Ingezonden persbericht


PERSBERICHT SP Statenfractie Utrecht

Utrecht, 1 juni 2002.

SP: voorschriften voor bosbaden aanpassen

De provincie Utrecht moet overwegen om de voorschriften in verband met de waterkwaliteit in zwembaden zodanig aan te passen, dat er maatwerk geleverd kan worden voor de bosbaden in Amersfoort, Baarn en Leersum. De bosbaden worden nu op grond van starre regels gedwongen tot hoge investeringen, waardoor sluiting dreigt. De fractie van de Socialistische Partij in provinciale staten van Utrecht wil dat het provincie­bestuur desnoods met de minister van volksgezondheid gaat praten om de regels flexibeler te maken.

De SP betwijfelt ten sterkste of er bij de bosbaden sprake is van een reëel probleem met de waterkwaliteit. De bezoekersaantallen zijn het grootste deel van het seizoen bescheiden en de bassins zijn veel groter dan die van de meeste binnenbaden. Statenlid P.Jansen suggereert om de voorschriften zodanig aan te passen dat de bosbaden de keus krijgen tussen extra investeringen of extra legionella-metingen op warme dagen met veel bezoekers. Omdat het aantal warme dagen met veel bezoekers gemiddeld nog geen tien per seizoen bedraagt zijn de extra meetkosten waarschijnlijk maar een fractie van de extra kapitaallasten die ontstaan door de aanschaf van nieuwe pomp- en filterinstallaties. Op die manier kunnen de bosbaden behouden blijven zonder dat ook maar enig gevaar kan ontstaan voor de gezondheid van de bezoekers.

Inlichtingen:

P.Jansen, tel. (06) 51844755.

Bijlage: schriftelijke vragen SP

Het Utrechts Nieuwsblad van 1 juni 2002 bericht onder de kop Nieuwe regels en ouderwets vermaak over de dreigende sluiting van de bosbaden in Amersfoort, Baarn en Leersum. Reden zijn de hoge investeringen die nodig zijn door de aanscherping van de kwaliteitseisen voor zwembaden, ten gevolge van de legionella-calamiteiten enkele jaren geleden.

De SP-fractie zou de sluiting ten zeerste betreuren, omdat het gaat om betaalbare zwemaccommodaties met een zeldzame landschappelijke kwaliteit.

Naar aanleiding van dit bericht hebben wij de volgende vragen:


1. Zijn er de afgelopen vijf jaar bij U meldingen binnengekomen van ziektegevallen ten gevolge van de kwaliteit van het zwemwater in de bosbaden? Zo ja: hoeveel meldingen en hoe verhoudt dit aantal zich tot het aantal gevallen in de gewone zwembaden?






2. Is bij de periodieke meting van de waterkwaliteit in deze bosbaden ooit geconstateerd dat de waterkwaliteit onder de maat is? Zo ja: hoe vaak en hoe verhoudt dit zich tot het aantal onderschrijdingen van de kwaliteit in de gewone zwembaden?






3. Heeft uw college ooit overwogen om voor bosbaden een andere wijze van kwaliteitsbewaking in te stellen, die beter is afgestemd op het extensieve gebruik met slechts enkele piekdagen in het bezoek per jaar? Zo zou bijvoorbeeld de baden de keuze gegeven kunnen worden tussen extra investeringen, of de verplichting op dagen met een buitentemperatuur van meer dan 25 graden en een aantal bezoekers boven een af te spreken drempelwaarde de waterkwaliteit te controleren op legionella. Vermoedelijk zijn deze meetkosten een fractie van de kapitaallasten die ontstaan ten gevolge van de extra investeringen.

4. Wordt maatwerk bij de kwaliteitsborging van de waterkwaliteit in bosbaden gehinderd door starre landelijke regelgeving? Zo ja: is uw college bereid om dit probleem aan de orde te stellen bij de minister van VWS?