Wageningen Universiteit
Persbericht
3 juni 2002
Noordzee haring is weer binnen biologisch veilige grenzen
Het haringbestand in de Noordzee is weer binnen biologisch veilige
grenzen! Na de dreigende ineenstorting van het bestand in het midden
van de jaren negentig, zijn sterke beperkingen opgelegd aan de
visserij. Dit jaar hebben de internationale visserijbiologen
vastgesteld dat de haringstand zich heeft hersteld en dat de
vooruitzichten voor de nabije toekomst gunstig zijn. De
visserijbiologen hebben echter grote zorgen over het blauwe wijting
bestand omdat zich de visserij op deze soort zich explosief aan het
ontwikkelen is. Een en ander blijkt uit de adviezen van de
International Council for the Exploration of the Sea (ICES).
De internationale visserijbiologen vergaderden vorige week over de
adviezen voor een groot aantal visbestanden, onder andere Noordzee- en
Atlanto-Scandische haring en blauwe wijting. De Nederlandse vloot vist
op deze drie soorten. In oktober wordt advies uitgebracht over andere
soorten die voor Nederland van belang zijn zoals tong, schol,
kabeljauw, wijting, makreel en horsmakreel. De Europese
visserijministers beslissen eind 2002 over de hoeveelheden die in 2003
mogen worden gevangen. De nu gepresenteerde adviezen hebben een
voorlopig karakter tot vrijdag 7 juni.
Noordzee haring
De haring in de Noordzee is door haar dieptepunt heen. In 2001 was de
totale vangst van Noordzee haring (inclusief een deel van de vangsten
in het Skagerrak) nog ongeveer 360 duizend ton. De Nederlandse vloot
nam hiervan 18% voor zijn rekening. Door de vangstbeperkingen sinds
1996 en de toegenomen hoeveelheden jonge haring, is het paaibestand in
2001 gestegen tot boven de 1,3 miljoen ton, wat door de biologen wordt
gezien als de veilige grens voor dit bestand.
De Europese Unie en Noorwegen hebben afgesproken om jaarlijks maximaal
22% van de volwassen vis en 11% van de jonge vis te oogsten. Het
advies van de visserijbiologen sluit daarbij aan. Dat betekent dat de
vangst van Noordzee haring voor menselijke consumptie in 2003 zou
kunnen toenemen tot boven de 400 duizend ton. De precieze hoeveelheid
is echter afhankelijk van de verdeling van de vangst over de
consumptie- en industrievisserij. De Europese visserijministers
beslissen over deze verdeling.
Blauwe wijting
Blauwe wijting wordt voornamelijk ten westen van Noorwegen en de
Britse eilanden bevist, voornamelijk ten behoeve van de productie van
vismeel. Omdat de visserij zich deels afspeelt in internationale
wateren en daardoor niet voldoende gereguleerd is, zijn de vangsten in
2001 tot een recordhoogte gestegen van 1,8 miljoen ton. Vorig jaar
constateerden de visserij-biologen dat het bestand snel afnam en
adviseerden ze om de visserij op blauwe wijting te sluiten totdat er
een beheersovereenkomst zou zijn afgesproken tussen de verschillende
kuststaten. De Nederlandse visserij heeft slechts een aandeel van 4%
in de internationale vangst.
In mei van dit jaar is een beheersovereenkomst voor blauwe wijting
afgesloten tussen de EU, Noorwegen, IJsland en de Faroer eilanden. De
sombere vooruitzichten van vorig jaar zijn enigszins ten goede gekeerd
omdat de meest recente aanwas bijzonder talrijk blijkt te zijn. Maar
zelfs met deze grote hoeveelheden jonge vis, zal bij de huidige hoge
visserijdruk het bestand snel afnemen. Het is overduidelijk dat een
dergelijke visserijdruk niet duurzaam is. De biologen adviseren daarom
om de visserijdruk sterk terug te brengen en in 2003 een vangst toe te
staan van niet meer dan 600 duizend ton.
Atlanto Scandische haring
De haring in de Noorse Zee ('Atlanto Scandische haring') is wat groter
van formaat dan zijn Noordzee 'broertje'. Het bestand van Atlanto
Scandische haring vertoont van nature veel sterkere schommelingen dan
de Noordzee haring. Momenteel is de paaistand ongeveer 6 miljoen ton,
dankzij enkele sterke jaarklassen uit het begin van de jaren negentig.
Ook de jaarklassen die zijn geboren aan het einde van de jaren
negentig zijn talrijk. Daarom zijn de vooruitzichten voor dit bestand
gunstig.
ICES adviseert voor volgend jaar een vangst van Atlanto-Scandische
haring van 710.000 ton, overeenkomstig het beheersplan van de
betrokken kuststaten. De Nederlandse vloot neemt slechts 1% van de
internationale vangst voor zijn rekening.