Provincie Overijssel
Wensenlijst Landsdeel Oost aan informateur Donner
De Kabinetsinformateur
mr. J.P.H. Donner
p/a Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 2008
2500 EA DEN HAAG
4 juni 2002 - nr. BD2002.8505
Geachte heer Donner,
Provincies en Kaderwetgebieden vinden dat het concept van bestuurlijke vernieuwing via landsdelige samenwerking een prominente plek moet krijgen in het nieuwe regeerakkoord. De afgelopen jaren heeft het experiment met regioconvenanten bewezen dat ons landsdeel in staat is de regie te voeren in het regionaal economisch, ruimtelijk en sociaal beleid. Met voldoende gewicht en tegelijk voldoende distantie. Het nieuwe Europa vraagt overigens ook om sterke regio's met een duidelijk profiel. Qua profilering zoekt het Oosten het vooral in de combinatie van sterke netwerksteden in een groene omgeving met nadrukkelijke aandacht voor sociale vitaliteit.
Na zorgvuldige inhoudelijke prioritering in ICES-kader, heeft Oost-Nederland een bescheiden investeringspakket van 1,8 miljard voor de periode tot 2010 overgehouden. Binnen de regio is een substantieel bedrag voor co-financiering beschikbaar. Wij gaan ervan uit dat in het regeerakkoord nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de noodzaak van deze regionale investeringen.
Een en ander is hierna uitgewerkt. Verder verwijzen wij u graag naar ons supplement bij de ICES-bouwstenenbrief die het vigerende kabinet april jl. heeft vastgesteld en aan de Kamer toegezonden.
Mede namens mijn collega van Overijssel, de heer G. Jansen en de voorzitters van de Kaderwet-gebieden Arnhem-Nijmegen en Twente, de heren W. Blanken (wnd.) en J. Mans.
Hoogachtend,
de Commissaris van de Koningin
in de provincie Gelderland
J. Kamminga
Regioconvenant praktische vorm van bestuurlijke vernieuwing
De laatste jaren is de samenwerking binnen het landsdeel Oost steeds geprononceerder geworden. De provincies Gelderland en Overijssel en de Kaderwetgebieden Arnhem-Nijmegen en Twente hebben een gezamenlijke visie op de gewenste ruimtelijk-economische en maatschappelijke ontwikkelingen in het Oosten des lands neergelegd in een raamwerk-convenant. De departementen zijn daar nauw bij betrokken geweest. Dit vanuit de gedachte dat de rijksoverheid en regionale besturen elkaar hard nodig hebben, enerzijds bij het vorm geven aan een regionaal ontwikkelingsbeleid, anderzijds bij de uitvoering van de grote rijksnota's. Wij beschouwen de samenwerking tussen rijk, provincies en kaderwetgebieden als een uitermate kansrijke vorm van gebiedsgericht beleid, met potenties om problemen integraal aan te pakken, synergie in de uitvoering van majeure projecten te bewerkstelligen en daarmee de schotten tussen de verschillende beleidsterreinen en bestuurslagen te slechten.
Wij geven u in overweging de volgende passage in het regeerakkoord op
te nemen:
De afgelopen jaren heeft het experiment met regioconvenanten bewezen
dat de landsdelen in staat zijn de regie te voeren in het regionaal
economisch, ruimtelijk en sociaal beleid, met voldoende gewicht en
tegelijk met voldoende distantie. Het Kabinet zal zich er voor
inspannen dat de samenwerking tussen bestuurslagen op het niveau van
de landsdelen verder wordt uitgebouwd en dat in het verlengde hiervan
binnen één jaar beleidsmatige, instrumentele en financiële afspraken
worden vastgelegd in regioconvenanten.
Rapport Geelhoed
Het rapport van de Commissie Geelhoed ("regionaal bestuur in de 21e
eeuw, op schaal gewogen") heeft een discussie over opschaling van
provincies op gang gebracht. Dat is winst. In een interview in de
Staatscourant van 6 mei jl. hebben mijn Overijsselse collega en ik is
gesproken over de mogelijkheden om de Oostelijke provincies op termijn
samen te voegen. Wij onderstrepen echter dat deze structuurdiscussie
de praktische aanpak van inhoudelijke problemen en het benutten van
economische kansen van de regio niet in de weg mag staan. Het Oosten
zal het instellen van een Staatscommissie in het verlengde van het
Rapport Geelhoed toejuichen. Wij verwijzen u verder naar onze reactie
op Geelhoed in IPO-verband.
Economische structuurversterking
Wij hebben er begrip voor dat de minder rooskleurige economische situatie noodzaakt tot bezuinigingen en een beheerst investeringsbeleid. Desondanks zijn wij van mening dat ook het nieuwe Kabinet er niet aan ontkomt een financiële impuls te geven aan enkele majeure ruimtelijk-economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Wij gaan er van uit dat daarbij een zorgvuldig evenwicht wordt gezocht tussen projecten in de Randstad en daarbuiten.
De samenwerking binnen Oost-Nederland heeft geleid tot een afgewogen pakket van economische, ecologische en sociale investeringen van in totaal 1,8 miljard euro tot 2010 en nog eens eenzelfde bedrag voor de jaren daarna. Al deze investeringen zijn terug te voeren op ons regioconvenant en sporen met beleidsvoornemens van de departementen.
Op 7 maart 2002 hebben wij over onze investeringswensen constructief overleg gevoerd met de bewindslieden van BZK, EZ en VROM. Zij concludeerden dat de eisen van het Oosten redelijk zijn en dat er voor het volgende Kabinet voldoende materiaal ligt om snel tot zaken te komen. Daaraan houden wij de toekomstige regeringspartijen graag.
Wij geven u in overweging om in het regeerakkoord een ondubbelzinnige toezegging op te nemen inzake regionale investeringen. Voor de uitvoering van majeure projecten in Oost-Nederland is een rijksbijdrage van 1,8 miljard voor de komende 6 jaar onmisbaar en een absoluut minimum. De regio zet hier zelf een vergelijkbaar investeringsvolume tegenover.
Het Oosten in nationaal perspectief
In gelderland en Overijssel wonen samen bijna 3 miljoen mensen, de
beide provincies vertegenwoordigen 22% van het electoraat en beslaan
meer dan een kwart van ruimte van Nederland. Oost-Nederland is een
cruciale schakel tussen de Randstad en het Duitse achterland.
Projecten die problemen in Oost-Nederland oplossen of inspelen op de
regionale economische potenties komen de BV Nederland als geheel ten
goede.
Wij willen dit graag illusteren aan de hand van de volgende
gedachtelijnen:
1. Voorkom een mobiliteitsinfarct in het Oosten
Oost-Nederland krijgt de komende vijftien jaar te maken met een
verdubbeling van de goederenstromen vanuit de mainports naar het
Duitse achterland en verder. Met weg, water en (nieuwe)
railverbindingen zijn er in het Oosten uitstekende kansen voor
multimodale afwikkeling van stromen. Tegelijk zien we rond de
belangrijkste economische kerngebieden i.c. de netwerksteden het
verkeer vastlopen. Enkele cruciale schakels in de infrastructuur
ontbreken. Een en ander betekent dat een infarct dreigt in ook voor de
Randstad vitale verkeersaders. Dotteren en by-passes zijn
onontkoombaar.
2. Reken af met stroperigheid plattelandsvernieuwing
Het Oosten afficheert als ecologische mainport van ons land met
belangrijke nationale parken en landschappen als de Veluwe, het
Salland, het Rivierengebied en de Weerribben. Voor een gezond
evenwicht moet ook in de ontwikkeling van deze mainport geïnvesteerd
worden. Tegelijk constateren we dat de van oudsher belangrijkste
drager van de groene ruimte, de agrarische sector, de afgelopen jaren
klappen heeft gekregen en dat de vernieuwing van het platteland helaas
vaak blijft steken in fraaie plannen zonder samenhang en zonder
adequaat financieel perspectief. Naar analogie van het grote
stedenbeleid vinden wij dat op rijksniveau ook plattelandsvernieuwing
integrale aandacht zou moeten krijgen, bijvoorbeeld door hier
expliciet een van de bewindslieden mee te belasten. Overigens wil de
regio zelf een nadrukkelijke rol spelen in de beleidsvoorbereiding en
uitvoering. De sociale en economische vitaliteit van kleine kernen is
voor ons een belangrijke ingang.
3. Investeer ook in leefbaarheid en veiligheid buiten de Randstad
Maar niet alleen het platteland vraagt om een efficiëntere aanpak. Ook
binnen de (middelgrote) steden in Oost-Nederland is behoefte aan het
vergroten van de vitaliteit en de leefbaarheid. Wij denken
bijvoorbeeld aan het upgraden van de stedelijke centra en
stationsgebieden. Het Oosten kent veel en verhoudingsgewijs grote,
verouderde bedrijventerreinen. Met de modernisering daarvan zijn grote
investeringen gemoeid. Dat geldt ook voor het verplaatsen van
gevaarlijke en milieuhinderlijke bedrijven of spoorwegemplacementen
uit binnensteden en oude wijken. Experimenten met sociale vernieuwing
op locaal niveau worden ondersteund via provinciaal stedenbeleid. Het
voorzieningenniveau van centrumgemeenten in relatie tot het ommeland
vraagt extra aandacht. Wij pleiten voor een continuering van het
GSB-beleid met de mogelijkheid om middelen ook breder in stedelijke
netwerken in te zetten.
4. Stimuleer kennistransfer naar het bedrijfsleven
Een van de leidende thema's in de Verkenning Economische
Structuurversterking is terecht kennisinfrastructuur. Het Oosten wil
het profiel van opkomende kennisregio versterken via investeringen in
de samenwerking tussen de drie universiteiten (Nijmegen, Enschede en
Wageningen; het NEW-triangle) en vooral in de kennistransfer van deze
instellingen naar het bedrijfsleven. Met steun van de regionale
overheden zijn marktrijpe technieken ontwikkeld op het vlak van
biomedische kennis, voedselveiligheid en slimme logistiek. Een
financiële injectie van rijkszijde in het NEW-triangle werkt als
hefboom voor investeringen vanuit de markt en creëert extra
arbeidsplaatsen in kennisintensieve sectoren en startende
ondernemingen.
5. Laat Europese samenwerking werken in de grensregio's
Evenals het Zuiden kan het Oosten de komende jaren haar gidsfunctie
voor wat betreft Europese samenwerking gaan uitbouwen. We denken
hierbij aan experimenten met een euregionale arbeidsmarkt, een midden-
en klein bedrijf dat zich nadrukkelijk op Noordrijn-Westfalen en
Nedersaksen oriënteert, de realisering van grensoverschrijdende
bedrijventerreinen, maar ook aan een ecologische structuur die natuur
aan weerszijde van de grens verbindt. In de meeste gevallen gaat het
hierbij niet primair om grote investeringen, maar meer om de intentie
Europees te denken en niet verstrikt te raken in een web van nationale
regelgeving. Gelderland en Overijssel hebben inmiddels expertise op
dit vlak die wij graag inbrengen.
Ambities en ideeën om op landsdelig niveau afspraken te maken over inhoud en investeringen zijn er nadrukkelijk. Wij gaan er van uit dat nog dit jaar een finaal regioconvenant kan worden afgesloten met het nieuwe Kabinet. Het nationaal belang vindt hier zijn landsdelige vertaling. Wij zouden het zeer op prijs stellen als u deze overweging bij uw werkzaamheden voor een nieuw Kabinet wilt betrekken.
kopie:
- Voorzitters van alle Tweede Kamerfracties
Oost-Nederlandse Kamerleden
SG-AZ, dhr. drs. W. Kuijken
SG-BZK dhr. drs. J.W. Holtslag
SG-EZ dhr. drs. J.W. Oosterwijk
Wensenlijst Landsdeel Oost aan informateur Donner
Gedeputeerde Bennink geeft startsein voor restauratie steenfabriek
Flora in laagveengebied in kaart gebracht
Informatieavond ruimte voor de rivier
Iedere woensdag spreekuur in milieucentrum Deventer
Jaarlijks 204.000 beschikbaar voor veiligheid
Bijeenkomst Stedelijke Vernieuwing 13 - 6 vervalt
Reggevisie binnen plan landinrichting Rijssen ter inzage
Nieuwe commissaris Geert Jan Jansen wil provincie met smoel "Duidelijk keuzes maken. En keuzes duidelijk maken"
© 14-06-2002 Provincie Overijssel