Praktijkonderzoek Veehouderij
Uitgangspunten en normen bedrijfsbegrotingen varkenshouderij voor de lange
termijn
Webbericht
In het overleg prijsindicaties varkenshouderij van 1 mei 2002 zijn de
uitgangspunten en normen voor de bedrijfsbegrotingen voor de lange
termijn vastgesteld. Deze normen worden onder andere gebruikt bij
aanvragen voor het borgstellingfonds.
Het saldo per gemiddeld aanwezige zeug per jaar is vastgesteld op
382,- (excl. rentekosten). Voor de vleesvarkenshouderij is het saldo
per gemiddeld aanwezig vleesvarken 66,- per jaar (excl. rentekosten).
In de tabel zijn de onderliggende normen voor de vastgestelde saldo's
en de gerealiseerde prijzen in 2001 weergegeven.
Tabel: De begrotingsnormen varkenshouderij (prijzen inclusief BTW,
toeslagen, kortingen enz) voor de lange termijn (KWIN 2002-2003) en de
prijzen gerealiseerd in 2001 (TEA).
KWIN 2002-2003 TEA
Zeugenvoer (/100 kg) 18,00 18,06
Biggenvoer (/100 kg) 27,00 27,48
Vleesvarkensvoer (/100 kg) 18,50 19,55
Vleesprijs (/kg geslacht gewicht) 1,27 1,37
Biggenprijs (/big á 25 kg) 41,50 44,04
---
In navolging van vorig jaar zijn in de begrotingen kosten opgenomen om
een eventuele dierziekte uitbraak te kunnen financieren.
Achterliggende reden hiervan is dat in lange termijn begrotingen
financiële ruimte gecreëerd moet zijn om, òf achteraf de kosten van
een dierziekte uitbraak te kunnen betalen, òf vooraf de financiële
risico's van een uitbraak te kunnen dekken. Op dit moment is de
systematiek van een heffing achteraf bekend. In de begrotingen zijn
daarom kosten opgenomen om een eventuele dierziekte uitbraak te kunnen
financieren. De opgenomen kosten zijn hierop gebaseerd en zijn in de
begroting verdeeld over de zeugenhouderij ( 6,00 per gemiddeld
aanwezige zeug per jaar) en vleesvarkenshouderij ( 0,20 per afgeleverd
vleesvarken).
Niet onderdeel van het saldo, maar wel een post om rekening mee te
houden in begrotingen zijn de afzetkosten van mest naar derden. Deze
kunnen van bedrijf tot bedrijf zeer sterk verschillen. Belangrijke
factoren hierin zijn: de bestendigheid van de afzetrelatie, de termijn
waarover afzetovereenkomsten zijn afgesloten, mestbewerking,
afzetmogelijkheden in de regio, moment van afleveren, kwaliteit van de
mest, mineralengehaltes etc.
De begrotingsnorm voor mestafzet is vastgesteld op basis van korte
termijn overeenkomsten en hierbij is rekening gehouden met
onzekerheden van de uitwerking van opkoopregelingen, derogatieverzoek
aan de Europese Commissie en de aanscherping van de verliesnormen en
mestafzet-overeenkomsten. Op basis van de genoemde uitgangspunten is
de begrotingsnorm voor kosten voor mestafzet naar derden op 18,00 per
m3 gesteld, waarvan 6,75 transportkosten. De overige kosten zijn voor
mestafzet-overeenkomsten, mestbewerking, tussenopslag, rechten,
bemonstering etc.
Er zijn geen normen voor de korte termijn vastgesteld, omdat op het
moment de opbrengstprijzen op een redelijk niveau liggen.
De normen en de uitwerking van de normen worden gepubliceerd in de
bundel `Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2002-2003 (KWIN
2002-2003)', een uitgave van het Praktijkonderzoek Veehouderij. Deze
komt omstreeks augustus beschikbaar.
---
© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt:
04-06-2002 11:04.