Vlaamse overheid
Op 9 maart 2001 werd het decreet tot regeling van de
vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van
de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van
één of meerdere diersoorten, door het Vlaams Parlement
goedgekeurd. Op 1 mei 2001 ging de eerste
inschrijfperiode inzake de varkensafbouw van start.
Gedurende twee maanden konden varkenshouders met een
geldige milieuvergunning een aanvraag indienen voor
een vergoeding voor het stoppen van hun
varkenshouderij.
De eerste inschrijfperiode kende een groot succes: 881
aanvragen werden ingediend. Tot op heden werden 540
dossiers gunstig beslist. Van deze dossiers hebben 506
varkenshouders zich akkoord verklaard met de
vooropgestelde stopzettingsvergoeding. Deze 506
dossiers staan voor een totaalbedrag van 975.548.460
frank voor 12.270 beren en zeugen en 165.119
mestvarkens. Hierdoor de toegekende nutriëntenhalte in
totaal voor 3.168.626 kg stikstof en 1.441.993 kg
fosfor ingekort.
Wegens de uitputting van het voorziene budget konden
geen dossiers meer worden behandeld.
De dossiers die in 2001 niet aan bod kwamen, zullen
als eerste behandeld worden bij de nieuwe
inschrijfperiode en onder dezelfde voorwaarden,
geldend in de eerste inschrijfperiode. De
varkenshouders die vanwege de administratie een
bericht hebben ontvangen dat hun aanvraag in 2001
tijdig werd ingediend maar niet kan worden behandeld
wegens gebrek aan begrotingskredieten, dienen aldus
niets te ondernemen. Hun dossiers zullen door de
administratie automatisch als eerste behandeld worden.
Vandaag, op 3 juni 2002, start de tweede
inschrijfperiode. De aanvraag dient uiterlijk op 3
augustus 2002 per aangetekend schrijven bij de
administratie te zijn ingediend.
Voor de tweede inschrijfperiode wordt voor de
vaststelling van het aantal aanwezige dieren een
bijkomende voorwaarde ingelast.
In de eerste inschrijfperiode 2001 werd de laatste
mestbankaangifte gehanteerd om het aantal aanwezige
dieren vast te stellen. Het stopzettingsdecreet
voorziet de mogelijkheid dat de Vlaamse regering het
aantal aanwezige dieren kan vaststellen op basis van
het register voor de productie van dierlijke mest. Dit
register moet door iedere producent van dierlijke mest
maandelijks worden bijgehouden.
Het gemiddelde van het aantal varkens, vermeld in
voornoemd register, van de vier maanden voorafgaand
aan de maand van de indiening van de aanvraag, zal in
de tweede inschrijfperiode dienen als vaststelling van
het aantal aanwezige te vergoeden dieren.
De administratie zal indien nodig tijdens een
bedrijfsbezoek het aantal varkens controleren. Indien
na controle blijkt dat het door de varkenshouder
opgegeven gemiddelde hoger is dan de werkelijkheid,
dan wordt het aantal te vergoeden varkens beperkt tot
het gemiddelde van het aantal werkelijk aanwezige
varkens van de vier maanden, voorafgaand aan de maand
van de indiening van de aanvraag.
Uiteraard wordt, overeenkomstig het
stopzettingsdecreet, het aantal aanwezige dieren hoe
dan ook beperkt tot de geldige milieuvergunning, de
laatste mestbankaangifte van 15 maart 2002 en de
nutriëntenhalte.
Geïntereseerde varkenshouders kunnen alvast een
aanvraagformulier aanvragen en indienen bij de ALT
ADMINISTRATIE LAND- EN TUINBOUW
Afdeling Land- en Tuinbouwondersteuningsbeleid
Cel varkensafbouw
Leuvenseplein 4 (3de verdieping)
1000 BRUSSEL
miranda.vanderkelen@ewbl.vlaanderen.be
jean.deneef@ewbl.vlaanderen.be
tel 02 553 63 19
fax 02 553 63 05
info : Ann Bats, woordvoerder van
minister Dua - tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be
---