Gemeente Enkhuizen

RAADSNOTULEN

Enkhuizen, 4 juni 2002.

Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 4 juni 2002 te 20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.

Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Raadsgriffier: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.

Aanwezig 16 leden, namelijk: de dames

E.F. Dangermond-Hilderink
(Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) en
mr. P.C.E. de Munnik-Blank (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie),

de heren

C.H. Boland
(Democraten66),
N.P. Dol (Verenigd Links/GroenLinks),
J. Domburg (Partij van de Arbeid),
H. van Doornik (Christen-Democratisch Appel),
J. Franx (Nieuw Enkhuizen),
Th. de Geus (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij), J. Hart (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang),
K. Kooiman (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij), H. Langbroek (Nieuw Enkhuizen),
J. van Oostende (Partij van de Arbeid),
W. Rieuwerts (Verenigd Links/GroenLinks).
G. van der Steeg (Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang), drs. J.S. Tesselaar (Nieuw Enkhuizen) en
K.P. van der Veen (Partij van de Arbeid).

Met kennisgeving afwezig


1 lid, namelijk
de heer D. Wiersma (Christen-Democratisch Appel).

Tevens zijn aanwezig: de wethouders

H.F.P. Bode
(Partij van de Arbeid),
F.C. Jans (Nieuw Enkhuizen) en
D. van Pijkeren (ChristenUnie/Staatkundig-Gereformeerde Partij).

Agenda Voorstel

1 Opening

2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen
3 Definitieve vaststelling agenda.

4 Verslag van de raadsvergadering van 2 april 2002
5 Ingekomen stukken en mededelingen. 66

6 Drank- en horecaverordening Enkhuizen 2002. 34
7 Renovatie hoofdtribune vv `Dindua'. 54

8 Vaststelling Reglement van orde voor de raad van Enkhuizen 2002 55
9 Vaststelling Verordening op de raadscommissies 60
10. Benoemingen in commissies 64
10a. Overvest.
10b. Rokerijhuisjes

11 Rondvraag.

12 Sluiting.


1. Opening.


De voorzitter
opent de vergadering en heet eenieder van harte welkom.

Mededelingen (a).

De heer Van Doornik
(cda) leest het volgende briefje van de heer Wiersma voor.

`Voorzitter, dames en heren,
Zowel mijn vrouw als ikzelf zijn nu weer thuis na het auto-ongeluk dat ons op 13 mei trof. Wij zijn blij dat wij er met betrekkelijk geringe verwondingen af zijn gekomen. Bovendien zullen wij hiervan geen blijvend letsel overhouden, althans zoals de situatie zich nu laat aanzien.
Wij werken nu aan onze revalidatie en zullen ons de komende maanden derhalve nog een beetje gebrekkig door Enkhuizen kunnen bewegen.
Gaarne willen wij van deze gelegenheid gebruik maken om het college, de raad, het mt en de ambtenaren voor hun getoonde belangstelling en blijken van medeleven te bedanken, ook met betrekking tot ons 40-jarig huwelijksjubileum. Alles draagt erg bij aan een voorspoedig herstel.
Wij wensen u een aangename en vruchtbare vergadering toe en hopen spoedig hieraan weer actief deel te kunnen hebben. Met vriendelijke groet, Dirk Wiersma en echtgenote.'

De voorzitter
stelt voor de heer en mevrouw Wiersma hartelijk te groeten. De heer Wiersma is zelfs al in de tuin en de stad gesignaleerd. Aangenomen mag dan ook worden dat deze na een passende periode van revalidatie redelijk snel weer aan het raadswerk zal kunnen deelnemen.

Spreker doet hierna de volgende mededelingen.

· Tijdens de brand die enkele jaren geleden in het gebouw van openbare werken woedde, werd het schilderij `Het Grootslag' ernstig beschadigd. Door middel van een ingrijpende restauratie is het weer in oude luister hersteld. Het schilderij hangt nu voorlopig in de raadzaal, naast de deur naar de burgemeesterskamer.

· Hij attendeert vervolgens op de brief, de dato 31 mei 2002, van het raadspresidium. In dat stuk is naar aanleiding van de eerste bijeenkomst van het presidium een aantal punten aangestipt. Eén daarvan verdient het apart te worden genoemd.

`Agenda raadsvergadering 4 juni
. . . Tevens heeft het Presidium er geen bezwaar tegen dat de wethouders, tot het moment van definitieve ingebruikneming van de "nieuw ingerichte raadszaal", zitting blijven nemen aan de raadstafel. Wel dienen zij zich te gedragen volgens de regels van het dualisme en dus alleen maar te spreken als zij hier via de voorzitter van uw raad toe worden uitgenodigd.'

De tot nu gebruikelijke opstelling - de wethouders zitten langs de muur of wachten in hun kamer tot zij worden gevraagd aan de beraadslagingen deel te nemen - is nogal onhandig.

Met het oog op de nieuwe indeling van de raadzaal is aan de fractievoorzitters, of hun vervang(st)ers, gevraagd na afloop van deze raadsvergadering nog even te blijven zitten om kennis te nemen van de ideeën die tot nu toe naar voren zijn gekomen en daarover van gedachten te wisselen.

· De heer Boland heeft gevraagd na afloop van deze vergadering in een besloten zitting over De Nieuwe Doelen te mogen spreken. Over dat onderwerp heeft de raad enige vertrouwelijke stukken gekregen. Kan de raad hiermee instemmen? Ja, is het geval.

De heer De Geus
(cu/sgp) verwijst naar de volgende passage in de brief van het raadspresidium.

`Uitnodiging gesprek gedeputeerde Meijdam
Het Presidium stemt, zij het niet van harte, in met de datum en het tijdstip van dit gesprek. Het belang echter hiervan wordt voorop gesteld.'

Hem is niet bekend op welke datum wordt gedoeld en ook degenen aan wie hij daarnaar heeft gevraagd, zijn het antwoord schuldig gebleven.

De voorzitter
excuseert zich voor deze omissie. Het gaat om vrijdag 21 juni en het tijdstip is 13.00 uur. Weliswaar een bijzonder ongelukkig moment, maar de volle agenda van heer Meijdam laat geen andere keus. Hopelijk is het mogelijk per fractie ten minste één vertegenwoordig(st)er bij het gesprek met de heer Meijdam aanwezig te laten zijn.

De heer Van Doornik
(cda) refereert eveneens aan de brief van het presidium.

`Politiek document -> collegeprogramma
Zowel binnen het college als het managementteam wordt hard gewerkt aan de totstandkoming van het collegeprogramma. Er wordt naar gestreefd dat u in uw commissievergadering van september uw mening hierover kunt geven.'

Volgens hem is afgesproken dat het programma vóór de zomervakantie zal worden gepresenteerd.

De voorzitter
corrigeert de heer Van Doornik met de opmerking dat de intèntie daartoe is uitgesproken. Die zou naar het college worden teruggekoppeld om de haalbaarheid daarvan te kunnen beoordelen. Hedenochtend is hierover de eerste inhoudelijke discussie gevoerd die in de komende weken zal worden voortgezet. Aangezien het de bedoeling is het uitgewerkte politieke document onder andere aan tijdschema's, werkplannen en begroting te koppelen, zal het stuk pas ná de zomervakantie worden aangeboden.

De heer Dol
(vl/gl) reageert allereerst op het punt `Uitnodiging gesprek gedeputeerde Meijdam'. De gehele fractie van Verenigd Links/groenlinks zal wegens beroepsmatige werkzaamheden op vrijdagmiddag 21 juni niet aanwezig kunnen zijn. Kennelijk wenst de gedeputeerde daarmee geen rekening te houden en dat getuigt van minachting voor de raadsleden. Welnu, die minachting is nu wederzijds! Hopelijk wil de voorzitter deze opvatting aan de heer Meijdam overbrengen.

In het schrijven van het presidium wordt ook het volgende onderwerp aangesneden.

`Referendumcommissie
. . . Het Presidium is van mening, dat gelet op de zuiverheid van procedures, deze werkgroep zich niet met bovenstaande gaat bezighouden en stelt u dan ook voor om uit uw midden een commissie van 3 man te benoemen die uw raad hierover adviseert.'

Die benoemingen kunnen het beste bij agendapunt 10, Benoemingen in commissies, plaatsvinden.

De voorzitter
zal het gevoelen van de heer Dol aan de heer Meijdam overbrengen.

De goede suggestie de referendumcommissie bij agendapunt 10 te formeren, wordt door de gemeenteraad overgenomen.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) maakt bezwaar tegen de gedachte de referendumcommissie uit drie màn te laten bestaan. Het woord `man' dient te worden vervangen door `personen'.

De voorzitter
distilleert hieruit dat mevrouw Dangermond zich kandidaat stelt!

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd): Ja.


2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.

De voorzitter
trekt penning nummer 5 uit het mandje, waarna de griffier meedeelt dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Langbroek.


3. Definitieve vaststelling agenda.

De heer Dol
(vl/gl) heeft over zowel Overvest als de rokerijhuisjes een brief aan de gemeente gestuurd. Weliswaar is de laatste brief beantwoord, maar hij verzoekt toch béíde onderwerpen aan de raadsagenda toe te voegen.

De heer Tesselaar
(ne) voelt niet veel voor de gedachte Overvest opnieuw te bespreken; de vorige keer is dat immers uitvoerig gebeurd, zij het dat de heer Dol toen afwezig was.

De heer Dol
(vl/gl) handhaaft zijn voorstel.

De voorzitter
merkt op dat in het duale stelsel dergelijke voorstellen behoren te worden gehonoreerd. Aan de raadsagenda worden de punten 10a en 10b toegevoegd, respectievelijk Overvest en de voormalige rokerijhuisjes.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen, hierna de agenda definitief vastgesteld.


4. Verslag van de raadsvergadering van 2 april 2002.
De heer Van Doornik
(cda) spreekt naar aanleiding van de eerste mededeling zoals op bladzijde 3 is weergegeven. Welke inspanningen heeft dit college zich getroost om in het dagelijks bestuur van het sow de portefeuille recreatieschap binnen te halen? In dit verband moet worden gedacht aan mogelijk toekomstige ontwikkelingen op en rond het Enkhuizer Zand.

De voorzitter
geeft het volgende antwoord. In het db zijn vier zetels te verdelen. Bij de bezetting daarvan wordt een zekere regionale spreiding gehanteerd. De vraag of Enkhuizen voor een zetel belangstelling heeft, is in relatie gebracht met het voorzitterschap van Op/maat. Spreker heeft zich voor die functie kandidaat gesteld en hoopt morgen als zodanig te worden benoemd. In dit licht heeft hij afgezien van de mogelijkheid zich ook kandidaat te stellen voor een zetel in het dagelijks bestuur van het sow - momenteel zijn er al meer kandidaten dan zetels - en is niet de afweging gemaakt waarop de heer Van Doornik doelt. Op dit moment is de heer Haanstra, burgemeester van een buurgemeente, kandidaat voor een db-zetel.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) acht de kandidatuur van de heer Haanstra opmerkelijk. Zij heeft begrepen dat deze over ruim een jaar het burgemeestersambt zal neerleggen, zelfs als de gemeentelijke herindeling van West-Friesland nog niet is afgerond. Kan de heer Haanstra dan toch lid van het sow blijven?

De voorzitter
weet dat de heer Haanstra momenteel waarnemend burgemeester is en voor zover zijn informatie strekt zal deze tot de herindeling in functie zal blijven. Als de herindeling tot minder gemeenten leidt, zullen nieuwe gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden. Naar aanleiding daarvan wordt de gemeenschappelijke regeling herzien en moet vervolgens een nieuwe bestuurssamenstelling tot stand komen.

De heer Van der Steeg
(le/eb) wil graag weten hoe deze gemeenteraad wordt geïnformeerd over de zaken die in het sow spelen.

De voorzitter
antwoordt dat alle relevante informatie in de raadscommissie bof wordt gegeven en verder worden alle sow-stukken in de leesmap ter inzage gelegd.

De heer Van der Veen
(pvda) belicht dat in de laatste drie regels op bladzijde 3 een verzoek van de postduivenvereniging `De Luchtpost' en het daarop betrekking hebbende voorstel van b&w zijn vermeld. Burgemeester en wethouders hebben voorgesteld het verzoek van de postduivenvereniging in commissieverband te behandelen en hiermee is de raad akkoord gegaan. Nadien is gebleken dat de postduivenvereniging een antwoord van de gemeente heeft gehad vóórdat het desbetreffende verzoek in commissieverband is behandeld; een vreemde gang van zaken!

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp) is bekend dat al in de vorige zittingsperiode overleg met de postduivenvereniging heeft plaatsgevonden. Ook spreker heeft inmiddels met een bestuurslid van die vereniging gesproken. De kern van de problematiek wordt gevormd door het feit dat in het subsidiebeleid van de gemeente een onderscheid wordt gemaakt tussen verenigingen die tot doel hebben mènsen te laten sporten en verenigingen die zich in wezen op dieren richten, zoals postduiven en honden. In die zin is een antwoord aan de postduivenvereniging gestuurd.

De heer Van der Veen
(pvda) laat weten met deze situatie nog steeds niet helemaal gelukkig te zijn, omdat in de brief van de postduivenvereniging méér dan alleen subsidie aan de orde wordt gesteld, te weten rechtsongelijkheid waar het de erfpachtsituatie betreft.

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp) lijkt het verstandig de brief van de postduivenvereniging plus het antwoord van de gemeente alsnog in de commissie aan de orde te stellen. Hij zal daarvoor zorgen.

De heer Boland
(d66) meent dat deze ráád de procedure voor de afhandeling van aan de gemeenteraad gerichte brieven vaststelt. Welnu, als de raad besluit een ingekomen stuk in de commissie te behandelen, kan pas daarná een antwoord worden verstuurd en niet eerder.

De voorzitter
: U hebt volkomen gelijk.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het verslag van de op dinsdag 2 april 2002 gehouden raadsvergadering conform het ontwerp vastgesteld.


5. Ingekomen stukken en mededelingen.
(Voorstel nummer 66, 2002.)


1. Afschrift van een open brief van de gezamenlijke actiegroepen van Hoorn en omstreken te Schellinkhout aan de leden van provinciale staten van Noord-Holland met betrekking tot het herindelingsontwerp West-Friesland.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit ingekomen stuk, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, voor kennisgeving aangenomen.


2. Kopie van de brief, de dato 27 april 2002, aan ons college van S. Coscun te Enkhuizen met betrekking tot het houden van culturele feesten in het nieuwe wijkcentrum `De Witte Duif'.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

De heer De Geus
(cu/sgp) kenschetst het collegevoorstel als `wel heel kort door de bocht'. De cu/sgp-fractie lijkt het slim dit stuk in de daarvoor in aanmerking komende commissie te bespreken. Dan kan tevens worden toegelicht waarom iets al dan niet mogelijk is, want de inhoud van de brief geeft reden tot zorg. In ieder geval moet een degelijk antwoord worden geformuleerd.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) behoeft weinig aan de woorden van de heer De Geus toe te voegen. Ook hij was enigszins verbaasd over de brief. Hij verzoekt vóór de commissievergadering waarin de brief zal worden besproken schriftelijk te verklaren waarom het gevraagde niet meer is toegestaan.

De heer Van der Veen
(pvda) onderschrijft hetgeen de vorige sprekers hebben gezegd. Bovendien kan het nooit zo zijn dat een brief met een verzoek voor kennisgeving wordt aangenomen.

De voorzitter
concludeert dat ingekomen stuk nummer 2 plus een eventueel conceptantwoord en/of toelichting voor de daarvoor passende commissie zullen worden geagendeerd.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


3. Kopie van de brief, de dato 8 mei 2002, aan ons college van Philadelphiazorg te Enkhuizen met betrekking tot de participatie in het goed-project.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk bij de verdere ontwikkelingen rond de locatie Meeuwenlaan te betrekken.

Mededelingen (b).

De heer Van der Steeg
(le/eb) brengt naar voren dat een brief van mevrouw Helma Lok niet op de lijst van ingekomen stukken is vermeld. Wat wordt met dat schrijven gedaan?

De voorzitter
begrijpt dat de heer Van der Steeg op de brief over de 4 en 5 mei-activiteiten doelt. Hij stelt voor dat stuk te betrekken bij de evaluatie van het afgelopen jaar en de voorbereidingen van de activiteiten in de komende jaren.

De heer Dol
(vl/gl) haakt hierop in met het tegenvoorstel die brief voor de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie bof te agenderen of in ieder geval ter inzage te leggen, want hij zal naar aanleiding van het meest recente verslag van de commissievergadering op deze zaak terugkomen. In die vergadering zijn op bepaalde vragen geen antwoorden gegeven die hij alsnog wil horen. Het is echter ook mogelijk dat die antwoorden niet in het verslag zijn opgenomen. Hoe dan ook, als de brief van mevrouw Helma Lok op tafel ligt, kan alles in één keer worden behandeld.

De voorzitter
betreurt dat, want in die bijeenkomst, waar de heer Dol niet aanwezig was, werd uitvoerig over één en ander gesproken. Het is echter een goed recht van ieder raadslid te vragen ook die brief in de commissie aan de orde te stellen, dat zal dus gebeuren.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


6. Drank- en horecaverordening Enkhuizen 2002. (Voorstel nummer 34, 2002.)

De heer De Geus
(cu/sgp) memoreert dat hij nog geen reactie op zijn e-mail inzake de leeftijdsgrens heeft gekregen.

Mevrouw De Munnik-Blank
(vvd) zet uiteen dat haar fractie zorgen heeft over de leeftijdsgrens. Het zal lang niet altijd gemakkelijk zijn, zeker niet in een grote discotheek, ervoor te zorgen dat jongeren onder 16 jaar voor een bepaald tijdstip de zaak hebben verlaten.

Verder is in de verordening sprake van een zekere rechtsongelijkheid. Snackbars mogen vóór 12.00 uur geen zwakalcoholische dranken verkopen, terwijl die in een supermarkt en op een terras wel verkrijgbaar zijn.

De voorzitter
beaamt dat de laatste opmerking van mevrouw De Munnik terecht is. In de toekomst zal nog eens goed naar dit onderdeel moeten worden gekeken.

De heer De Geus heeft in zijn e-mail terecht gesteld dat de leeftijdsgrens op 18 jaar is gesteld. De verordening zal dienovereenkomstig worden aangepast. De handhaving van die bepaling is niet eenvoudig. In dit geval is vooral gekeken naar groepen jongeren, vaak scholieren, die van een (charter)schip komen en naar een discotheek willen. Op zich moet dat mogelijk zijn, maar voor minderjarigen geldt dat dan ook een begeleider aanwezig moet zijn. In het geval van scholieren is vrijwel altijd een docent of een andere volwassene die de rol van begeleider vervult. Deze krijgt bij de deur van een discotheek of kroeg te horen dat men kan binnenkomen op voorwaarde dat de club om uiterlijk 24.00 uur de zaak verlaat. Uiteraard kan nooit helemaal worden voorkomen dat een jongere of scholier dit fatale tijdstip overschrijdt. In dat geval biedt het nieuwe regime `veilig uitgaan' de mogelijkheid ná 24.00 uur een legitimatiebewijs te vragen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de aangebrachte correctie, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


7. Renovatie hoofdtribune vv `Dindua'.
(Voorstel nummer 54, 2002.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


8. Vaststelling Reglement van orde voor de raad van Enkhuizen 2002. (Voorstel nummer 55, 2002.)

De voorzitter
roept in herinnering dat de verordening in de vorige raadsvergadering is vastgesteld met de toezegging dat drie discussiepunten later zullen worden geconcretiseerd. In het presidium is over de bewuste punten gesproken en aan de raad meegedeeld hoe daarover wordt gedacht.

De griffier
stipt desgevraagd de drie punten aan.

1. Openbaarheid van ter inzage gelegde stukken, artikel 9.
2. Spreekrecht van burgers, artikel 14, in
a. commissievergaderingen,

b. gemeenteraadsvergaderingen.

3. Instellen vragenrecht raadsleden.

Voorts is nog een principieel punt in het geding. Vanuit de raad is de wens geuit los van het rvo en het presidium een fractievoorzittersoverleg in het leven te roepen.

In overleg met het presidium is zo goed mogelijk aan deze punten tegemoet gekomen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) attendeert op de vragen die de heer Wiersma per e-mail heeft gesteld. Eén daarvan wil hij van harte ondersteunen, en wel de volgende. In het stuk wordt voor de raadsvergaderingen als aanvangstijdstip 19.30 uur genoemd. Gevraagd is dat te vervangen door 20.00 uur.

De griffier
bevestigt dat ook in de nieuwe situatie de raadsvergaderingen om 20.00 uur beginnen, althans dan begint het vragenhalfuurtje, waarna om 20.30 uur de raadsvergadering formeel aanvangt. Dit zal in de verordening worden verwerkt.

De heer Dol
(vl/gl) schetst dat zijn fractie problemen met het eerste punt heeft. Openbare stukken moeten niet alleen op donderdagavond voor het publiek ter inzage worden gelegd, maar ook gedurende de normale openingstijden van het stadskantoor kunnen worden ingezien.

De heer Van der Steeg
(le/eb): ondersteunt namens de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang dit verzoek van harte.

De griffier
belooft dit verzoek intern te zullen bespreken.

De heer Franx
(ne) vestigt de aandacht op artikel 14. Een burger die van het spreekrecht gebruik wil maken, moet dit 48 uur voor de vergadering melden. Dit betekent dat, indien op dinsdagavond wordt vergaderd, men zich op zòndagavond moet aanmelden. Is de griffier dan bereikbaar? De fractie van Nieuw Enkhuizen lijkt het veel beter de oude situatie te handhaven.

De voorzitter
kan de heer Franx volkomen volgen voor zover zijn opmerking de commissievergaderingen betreft. Voor de raadsvergaderingen ligt de zaak echter anders. Niemand is ermee gediend als op een kort vóór of tijdens de raadsvergadering gestelde vraag geen antwoord kan worden gegeven. Misschien is het een goed compromis nu af te spreken dat men 24 uur voor de aanvang van een raadsvergadering moet melden over welk onderwerp men het woord wenst te voeren.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

De heer Dol
(vl/gl) richt zich eveneens op artikel 14. In dit artikel staat niet expliciet dat uitsluitend het woord kan worden gevoerd over onderwerpen die op de agenda staan. Het lijkt hem voor alle duidelijkheid gewenst op te nemen dat niet kan worden gesproken over onderwerpen die vreemd zijn aan de agenda van de vergadering.

De griffier
vermoedt dat de burgers niet de moeite zullen nemen in het rvo na te zoeken wanneer zij waarover het woord kunnen voeren. Hij stelt dan ook voor via de gemeentelijke publicatielijnen aan te geven op welke wijze en welke momenten van het spreekrecht tijdens raads- en commissiebijeenkomsten gebruik kan worden gemaakt.

De voorzitter
voegt hieraan toe dat de heer Müller nog even zal nagaan of en, zo ja, hoe dit punt moet worden aangepast om misbruik te voorkomen.

De heer Hart
(le/eb) verwerpt de gedachte van de secretaris dat burgers zeer waarschijnlijk niet in de gemeentelijke verordeningen, inclusief het rvo, zullen grasduinen. De burgers zijn tegenwoordig heel mondig en zullen zeker in het reglement van orde kijken.

De voorzitter
: En anders zult u vast wel graag een handje helpen!

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezeggingen en gemaakte opmerkingen, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


9. Vaststelling Verordening op de raadscommissies. (Voorstel nummer 60, 2002.)

De heer Boland
(d66) haalt de volgende punten naar voren.

* In artikel 4, dat over de samenstelling van de commissies handelt, wordt gesteld dat de commissieleden op de lijst van `een' fractie moeten staan. Gelet op de in het voorjaar gevoerde discussie moet worden aangegeven dat een commissielid op de lijst dient te staan van de politieke groepering die door het betrokken lid wordt vertegenwoordigd.

* Volgens artikel 14 zal zo mogelijk op de internetsite worden gepubliceerd. De woorden `zo mogelijk' moeten worden geschrapt.
* In artikel 18 staat dat de ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering zo mogelijk aan de leden worden toegezonden. Ook in dit geval moeten de woorden `zo mogelijk' vervallen, want de ontwerpnotulen dienen altijd aan de leden te worden toegestuurd. Even verderop in de tekst zijn de woorden `zo mogelijk' wel op hun plaats, te weten daar waar wordt gezegd dat de ontwerpnotulen van de vorige vergadering zo mogelijk tegelijk met de schriftelijke oproep voor een vergadering zullen worden meegestuurd.

De voorzitter
verenigt zich met deze correcties.

De heer Franx
(ne) verzoekt in artikel 17 de voorgeschreven 48 uur te veranderen in 24 uur, dus analoog aan de aanmeldtermijn die voor de raadsvergaderingen geldt.

De heer Van der Steeg
(le/eb) verzet zich tegen de voorgestelde wijziging van artikel 4. In de vorige bestuursperiode bleek dat afsplitsing van een bestaande raadsfractie als consequentie had dat de nieuw gevormde fractie, in casu Nieuw Enkhuizen, niet aan het commissiewerk kon deelnemen; een onwenselijke situatie. Vandaar dat de le/eb-fractie niet met het voorstel van de heer Boland instemt.

De voorzitter
repliceert dat tijdens de indertijd gevoerde discussie is geconcludeerd dat de kiezers erop moeten kunnen rekenen dat raads- en commissieleden die politieke groeperingen vertegenwoordigen waarop de kiezers hebben gestemd. Als raadsleden tussentijds van partij switchen, kan daar op grond van de wet niets tegen worden gedaan, maar dit geldt niet voor commissieleden.

De heer Van der Steeg
(le/eb): Ook afgesplitste raadsfracties hebben kiezers achter zich. Kortom: de huidige redactie kan ongewijzigd worden vastgesteld.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) illustreert waarom hij het verzoek van de heer Van der Steeg heel goed kan plaatsen. Een fractie die zich tijdens een zittingsperiode wil versterken, splitst zich op en kan zodoende meer steunfracties in het veld brengen! Hoe dan ook, de fractie van Verenigd Links/groenlinks schaart zich achter het voorstel van de heer Boland.

De voorzitter
ziet dat ook de overige fracties met uitzondering van de le/eb-fractie de door de heer Boland voorgestelde redactionele aanpassing steunen, zodat aldus zal worden gehandeld.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) oriënteert zich met betrekking tot artikel 17 op hetgeen de voorzitter daarstraks over het spreekrecht heeft gezegd. Hij wil de 24 uur die de heer Franx zojuist heeft genoemd terugbrengen tot een halfuur vóór de aanvang van een commissievergadering.

Volgens punt 3 van het zelfde artikel kunnen burgers ook het woord voeren over onderwerpen die níét zijn geagendeerd.

De voorzitter
: Zo te zien is iedereen het kennelijk eens met het voorstel de limiet van 24 uur te verkorten tot een halfuur.

Voor wat betreft punt 3 moeten het onderwerpen zijn die beleidsmatig bij de betreffende raadscommissie thuishoren. Mocht hiervan misbruik worden gemaakt, dan zal de commissie ongetwijfeld mans genoeg zijn om grenzen te trekken.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) vervolgt zijn betoog met te verwijzen naar artikel 10, waarin de vergaderfrequentie en -dagen - maandag, dinsdag en woensdag - zijn vermeld. Sinds de raadsvergaderingen op dinsdag worden gehouden, heeft de ervaring geleerd, dat de maandag een extra gelegenheid biedt om de laatste voorbereidingspuntjes op de i te zetten, te meer daar het college op dinsdagochtend vergadert. Kortom: een goede reden om voor te stellen de commissies na de komende zomer te laten vergaderen op dinsdag, woensdag en donderdag.

De voorzitter
: Concreet wordt dus voorgesteld de commissie voor samenlevingszaken op dinsdag, de commissie voor grondgebied op woensdag en de commissie voor bestuur, organisatie en financiën op donderdag te laten vergaderen.

De heer De Geus
(cu/sgp) wist dat de heer Rieuwerts met dit voorstel zou komen. De fractie van de ChristenUnie/sgp heeft hiermee grote problemen. In ieder geval zou de personele bezetting van de commissies drastisch moeten worden veranderd.

De voorzitter
bemerkt dat meerdere fracties de bezwaren van de heer De Geus delen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Het probleem lijkt misschien groter dan het in werkelijkheid is, want afgesproken is dat commissieleden elkaar `horizontaal' mogen vervangen.

De voorzitter
: Wellicht is het verstandig voorlopig de in de verordening genoemde dagen aan te houden en in, bijvoorbeeld, januari te bezien of daarin verandering moet worden gebracht.

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Ik handhaaf mijn voorstel.

Hierna wordt het voorstel van de heer Rieuwerts cum suis bij handopsteken in stemming gebracht en met 9 tegen 7 stemmen verworpen.

De heer Hart
(le/eb) wenst misverstanden te voorkomen. Straks moeten commissieleden worden benoemd. De fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang heeft naast de kandidatuur van drie steunfractieleden voor twee commissies twee raadsleden als kandidaten opgegeven en is van plan onderling te bekijken wie eventueel wanneer de vergaderingen van de derde raadscommissie zal bezoeken. Is dat toegestaan?

De voorzitter
: Ja.

De heer Boland
(d66) ontdekt de stelling dat de raad zich nog moet uitspreken over de drie cursief gedrukte alternatieven.

De voorzitter
: Inderdaad.

* Artikel 2, leden 3 en 4. Alternatief:

`Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat wordt dit onderwerp in de raadscommissie besproken dat het onderwerp het meeste aangaat.'


* Artikel 7. Alternatief:

`Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert een ambtenaar als commissiegriffier. Het college beslist in overleg met de organisatie en in overleg met het presidium welke ambtenaar deze functie vervult.'


* Artikel 7, lid 3. Alternatief:

In dezelfde geest zal de vervanging van de commissiegriffier worden geregeld.

Spreker constateert vervolgens dat de raad met deze alternatieven instemt.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de aangebrachte correcties en gemaakte opmerkingen, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


10. Benoemingen in commissies.
(Voorstel nummer 64, 2002.)

De griffier
deelt mee dat alle door de raadsfracties aangedragen kandidaten in het nu uit te reiken stembriefje zijn verwerkt.

De heer Dol
(vl/gl) kwam pas recent tot de ontdekking dat elke fractie twee personen naar een commissie zou mogen afvaardigen. In dit licht stelt de heer Rieuwerts zich niet alleen voor de commissie grondgebied kandidaat, maar ook voor de commissie bof.

De heer Boland
(d66): wijst erop dat ieder ráádslid automatisch lid is van èlke commissie. Alleen met het oog op de verzending van de stukken worden commissieleden benoemd.

De heer Hart
(le/eb) vermeldt dat de leden van zijn fractie het op prijs stellen ook de stukken te krijgen van de commissies waarin zij niet officieel zijn benoemd.

De voorzitter
: Raadsleden ontvangen sowieso alle stukken.

Vervolgens benoemt hij tot leden van het stembureau de heren Domburg (lid), Van Doornik (lid) alsmede Van der Steeg (voorzitter) en schorst hij de vergadering voor de duur van de stemming en het tellen der stemmen.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de vergadering.

De heer Van der Steeg
(le/eb) rapporteert dat 16 stembiljetten zijn ingeleverd en op alle kandidaten 16 stemmen zijn uitgebracht, zodat zij in de volgende commissies zijn benoemd.

Raadscommissie voor bestuur, organisatie en financiën


1 G. Appelo ne



2 R.A. Bos le/eb



3 N. Dol vl/gl


4 H. van Doornik cda


5 Th. de Geus cu/sgp


6 J. Hart le/eb


7 P. van Klaveren cu/sgp


8 K.E. Koeman pvda


9 Mevrouw mr. P.C.E. de Munnik-Blank vvd


10 J. van Oostende pvda


11 drs. J.S. Tesselaar ne



12 J. Visser cda


13 Mevrouw M. v.d. Zijde d66


Raadscommissie voor grondgebied


1 Mevrouw E.F. Dangermond-Hilderink vvd



2 J. Franx ne



3 E.S. Fijma pvda


4 Th. de Geus cu/sgp


5 Mevrouw J.A. Kuijsten cu/sgp


6 R. v.d. Pluym vl/gl


7 W. Rieuwerts vl/gl


8 G. van der Steeg le/eb


9 K.P. van der Veen pvda


10 J. Verjaal d66


11 H. Weijens cda


12 C.H. Wijchers ne


13 B. Zand Scholten le/eb

Raadscommissie voor samenlevingszaken


1 A.A. Balk pvda



2 J. Domburg pvda



3 K.D. van Dijk ne


4 P. van Klaveren cu/sgp


5 K. Kooiman cu/sgp


6 H. Langbroek ne


7 Mevrouw W.H.J. Lok-Hörnemann vl/gl


8 Mevrouw mr. P.C.E. de Munnik-Blank vvd


9 P.G. Parkhurst le/eb


10 M. Prens vl/gl


11 Mevrouw K. Stofberg d66


12 B. d Waal vvd


13 J.N. v.d. Werf cda


14 D. Wiersma cda


De voorzitter
stapt over naar het volgende punt, te weten de benoeming van de plaatsvervangende commissievoorzitters.

De heer Boland
(d66) bepleit op grond van praktische redenen geen plaatsvervangende commissievoorzitters te benoemen, want daaraan kleven nadelen. Als wèl plaatsvervangers worden benoemd, rijst de vraag of zij al dan niet aan de presidiumvergaderingen moeten deelnemen. Zo ja, dan ontstaat een vrij groot lichaam, zo nee, dan is de kans groot dat een plaatsvervanger als commissievoorzitter moet optreden zònder de voorbereiding te hebben meegemaakt. Het is dan ook verstandiger, net als in het college van b&w gebeurt, ervoor te kiezen dat de reeds benoemde commissievoorzitters elkaar kruislings of horizontaal vervangen.

De heer Dol
(vl/gl), Mevrouw De Munnik-Blank (vvd) en De heer De Geus (cu/sgp) steunen het pleidooi van de heer Boland.

De voorzitter
leidt hieruit af dat geen plaatsvervangende commissievoorzitters behoeven te worden gekozen, omdat het voorstel van de heer Boland ruim wordt ondersteund.

De heer Boland
(d66): Fijn, één en ander zal dan wel in de betreffende verordening moeten worden vastgelegd.

De voorzitter
: Misschien is het verstandig, net als in het college, ook aan te geven hoe de vervanging precies is geregeld. O . . . , zo te zien bestaat daaraan geen behoefte. De commissievoorzitters zullen dus onderling moeten afspreken wie wanneer als plaatsvervanger optreedt. In het presidium zal dit punt nog even worden bekeken.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna dienovereenkomstig.

De voorzitter
leidt vervolgens het laatste onderdeel, referendumcommissie, van punt 10 als volgt in. Het presidium meent dat het niet wenselijk is de commissie die zich met ruimtelijke ordening cum annexis bezighoudt als referendumcommissie te laten fungeren. Het is zuiverder een aparte referendumcommissie te benoemen, omdat die een eigen procedure kent. Volgens de referendumverordening moet de commissie een drietal leden omvatten, gaarne kandidaten.

De heer Tesselaar
(ne) informeert naar de taak van de referendumcommissie.

De voorzitter
legt uit dat de commissie de vraagstelling voorbereidt en verder met betrekking tot de gehele voorgeschreven procedure als een soort begeleidingscommissie optreedt. Ook ziet de commissie erop toe dat publicaties, voorlichting enzovoort met de nodige zorgvuldigheid tot stand komen. Stelt de heer Tesselaar zich na deze explicatie kandidaat?

De heer Tesselaar
(ne): Ja.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) draagt de heer Dol voor.

De heer Van der Veen
(pvda) kandideert de heer Van Oostende.

De heer Hart
(le/eb) vraagt of één en ander in de verordening zelf is geregeld.

De voorzitter
: Ja.

Hierna wordt tot stemming overgegaan. Bij de stemming worden 16 stembiljetten ingeleverd, waarvan 2 blanco. Op de heren Dol, Van Oostende en Tesselaar worden 14 stemmen uitgebracht, zodat zij tot lid van de referendumcommissie zijn benoemd.

De voorzitter
ontbindt hierna het stembureau onder dankzegging voor de verrichte werkzaamheden.

10a. Overvest.

De heer Dol
(vl/gl) verklaart dat hij dit punt om een bepaalde reden aan de agenda heeft laten toevoegen. Mevrouw Ligthart, lid van de raad van bestuur van De Omring, heeft op 23 mei jongstleden een toelichting gegeven op de ontwikkelingen rond Overvest en hij neemt aan dat het college zich daarop heeft beraden dan wel daaruit conclusies heeft getrokken. Hopelijk kan het college naar aanleiding daarvan de raad nu bijpraten, zoals indertijd is toegezegd.

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp) doet de volgende mededelingen. In het verleden werd na de dreigende sluiting van Overvest met het provinciaal bestuur overeengekomen dat Overvest over 40 verzorgingsbedden en 25 verpleeghuisbedden zou kunnen beschikken. Bovendien werd met het zorgkantoor een akkoord over het zorggeld bereikt. Later kwam als gevolg van veranderde wet- en regelgeving de verantwoordelijkheid voor één en ander bij het ministerie van vws terecht, dat de toezeggingen van de provincie Noord-Holland níét overnam. Uiteraard leidde dat tot allerlei acties en geruchten die allemaal min of meer bekend zijn. Veel interessanter is het faxbericht dat mevrouw Ligthart vanmiddag aan de gemeente Enkhuizen heeft doen toekomen.

`Hoorn, 4 juni 2002.
Geachte heer Van Pijkeren,
Hierbij informeer ik u over de door de raad van bestuur genomen besluiten ten aanzien van de nieuwbouw Overvest. Op 26 april jongstleden heeft de raad van bestuur van De Omring een gesprek gevoerd op het ministerie van vws. Bij dat gesprek waren tevens vertegenwoordigers aanwezig van de provincie Noord-Holland, het college van zorgverzekeraars en het ministerie zelf. Aanleiding voor het gesprek was de door het ministerie afgegeven verklaring voor nieuwbouw van 40 wbo-appartementen en 25 verpleegunitplaatsen, waar naar het inzien van De Omring een verklaring voor 65 appartementen had moeten worden afgegeven en de verklaring voor de verpleegunitplaatsen aanvullend zou moeten zijn. Per brief van 17 mei 2002 heeft het ministerie naar aanleiding van dit gesprek haar visie nogmaals uiteengezet en het principe gehandhaafd, maar daarbij tevens aan de raad van bestuur aangegeven om te overwegen een nieuwe verklaringsaanvraag voor de bouw van 65 wbo-appartementen in te dienen, onder gelijktijdige intrekking van de verklaringsaanvraag van de verpleegunitplaatsen.'
Inmiddels heeft de raad van bestuur na overleg met het zorgkantoor en het ministerie daartoe besloten. De bezwaarprocedure van december 2001 die is aangespannen zal onder voorbehoud van goedkeuring van de 65 plaatsen worden ingetrokken. Voorts heeft de raad van bestuur besloten zelf financieel garant te staan voor de kosten die zijn verbonden aan de extra voorzieningen die in het nieuwe Overvest moeten worden ontwikkeld ten behoeve van de bewoners met een verpleeghuisindicatie.'

In dit geval is niet geld het probleem, maar de toewijzing van verzorgings- en verpleegbedden. Nog deze week zal overleg plaatsvinden met Woonzorg Nederland over de voor de bouw van Overvest noodzakelijke planaanpassingen. Op 19 juni zal spreker met mevrouw Ligthart en de heer Uivel bezien op welke manier een vuist kan worden gemaakt om het schrijnenden probleem van de Enkhuizer oudjes in Hoorn te kunnen oplossen. Verder zal vanuit het college, en hopelijk ook vanuit de raad en de commissie, een bezoek aan het Liornehuis worden gebracht om betrokkenheid te tonen.

De heer Dol
(vl/gl) toont zich ingenomen met de mededelingen van de wethouder. Duidelijk is dat deze zaak vrijwel geheel buiten de gemeente om verloopt, maar toch is het wellicht mogelijk dat druk vanuit dit gemeentebestuur de voortgang kan bespoedigen. Ziet het college daarin heil en welk tijdpad is in dit geval van toepassing?

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) hoorde dat een nieuwe aanvraag zou worden ingediend. Zoiets betekent vrijwel altijd dat een vertraging optreedt, dus een extra reden om het tijdpad goed in het oog te houden. Overigens mist spreekster de 16 psychogeriatrische plaatsen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) dringt erop aan de ongeveer twee jaar geleden besproken nieuwbouwplannen voor Overvest op te diepen. Die plannen zijn voor een raadscommissie aanleiding geweest opmerkingen over de infrastructuur rond het gebouw te maken. Het is gewenst één en ander zo spoedig mogelijk met het aangepaste plan te vergelijken en niet af te wachten totdat De Omring zelf met de nieuwe aanvraag komt, want dan wordt de gemeente Enkhuizen een remmende factor.

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp) beklemtoont dat zijn op 19 juni gepland gesprek met mevrouw Ligthart en de heer Uivel onder andere tot doel heeft meer helderheid over het tijdpad te verkrijgen en te proberen het geheel te bespoedigen. In dit licht is het verwarrend, en dus contraproductief, als gemeente Enkhuizen rechtstreeks actie in de richting van het ministerie te ondernemen.

Op grond van de huidige stand van zaken bestaat de hoop dat nog dit jaar de eerste paal kan worden geslagen, maar hierover kan op dit moment geen zekerheid worden gegeven.

De heer Dol
(vl/gl): Misschien kan druk vanuit de gemeente of via de vng tot gevolg hebben dat de eerste paal inderdaad nog dìt jaar zal worden geslagen. Ook is het denkbaar dat door middel van partijpolitieke kanalen iets kan worden bereikt.

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp): In de eerste termijn is verzuimd twee punten aan te stippen.
* Bewoners, personeel en cliëntenraad zijn inmiddels volledig geïnformeerd over het zojuist voorgelezen bericht.
* Over de suggestie van de heer Dol is al nagedacht. Het is zeker niet verkeerd als de raadsfracties politieke vrienden in het provinciaal bestuur en/of de Tweede Kamer benaderen en proberen langs die weg druk op de ketel te houden. Spreker zal dat in samenspraak met De Omring zeker doen.

Aan het adres van de heer Rieuwerts kan worden toegezegd dat in de eerstvolgende commissievergadering aan diens verzoek zal worden voldaan.

Naar aanleiding van de laatste opmerking van mevrouw Dangermond kan het volgende worden gemeld. In het verhaal van mevrouw Ligthart is gerept van 40 verzorgingsplaatsen, 25 verpleeghuisplaatsen en 16 psychogeriatrische plaatsen, dus totaal 81 plaatsen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezeggingen, besloten de gedane mededelingen voor kennisgeving aan te nemen.

10b. Rokerijhuisjes.

De heer Dol
(vl/gl) bedankt voor de snelle en adequate schriftelijke beantwoording van zijn vragen. Nadien zijn nog twee vragen gerezen.

In de beantwoording wordt over één venster aan de straatkant gesproken, maar een paar alinea's verderop sprake is van twéé vensters. Gaarne uitsluitsel.

Enkhuizen kent een gemeentelijke monumentenlijst en een monumentenverordening. Beide stukken moeten weer eens op tafel komen, want sommige panden behoren, gezien de staat van onderhoud, eigenlijk niet langer op de gemeentelijke monumentenlijst te staan, denk bijvoorbeeld aan de voormalige boerderij/stal aan het Handvastwater. De gemeente zou moeten stimuleren dat dergelijke panden bewaard blijven, maar dan niet als bouwval. Misschien hadden de rokerijhuisjes dan niet behoeven te worden gesloopt. Kortom: de gemeente moet zich actiever opstellen om dit soort gebouwen in stand te houden.

Wethouder Bode
(pvda) poneert de stelling dat een verdere discussie over deze materie beter op commissieniveau kan worden gevoerd, want dan kan voor de beantwoording van allerlei detailvragen een beroep op ambtelijke bijstand worden gedaan.

De gemeentelijke monumentenlijst is voor een groot deel een statisch stuk. Weliswaar vallen af en toe bouwwerken af, maar aan de lijst kunnen ook gebouwen worden toegevoegd die op enig moment een monumentaal karakter hebben gekregen. In de afgelopen week is de lijst toevallig besproken in het cultuurhistorisch platform, waarin ook de Vereniging Oud Enkhuizen is vertegenwoordigd. Iedere burger of elke organisatie kan trouwens voorstellen doen monumenten op de lijst te schrappen of panden toe te voegen. Dergelijke voorstellen moeten een bepaalde procedure volgen. De mogelijkheid om een actiever beleid te voeren dan thans het geval is, lijkt niet of nauwelijks aanwezig, maar ook hierover kan in de commissie van gedachten worden gewisseld.

Tot slot. Het gebouw aan het Handvastwater is een rijksmonument, waarvoor een restauratieplan in behandeling is genomen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezeggingen, besloten de gedane mededelingen voor kennisgeving aan te nemen.

11. Rondvraag.

De heer Dol
(vl/gl) kondigt aan over twee onderwerpen te zullen spreken.

· Zoals bekend moet op de Gependam worden gebouwd. Wanneer wordt daarmee begonnen, wie is de bouwer en welke voorwaarden zijn van toepassing?

· Op twee maandagavonden beluisterde hij via de lokale radio het programma van de heer Hetteling. In dat programma is opgenomen `www.raadsvoorstel.nl'. Ideeën, voorstellen enzovoort worden via dat programmaonderdeel naar het stadhuis doorgesluisd.
* Hoe is één en ander in de gemeentelijke organisatie ingebed?
* Op welke wijze kunnen commissie- en raadsleden van de suggesties enzovoort kennis nemen?

* Hoever gaat de gemeente met het overnemen van dergelijke voorstellen of worden die automatisch gehonoreerd?

De voorzitter
adviseert de Gependam en alles wat daarmee annex is in de commissie te bespreken.

Over het punt `raadsvoorstel.nl' kan de heer Van Pijkeren desgewenst het nodige zeggen.

Wethouder Van Pijkeren
(cu/sgp) meldt dat hij recent in de organisatie heeft gesproken over de vraag hoe moet worden omgegaan met de voorstellen et cetera die via `www.raadsvoorstel.nl' bij de gemeente binnenkomen. Eén voorstel op verkeersgebied, in casu de Parklaan, werd uitgevoerd, omdat het een gevaarlijke situatie betrof en voldoende budget voorhanden was. Ook zal mede op grond van het desbetreffende voorstel een inventarisatie worden gemaakt van verkeerssituaties die om een voorziening vragen. Dat laatste loopt echter via commissie en raad. In de organisatie is afgesproken dat aan de heer Hetteling het volgende zal worden meegedeeld. Het kan niet zo zijn dat deze allerlei ideeën enzovoort per fax op het bureau van een collegelid deponeert dat vervolgens naar eigen inzicht al dan niet tot uitvoering overgaat. Voorstellen dienen de geëigende weg te volgen, waarna uiteindelijk commissie en raad beoordelen of daaraan al dan niet uitvoering moet worden gegeven.

De voorzitter
vult het antwoord van wethouder Van Pijkeren aan met de mededeling dat nadere afspraken zullen worden gemaakt over de manier waarop de bedoelde voorstellen en suggesties voortaan worden geagendeerd.

De heer Boland
(d66) haakt op deze aangelegenheid in met de opmerking dat volgens hem het duale bestel het fenomeen `burgerinitiatief' kent. Wat de heer Hetteling doet, kan als zodanig worden aangemerkt, maar in de verordening is terzake niets vastgelegd. Zijns inziens zal voor dit soort zaken alsnog een regeling moeten worden getroffen.

De voorzitter
: In de komende vergadering van het presidium zal hiernaar worden gekeken.

· De heer Hart (le/eb) herhaalt een vraag die hij in de op 2 april gehouden raadsvergadering heeft gesteld. De gemeente Enkhuizen heeft over veel ozb-bezwaarschriften niet vóór 1 april jongstleden een beslissing kunnen nemen. Naar aanleiding daarvan heeft de fractie van Leefbaar Enkhuizen/Enkhuizer Belang gevraagd waarom de betrokken burgers hiervan niet officieel op de hoogte zijn gebracht en of aan hen, net zoals in sommige andere gemeenten, een bepaalde financiële compensatie kan worden uitgekeerd. Kan deze vraag nu wel worden beantwoord?

De voorzitter
hoopt dat de heer Hart zich kan vinden in de toezegging dat deze kwestie in de eerstvolgende commissievergadering zal worden besproken.

De heer Hart
(le/eb): Nee, de le/eb-fractie wenst vanavond helderheid te krijgen, want de verantwoordelijke portefeuillehouder heeft al twee maanden de tijd gehad om een antwoord te formuleren.

Wethouder Jans
(ne) hecht eraan een zo volledig mogelijke reactie te kunnen geven en dat kan op dit moment niet, vandaar dat hij toezegt deze kwestie in de commissie te zullen behandelen.

De heer Hart
(le/eb): Voor deze gang van zaken kan geen begrip worden opgebracht!

· De heer Boland (d66) gaat eveneens op de ozb in. Een aantal mensen heeft een briefje ontvangen met de mededeling dat de antwoordtermijn met een jaar is verlengd. Hij wil graag weten hoe dat in de procedure is geregeld. Het antwoord mag in de commissie worden gegeven.

De voorzitter
betoogt dat het voor zowel vragenstellers als collegeleden prettig is dit soort vragen vóór een vergadering aan te melden, omdat dan bij het ambtelijk apparaat informatie kan worden ingewonnen en derhalve adequate antwoorden mogelijk zijn.

De heer Hart
(le/eb) tekent aan dat hij zijn vraag twee maanden geleden heeft gesteld!

De voorzitter
: Toch was het verstandig geweest vanmiddag even de telefoon te pakken om te melden dat de vraag opnieuw ter tafel zou komen.

De rondvraag wordt gesloten.

12. Sluiting.

De voorzitter
sluit de raadsvergadering (22.05 uur) na eraan te hebben herinnerd dat over enkele ogenblikken in beslotenheid over het onderwerp `De Nieuwe Doelen' zal worden gesproken. Daarna zullen de fractievoorzitters of hun vervangers nog even van gedachten wisselen over de herinrichting van de raadzaal.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen op dinsdag 3 september 2002.

De raadsgriffier, De voorzitter,

(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)