Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2002/3934
datum
04-06-2002
onderwerp
Voorstellen Europese Commissie inzake Gemeenschappelijk Visserijbeleid
TRC 2002/5033
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de voorstellen van de Europese Commissie inzake de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid toekomen. Deze voorstellen zijn door de Europese Commissie dinsdag 28 mei aangenomen en zullen door Commissaris Fischler worden gepresenteerd tijdens de Visserijraad te Luxemburg op 11 juni a.s. Hoewel de voorstellen nog verder inhoudelijk bestudeerd moeten worden, wil ik u vanwege de actualiteit een eerste reactie op de voorstellen geven. Spoedheidshalve is de Engelstalige versie van de mededeling van de EU over de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid bijgevoegd. De Nederlandse vertaling is nog niet beschikbaar.
datum
04-06-2002
kenmerk
Viss. 2002/3934
bijlage
Zoals reeds meegedeeld in de u toegezonden geannoteerde agenda van de
Visserijraad zal Commissaris Fischler zijn plannen presenteren en
toelichten en is een oriënterend debat in de Visserijraad niet
voorzien. Naar verwachting zal een aantal lidstaten een eerste reactie
geven op de voorstellen. Ik zal in dat geval reageren in
overeenstemming met het aan de Tweede Kamer in september 2001
toegezonden Nederlandse memorandum over het eerder door de Europese
Commissie gepresenteerde Groenboek over de toekomst van het
gemeenschappelijk visserijbeleid (21501-17 nr. 114). In oktober zal in
de Visserijraad het inhoudelijke politieke debat voor de eerste maal
worden gevoerd.
Op hoofdlijnen beantwoorden de voorstellen aan de opvattingen in
voornoemd memorandum. Het betreft met name de nadruk die gelegd wordt
op:
* het duurzame meerjarig beheer van visbestanden;
* een nieuwe aanpak van het vlootbeleid;
* de aandacht voor controle en handhaving;
* de aanpassing van het steuninstrumentarium;
* het vergroten van de betrokkenheid van belanghebbenden bij de
ontwikkeling en uitvoering van het visserijbeleid;
* het versterken van de wetenschappelijke basis van het
visserijbeleid;
* het aanbrengen van meer economische prikkels in het visstandbeheer
en vlootbeleid;
* het in het externe beleid van de EU versterken van de
wetenschappelijke onderbouwing van visserijovereenkomsten met
derde landen en het opbouwen van een duurzame ontwikkelingsrelatie
op visserijgebied.
Het door de Commissie voorgestane vlootbeleid komt in essentie
tegemoet aan de wensen van Nederland. Niet langer worden jaarlijks
verplichte reductiepercentages voor de vloot vastgesteld. Sturend
wordt de toegelaten visserij-inspanning, die afhankelijk is van de
bestandssituatie. Daar waar de toegelaten visserij-inspanning voor
ondernemers economisch niet langer aantrekkelijk is bieden de
voorstellen een kader voor vrijwillige sanering. Voor Nederland is het
derhalve ook van groot belang de uitwerking van herstelplannen en
technische maatregelen waarin de visserij-inspanning wordt
gereguleerd, nauwlettend in de gaten te houden. De maatregelen zullen
uiteindelijk de feitelijke omvang van de vloot beperken. Nederland
heeft altijd voor gepleit voor een grotere rol van het instrument
visserij-inspanning en een minder rigide vlootbeleid.
Een aantal aspecten van de voorstellen verdienen een kritische
benadering. Dit betreft onder meer:
* een aantal bevoegdheden die de Europese Commissie op het terrein
van bijvoorbeeld het visstandbeheer en de controle, inspectie en
handhaving naar zich toetrekt;
* het ontbreken van een multisoortenbenadering in het
visstandbeheer;
* de regulering van de toegang tot de Noordzee. Op basis van de
toetredingsverdragen krijgen Spanje en Portugal per 1 januari 2003
vrije toegang tot de Noordzee. Dit wordt in de
Commissievoorstellen nog eens benadrukt. Vanaf die datum kunnen
Spanje en Portugal vrij op ongequoteerde soorten vissen. Ik mis in
het voorstel waarborgen voor een zorgvuldige inpassing van deze
visserij, waarbij rekening gehouden wordt met bijvangst van
gequoteerde soorten en het uitgangspunt van relatieve stabiliteit;
* de verruiming van de bevoegdheden voor lidstaten tot het nemen van
noodmaat-regelen;
* de uitwerking van de regionale adviesorganen.
De visserijsector en maatschappelijke organisaties zullen in verband
met de verdere voorbereiding van het Nederlands standpunt op korte
termijn worden uitgenodigd hun opvattingen over de
hervormingsvoorstellen kenbaar te maken. U zult voorafgaand aan de
Visserijraad van oktober worden geïnformeerd over het Nederlands
standpunt.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Bijlage:
Voorstellen van de Europese Commissie inzake de hervorming van het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid (PDF-formaat, 223 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02180.htm
.
(Engelstalige versie)
---