleden hebben het politieke document geaccepteerd als basis voor een op te stellen collegeprogramma, terwijl 7 raadsleden het stuk voor kennisgeving hebben aangenomen. Het college zal proberen vóór de zomer een programma te formuleren en dat als dagelijks bestuur aan de raad voorleggen met de bedoeling een uitspraak te ontlokken.

De heer Wiersma
(cda): Over twee maanden is het juli. Die periode moet voldoende zijn om een collegeprogramma op te stellen. Hij zal over één maand bij wijze van tussenrapportage graag horen of dat al dan niet lukt.

Daarstraks is afgesproken op commissieniveau nader over het aangepaste reglement van orde te zullen spreken. Het is verstandig met het oog daarop ook het inmiddels uitgereikte `vng - model Handreiking Commissies in het dualistische stelsel' goed te bekijken.

De heer Dol
(vl/gl): Wordt een loep nageleverd om dat stuk te kunnen lezen? De tekst is zo klein dat het zelfs met bril niet of nauwelijks kan worden ontcijferd. Het moet dan ook terzijde worden gelegd.

De voorzitter
: Aanstaande dinsdag zal aan het traject worden begonnen dat moet leiden tot de omzetting van het politieke document in een collegeprogramma. De gemeenteraad zal hierover nader worden geïnformeerd.

De aansporing het vng - model Handreiking Commissies in het dualistische stelsel goed te bekijken, behoeft geen ondersteuning. Eventuele suggesties die op dit stuk of deze materie betrekking hebben graag bij de heer Müller inleveren.

De heer Van der Steeg
(le/eb) betwijfelt in hoge mate dat aan de hand van het politieke document een realistisch collegeprogramma kan worden geschreven. Heeft de burgemeester in dezen geen eigen verantwoordelijkheid? In ieder geval moet de burgemeester veel sterkte worden toegewenst!

De voorzitter
: Dank!

De heer Van der Veen
(pvda): Verheugend dat uit de bijdrage van de le/eb-fractie is gebleken dat die fractie over ten minste acht punten in het politieke document positief denkt.

De heer Van der Steeg
(le/eb): Jawel, mits daarvoor geld kan worden gevonden!

De voorzitter
beëindigt de discussie met het verzoek verdraagzaamheid tot norm te verklaren!


7. Benoeming lid algemeen bestuur meldkamer brandweer/cpa nh-n.

(Voorstel nummer 50, 2002.)

De voorzitter
benoemt tot leden van het stembureau de heren Dombrug (voorzitter), Franx (lid) en Wiersma (lid).

Zonder beraadslaging wordt tot stemming overgegaan. Bij de stemming worden 16 stembiljetten ingeleverd. Op de burgemeester worden 16 stemmen uitgebracht en op de eerste loco-burgemeester 15 stemmen, zodat zij zijn benoemd tot respectievelijk lid en plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van de meldkamer brandweer/cpa Noord-Holland Noord.

De voorzitter
ontbindt hierna het stembureau onder dankzegging voor de verrichte werkzaamheden.


8. Drank- en horecaverordening Enkhuizen 2002.

(Voorstel nummer 34, 2002.)

De heer Van Doornik
(cda) poneert de stelling dat de handhaving van deze verordening een lastig punt vormt en geeft enkele voorbeelden.

* Personen jonger dan 16 jaar mogen 's avonds alleen onder toezicht van een volwassene in een café of een discotheek komen. Bovendien is geregeld dat die jongeren om 24.00 uur het betreffende etablissement dienen te verlaten. Moet de uitbater dat controleren?

* Volgens de verordening mag in, bijvoorbeeld, cafetaria en snackbars tussen 22.00 en 12.00 uur geen alcoholhoudende drank worden verkocht. Zulke gelegenheden beschikken soms over een terras en daar mogen wèl alcoholhoudende dranken worden geschonken. Deze situatie levert een spanningsveld op.
* In buurthuizen en dergelijke mag, met uitzondering van de commerciële activiteiten, geen sterke drank worden verkocht. Het gebouw `De Nieuwe Doelen' is weliswaar een gemeenschapshuis, maar wordt door een onafhankelijke stichting beheerd en moet daarom onder de uitzondering vallen. Ook hier is sprake van een spanningsveld. Enerzijds moeten wijkhuizen en gemeenschapshuizen laagdrempelige voorzieningen zijn om onder anderen jongeren te kunnen aantrekken, terwijl anderzijds strikte horecabepalingen worden gesteld.

* In de verordening wordt een inrichting in afzonderlijke delen gesplitst waarvoor ook verschillende horecabepalingen gelden, bijvoorbeeld verschillende sluitingstijden. Voor de uitbater is dat lastig en bovendien maken zulke bepalingen de handhaving niet eenvoudiger, integendeel.

De voorzitter
moet tot zijn spijt zeggen dat hij dit soort technische opmerkingen en vragen niet kan beantwoorden. Feitelijk wordt nu een commissievergadering overgedaan en ook in het dualistische stelsel moet dat worden voorkomen.

De heer Van der Steeg
(le/eb) voelt zich geroepen erop te wijzen dat in de commissievergadering vragen zijn gesteld, ook door hem, waarop is geantwoord dat die òf schriftelijk òf in deze raadsvergadering van een antwoord zullen worden voorzien. Welaan, een schriftelijke beantwoording heeft niet plaatsgevonden, zodat de raad mag verwachten nú de antwoorden te krijgen.

De voorzitter
lijkt het verstandig dit raadsvoorstel terug te nemen en het voor de eerstvolgende commissievergadering opnieuw te agenderen. Desgevraagd voegt hij hieraan toe dat aanhouden van dit stuk geen vervelende consequenties heeft, zij het dat de vaststelling van het beleidskader een maand wordt opgeschoven.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


9. Nota Lokaal Beleid Wonen.


(Voorstel nummer 43, 2002.)

De heer Wiersma
(cda) las zowel de nota als de aanvulling met veel belangstelling. Met name het onderdeel `Concretisering beleid jongerenhuisvesting' is interessant. In de commissie is gezegd dat aan het creëren en instandhouden van woonruimten voor jongeren een probleem kleeft. Momenteel is het onmogelijk jongeren zodra deze de leeftijd van 23 jaar bereiken uit een dergelijke woonruimte weg te krijgen om plaats te maken voor andere jongeren. Het is verstandig samen met de woningbouwvereniging te bekijken of gemeubileerd verhuren de ontruimingsmogelijkheid vergroot.

In de nota zou aandacht moeten worden gegeven aan de wijkopbouw zoals die door de woningbouwvereniging kan worden gestuurd. De wijken zouden een gemengde bevolking moeten hebben, in ieder geval zou ernaar moeten worden gestreefd wijken te creëren die zoveel mogelijk een afspiegeling vormen van de totale bevolking van Enkhuizen. Dit kan ertoe leiden dat in bepaalde delen van de stad afwijkende maatregelen moeten worden getroffen.

Tot slot. In de nota wordt niets gezegd over de vraag hoe de gemeente met woningen voor asielzoekers omgaat. Wordt daarvoor iets geregeld?

De heer Boland
(d66) complimenteert de wethouder met het voorliggende, heldere stuk. Dit geldt ook voor de aanvulling, waarin onder andere de meetbaarheid van de resultaten wordt verbeterd. Toch moeten nog twee opmerkingen worden gemaakt.

In de gegeven opsomming ontbreekt de locatie `Paktuinen'. Dit wekt de indruk dat het gemeentebestuur niet heeft nagedacht over een mogelijke toekomstige bestemming.

Op bladzijde 7 van de nota staat dat onder meer in het kader van de gemeentelijke herindeling naar de ontwikkeling van het Westeinde zal worden gekeken. Volgens de d66-fractie kan de aanleiding gevoeglijk worden geschrapt, want het gemeentebestuur moet sowieso onderzoeken wat al of niet met het Westeinde kan gebeuren.

De heer Dol
(vl/gl) onthult dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks heel content is met het nagezonden memo van wethouder Bode. In dat stuk wordt met name de jongerenhuisvesting onder de loep genomen en de duurzaamheid in relatie met de notitie `Duurzaam bouwen voor de gemeente Enkhuizen' beter gegarandeerd.

Met het oog op het Westeinde is het goed te verwijzen naar een bericht in het vng-magazine van eind april. Daarin wordt melding gemaakt van het feit dat de Wet Voorkeursrecht Gemeenten is gerepareerd. Die wet kan een stevig instrument zijn om woningbouw aan het Westeinde een betere kans te geven, zeker waar het de gemeentelijke financiën betreft.

Wethouder Bode
(pvda) schetst allereerst de geschiedenis van de nota. Vorig jaar kwam het stuk in de raad aan de orde, waarna het aan inspraak werd onderworpen. Het aantal inspraakreacties was zeer beperkt geweest, eigenlijk gaf alleen Vestia Midden Nederland, een organisatie die woningen in Enkhuizen heeft, enkele reacties. Die leidden echter niet tot wijzigingen in de nota. In de meest recente commissievergadering zijn ook nog enige opmerkingen over de nota gemaakt en naar aanleiding daarvan is het memo, de dato 26 april 2002, aan de raadsleden toegezonden. In deze vergadering zijn zojuist elementen belicht waarop ad hoc moet worden gereageerd, omdat die niet eerder ter sprake zijn gebracht.

Jongerenhuisvesting. Hoe kan worden bereikt dat huisvesting voor jongeren daadwerkelijk uitsluitend voor jongeren beschikbaar blijft? Dat is momenteel een groot probleem, omdat het vrijwel altijd om hat-achtige eenheden gaat. De ervaring leert dat dergelijke huisvestingsmogelijkheden binnen korte tijd worden bewoond door jongeren+ of 30- en zelfs 40-jarigen, omdat men niet of nauwelijks naar andere woningen doorstroomt. De gemeente heeft geen instrumenten om in deze problematiek adequaat te kunnen sturen. Volgens de heer Wiersma kan dat wel als gemeubileerd wordt verhuurd. Deze suggestie zal met de woningbouwvereniging worden besproken.

Differentiatie. De zienswijze van de heer Wiersma wordt in principe onderschreven. In een aantal beleidslijnen in de nota wordt hierop geduid.

Asielzoekers. In de nota wordt inderdaad niet over deze categorie gesproken. De gemeente heeft de plicht in samenspraak met de afdeling sociale dienstverlening en de swd jaarlijks een x-aantal huizen aan het coa beschikbaar te stellen.

De heer Van der Steeg
(le/eb): Uit het politieke document valt af te leiden dat het college dit méér als zijn plicht beschouwt.

Wethouder Bode
(pvda): Wij zien dit níét als een èchte verplichting, dus in de zin van dwang.

Paktuinen. Waarom is een bepaald perceel niet als volkshuisvestingslocatie opgenomen? Op de eerste plaats moet erop worden gewezen dat de gemeente niet de eigenaresse van het desbetreffende perceel is. Momenteel is geen enkele beweging waarneembaar die erop duidt dat de locatie wellicht voor woningbouw beschikbaar kan komen.

De heer Hart
(le/eb): Heeft het college ooit getracht in dezen iets te bewerkstelligen?

De voorzitter
: Ja hoor, meermaals.

Wethouder Bode
(pvda): Vrijwel dagelijks komen projectontwikkelaars melden dat zij het perceel bijna hebben gekocht. Aan hen wordt steeds gezegd: `Komt u maar terug op het moment dat u daadwerkelijk de eigenaar bent, want pas dan kunnen zaken worden gedaan.'

De heer Boland
(d66): Het gaat om de vraag wat de gemeente met het perceel wil, indien zij dat in bezit zou hebben. Heeft zij een visie die aangeeft dat woningen zullen worden gebouwd of juist niet?

Wethouder Bode
(pvda): Voor het betreffende gebied is een stedenbouwkundige visie ontwikkeld. Het plan dat degene maakt die het perceel verwerft, waarschijnlijk zal dat niet de gemeente zijn, moet door het gemeentebestuur aan die visie worden getoetst.

De heer Boland
(d66): Wat zegt de stedenbouwkundige visie over die locatie?

Wethouder Bode
(pvda): Die kennis heb ik niet paraat.

De heer Van der Steeg
(le/eb): Wie het perceel ook koopt, er zal zeker geen voetbalveld worden aangelegd! Het is volkomen duidelijk dat woningen zullen worden gebouwd.

De voorzitter
: De betreffende stedenbouwkundige visie zal nog eens voor de commissie ter inzage worden gelegd.

Wethouder Bode
(pvda): Prima.

Westeinde. De heer Boland heeft terecht geconstateerd dat de ontwikkeling van het Westeinde in de nota onterecht aan de herindelingsdiscussie is gekoppeld. Die discussie kan hoogstens het tempo bepalen waarin de door dit gemeentebestuur aldaar gewenste ontwikkelingen zullen plaatsvinden. Tegen deze achtergrond moet worden gedacht aan de hes-notitie en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening waarin dat deel van de gemeente als een stedelijk verdichtingsgebied is aangemerkt. In die zin zal de nota worden aangepast.

Wet Voorkeursrecht Gemeenten. De toepassing van die wet brengt nogal wat mee, in ieder geval meer dan het college van burgemeester en wethouders op dit moment in beeld heeft. Vandaar dat momenteel goed wordt bekeken wat het voor de gemeentelijke organisatie betekent wanneer die wet bij de verwerving van gronden wordt toegepast. Het is de bedoeling over ongeveer drie weken alle relevante elementen helder op het netvlies te hebben, zodat de wet kan worden toegepast wanneer dat wenselijk is. Desgevraagd zegt spreker toe dat over die elementen met de commissie en de raad zal worden gecommuniceerd.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezeggingen, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


10. Rondvraag.


· De secretaris doet de volgende mededelingen. De jaarrekening en het jaarverslag 2001 zijn gereed. Die stukken zullen op 21 mei om 20.00 uur aan de orde komen; dan kunnen in aanwezigheid van de accountant technische vragen worden gesteld. De inhoudelijke behandeling van één en ander zal op 23 mei plaatsvinden, en wel tijdens de commissievergadering ter voorbereiding van de op 4 juni te houden raadsvergadering.

De heer Boland
(d66) hoopt dat ook nog niet benoemde commissieleden bij de te voeren discussies aanwezig mogen zijn.

De secretaris
adviseert dat toe te staan, want de jaarrekening verdient dat.

De voorzitter
: Ja.

De secretaris
snijdt hierna zijn volgende punt aan. Met het oog op de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is voor de leden van de stembureaus op maandag 13 mei om 20.00 uur in de trouwzaal een uiterst leerzame sessie georganiseerd.

· De heer Boland (d66) verzoekt op een A4'tje een overzicht te produceren dat aangeeft welke onderwerpen in welke commissie thuishoren.

De voorzitter
: Ja, toegezegd.

· De heer De Geus (cu/sgp) haakt op het verzoek van de heer Boland in. De fractie van de ChristenUnie/sgp doet het voorstel dan tevens het volgende vergaderschemaatje vast te leggen.


---

Vergaderdag Commissie

---

Maandag commissie grondgebied

Dinsdag commissie samenleving

Woensdag commissie bof

---

De voorzitter
zegt toe dat deze suggestie via het daarvoor bestemde procedurele traject zal worden bekeken.

· De heer De Geus (cu/sgp) stapt vervolgens over naar de ambulancedienst. Het is de fractie bekend dat een paar keer iets is misgegaan en zij zal graag zien dat deze voorvallen tijdens de eerstvolgende commissievergadering, te weten 23 mei, kunnen worden besproken.

De voorzitter
ontving eerder soortgelijke signalen. Hij verzocht toen om zoveel mogelijk gedetailleerde informatie met de bedoeling de beantwoording zo adequaat mogelijk te kunnen doen plaatsvinden. Hopelijk wil ook de heer De Geus dat doen.

De heer De Geus
(cu/sgp): Ja.

· Een ander punt is De Witte Duif. De cu/sgp-fractie vraagt de meest recente stand van zaken met het gebouw aan de Meeuwenlaan voor de eerstkomende commissievergadering te agenderen.

De voorzitter
: Ja, akkoord.

· De heer Wiersma (cda) haalt naar voren dat de coalitie reeds nadacht over de vraag welke onderwerpen in welke commissie aan de orde zouden moeten komen. Aan dat overzichtje kan het vergaderschema van de heer De Geus worden toegevoegd. Hij is graag bereid één en ander als suggestie aan de voorzitter toe te sturen met het verzoek dat aan alle raadsfracties te doen toekomen, zodat die daarover kunnen nadenken en in de volgende vergadering een besluit kan worden genomen.

De voorzitter
repliceert dat deze materie veel beter in het bijzijn van de heer Müller in het presidium kan worden besproken. Dan kan daarbij ook de verdeling van de portefeuilles over de collegeleden worden betrokken.

De heer Dol
(vl/gl): Als het toch 10 tegen 7 is, laat het dan maar zo!

De heer Wiersma
(cda): Oké, het stuk wordt aan iedereen toegezonden.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) is bijna sprakeloos! Dit onderwerp hoort bij uitstek in het presidium te worden bediscussieerd.

De voorzitter
verheelt niet dat ook hij een groot voorstander van die gedachte is.

De heer Wiersma
(cda) Oké, dan doen wij dat.

· De heer Wiersma (cda) bemerkte dat voor de op 23 mei geplande vergadering nog geen voorzitter was aangewezen. Is hierover al nagedacht?

De heer Tesselaar
(ne) illustreert dat slechts enkele personen voor het voorzitterschap in aanmerking komen, namelijk de plaatsvervangend raadsvoorzitter of één van de commissievoorzitters. Hij stelt voor de heer Franx aan te wijzen.

De secretaris
bepleit ook dit punt in het presidium te bespreken.

De voorzitter
nodigt de leden van het presidium uit na de sluiting van deze vergadering zich naar de kamer van de heer Jans te begeven om hierover een beslissing te nemen. Zodoende wordt voorkomen dat een aparte bijeenkomst moet worden uitgeschreven.

· De heer Dol (vl/gl) kondigt aan iets over de rokerijhuisjes aan de Paktuinen te zullen vragen. Een tweetal weken geleden constateerde hij tot zijn grote verbazing dat een aantal schuren en enige zijns inziens monumentale pandjes waren gesloopt. Hadden de pandjes niet de status `monument'?

Wethouder Bode
(pvda) weet dat voor de genoemde gebouwtjes een sloopvergunning werd afgegeven, omdat die nooit als monumenten werden aangemerkt en in een zeer deplorabele toestand verkeerden. Het uitgangspunt is echter dat de rokerijpandjes zullen worden herbouwd.

De heer Dol
(vl/gl) volstaat met de uitspraak dat de wethouder een duidelijk antwoord heeft gegeven. Later zal blijken of het de vl/gl-fractie ook bevredigt.

De rondvraag wordt gesloten.


11. Sluiting.


De voorzitter
sluit de raadsvergadering na allen wel thuis en een goede nacht te hebben toegewenst (23.48 uur).

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen op 25 juni 2002

De secretaris, De voorzitter,

(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)