European Commission

IP/02/806

Brussel, 3 juni 2002

Commissie verwelkomt nieuw beleid van de UEFA inzake de verkoop van de mediarechten op de Champions League

De Europese Commissie is voornemens de nieuwe ontwerp-regels van de UEFA, de Europese regelgevende instantie voor het voetbal, inzake de verkoop van de uitzendrechten en andere mediarechten op de Champions League goed te keuren. De Commissie had bezwaar gemaakt tegen de huidige regels, die ter goedkeuring waren aangemeld, omdat de concurrentie wordt beperkt wanneer een groep mensen de krachten bundelt om een bepaald product te verkopen. De regels vervalsten de concurrentie tussen omroeporganisaties, werkten concentratie van de media in de hand en stonden de ontwikkeling van sportdiensten via internet en de nieuwe generatie mobiele telefoons in de weg door de toegang tot belangrijke inhoud te verbieden, hetgeen niet in het belang is van de supporters en de consumenten in het algemeen. De nieuwe ontwerp-regels van de UEFA zullen de mediarechten op de Champions League binnen het bereik brengen van aanbieders van internetinhoud en UMTS-exploitanten, alsmede een groter aantal televisie- en radio-omroepen. In plaats van de rechten gebundeld aan slechts één omroeporganisatie per land te verkopen, zal de UEFA de rechten in verschillende pakketten voor kortere perioden verkopen, en individuele voetbalclubs zullen sommige van de rechten ook zelf bij hun achterban kunnen exploiteren.

De bestaande regels waarbij één omroeporganisatie alles krijgt voor een lange periode, konden niet worden vrijgesteld omdat zij de concurrentie tussen omroeporganisaties - die sport absoluut nodig hebben - vervalsten, aldus Mario Monti, lid van de Commissie en belast met concurrentie.

De gevonden oplossing zorgt voor een breder en gevarieerder aanbod van voetbal in de Europese Unie. De clubs kunnen sommige van de rechten zelf gaan exploiteren en er zal een impuls worden gegeven aan nieuwe mediamarkten zoals internet en UMTS-diensten. Tegelijkertijd kan de UEFA, door sommige rechten centraal te blijven verkopen, het door haar gecreëerde succesvolle merk Champions League blijven exploiteren, terwijl de financiële solidariteit in de sport wordt gewaarborgd.

Kortom, het voorstel van de UEFA is goed nieuws voor clubs, omroepen en supporters. Het getuigt van het vermogen van de Commissie om met de bestaande juridische instrumenten een evenwichtige oplossing te vinden in zaken die met sport verband houden, zodat zowel de sport als de concurrentie kunnen floreren, hetgeen de Europese consument ten goede komt, aldus de heer Monti.

Door de UEFA aangemelde regels

De UEFA (Union des Associations Européennes de Football) heeft haar regels inzake de gezamenlijke verkoop van de commerciële rechten(1) op de UEFA Champions League in 1999 ter toetsing aan de concurrentieregels van de Europese Unie bij de Commissie aangemeld.

Tot nu toe heeft de UEFA alle televisierechten op de eindrondes van de UEFA Champions League namens de deelnemende clubs verkocht. Het ging om exclusieve rechten die voor perioden tot vier jaar gebundeld werden verkocht aan één zender in elke lidstaat, doorgaans een gratis televisiezender die sommige rechten aan een betaalzender doorverkoopt. Een van de nadelen van dit systeem is dat van sommige rechten, waaronder rechtstreekse uitzendingen, geen gebruik werd gemaakt. De clubs en wellicht anderen, zoals regionale televisiezenders of kleine pay-per-view-zenders, zouden graag van deze rechten gebruik maken.

De gezamenlijke verkoop van exclusieve rechten in de sportsector of in welke andere sector dan ook beperkt de concurrentie omdat de productie en de prijsconcurrentie worden beperkt. Dit standpunt zijn ook verschillende nationale mededingingsautoriteiten toegedaan.

De gezamenlijke verkoop van de televisierechten op voetbalwedstrijden kan dus alleen worden toegestaan indien dit de consument ten goede komt en indien wordt gezorgd voor bepaalde waarborgen overeenkomstig artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag. Overeenkomstig dit artikel kan de Commissie toestemming geven voor concurrentiebeperkende overeenkomsten die "bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt".

Een gevolg van gezamenlijke verkoop is dat alleen grotere mediaconcerns zich de aankoop en exploitatie van de gebundelde rechten kunnen veroorloven. Het gaat hierbij doorgaans om dominante zenders. Dit leidt er ook toe dat niet wordt voldaan aan de vraag van zenders die niet in staat zijn om de rechten te verwerven, en dat het gebruik van nieuwe technologieën kan worden vertraagd omdat de partijen minder geneigd zouden zijn om bij voetbaluitzendingen nieuwe wegen in te slaan voor geluids- en beeldtransmissie.

Na een zorgvuldig onderzoek van de uitzendregels voor de UEFA Champions League heeft de Commissie op 19 juli 2001 een mededeling van punten van bezwaar aan de UEFA toegezonden waarin de UEFA formeel werd gewaarschuwd dat de gezamenlijke verkoopregeling in de oorspronkelijke vorm niet zou worden goedgekeurd.

Door de UEFA voorgestelde oplossing

De nieuwe gezamenlijke verkoopregeling van de UEFA (waarvan alle bijzonderheden in een later stadium op de website van de UEFA zullen worden bekendgemaakt) gaat in het voetbalseizoen 2003/2004 in en kan als volgt worden samengevat:

* de UEFA zal de rechten op rechtstreekse uitzending van de belangrijkste wedstrijden op dinsdag en woensdag blijven verkopen. Bij het begin van de Champions League, d.w.z. de eindronde, die na de voorronden met 32 clubs van start gaat, zal de UEFA de "gouden wedstrijd", bijvoorbeeld de wedstrijd Roma-Real Madrid, aan een televisiezender in Spanje en Italië kunnen verkopen. Indien de UEFA er niet in is geslaagd de rechten op sommige van de andere op die dinsdag gespeelde wedstrijden (normaliter zijn er aan het begin van het seizoen in totaal 8 wedstrijden per speeldag) aan een andere zender te verkopen, zullen de betrokken clubs de gelegenheid krijgen de rechten op hun wedstrijd afzonderlijk te verkopen. Dit betekent dat Arsenal en Liverpool, als zij op dezelfde dag spelen, de rechten zelf in Spanje en Italië kunnen verkopen indien de UEFA hierin niet is geslaagd.
* In tegenstelling tot de huidige situatie zullen alle mediarechten op de markt komen, ook die welke tot nu toe niet werden geëxploiteerd, zoals de internet en UMTS-rechten. Dit is een gunstige ontwikkeling voor telecommunicatie-exploitanten, die momenteel de derde generatie mobiele telefoons produceren.
* Na middernacht op donderdag mogen de individuele voetbalclubs de niet-rechtstreekse uitzendrechten exploiteren om hun supporters beter van dienst te kunnen zijn.

* Het voorstel houdt in dat de UEFA alle mediarechten heeft opgesplitst in 14 kleinere pakketten, waarvan sommige alleen door de UEFA en andere door de UEFA en de individuele clubs samen worden geëxploiteerd.

* De UEFA zal de mediarechten voor een periode van ten hoogste drie jaar toekennen via een openbare aanbestedingsprocedure waarbij alle zenders de kans krijgen een bod te doen.

De Commissie kan voorlopig akkoord gaan met de door de UEFA voorgestelde wijzigingen. Voordat zij het voorstel echter definitief goedkeurt, wil de Commissie derden de gelegenheid geven opmerkingen te maken. Daartoe zal de komende weken in het Publicatieblad van de EU een bekendmaking worden gepubliceerd waarin de nieuwe regeling wordt beschreven, en zullen derden worden verzocht hun opmerkingen over de nieuwe regeling aan de Commissie kenbaar te maken. Afhankelijk van het resultaat van deze raadpleging van de markt zullen de diensten van de Commissie de goedkeuring voorstellen van een beschikking waarbij formeel ontheffing wordt verleend overeenkomstig artikel 81, lid 3, van het Verdrag.

Achtergrond

Dit is het meest recente in een reeks gevallen die aantonen dat wij rekening kunnen houden met het specifieke karakter van sport en tegelijkertijd kunnen optreden om voor eerlijke concurrentie te zorgen.

De Commissie heeft vorig jaar haar goedkeuring gehecht aan de uitzendregels van de UEFA, op grond waarvan de nationale voetbalbonden uitzendingen van voetbalwedstrijden op televisie gedurende 2,5 uur op zaterdag dan wel op zondag kunnen verbieden ter bescherming van het aantal toeschouwers in het stadion en de beoefening van de sport door amateurs. Dit was mogelijk nadat was gezorgd voor een beter evenwicht tussen de belangen van de omroeporganisaties, die maximaal gebruik willen maken van de rechten waarvoor ze hebben betaald, en de belangen van de clubs, die hun recettes willen beschermen.

In een ander geval dat veel publiciteit kreeg, heeft de Commissie vorig jaar met succes de discussies met de FIFA en de UEFA afgerond over de regels inzake transfers van spelers binnen de EU, waarover een hoogoplopend geschil was ontstaan tussen de spelersvakbonden en de FIFA.

De Commissie heeft vorig jaar eveneens haar langdurige onderzoek naar de regels betreffende de FIA en de commerciële overeenkomsten inzake het wereldkampioenschap Formule 1 afgesloten. De bedoeling was niet de rol van de FIA als regelgevende instantie in deze sport te betwisten, maar bepaalde belangenconflicten te voorkomen en oneerlijke beperkingen voor onder meer omroeporganisaties en circuiteigenaars weg te nemen.

In deze en andere gevallen heeft de Commissie haar optreden, dat altijd plaatsvond naar aanleiding van klachten of omdat sportorganisaties juridische zekerheid wensten te verkrijgen, beperkt tot de commerciële en andere aspecten van sport die in strijd waren met het EG-Verdrag. Ook bij het toepassen van de verdragsbepalingen heeft de Commissie veel begrip getoond voor het bijzondere karakter van sport en de culturele en sociale rol die sport in de Europese samenleving vervult.

(1)
televisie-uitzendrechten (radio-uitzendrechten en toegangsbewijzen worden door de individuele thuisspelende clubs verkocht), sponsorrechten, leveranciersrechten, licentierechten en intellectuele eigendomsrechten.