Ingezonden persbericht
VERSLAG VOOR DE PERS
"Financiële belangen belemmeren succesvol anti-rook beleid"
De arts: "monteur zonder gereedschap"
Zeist, 27 mei 2002 - De Nederlandse overheid moet de arts beter steunen, om rokers daadwerkelijk van het roken af te kunnen helpen. Uit een discussie, die maandagavond ter gelegenheid van World No Tobacco Day (31 mei a.s.) door een groep deskundigen uit de rookstop-wereld in Zeist is gevoerd, blijkt dat het rookstop-beleid in Nederland schril afsteekt bij dat in andere landen. Waarom weigert de minister levensreddende moties uit te voeren, terwijl ze jaarlijks 23.000 mensenlevens kan redden?
Een platform van specialisten, wetenschappers, huisartsen en verslavingsdeskundigen debatteerde op uitnodiging van GlaxoSmithKline over het beleid rond stoppen met roken.
De medische en maatschappelijke noodzaak om stoppen met roken goed aan te pakken is overduidelijk, en de behandelingsmogelijkheden zijn bekend. Op de vraag wat er aan de hand kan zijn waardoor vergoeding van hulp en hulpmiddelen er desondanks toch niet doorkomt, gaf dr. E. Lammers, longarts in Zutphen en oprichter van een van de eerste rookstop poliklinieken, als antwoord: "Geld". De omzet aan sigaretten in ons land beloopt zo'n ¬ 2,2 miljard, waarvan ¬ 1,6 miljard (4,5 miljard gulden) als accijns en BTW naar de staat vloeit. Gezien deze enorme inkomsten voor de Staatskas, vindt Dr. P. Van Spiegel, longarts in het Slotervaartziekenhuis en eveneens hoofd van een rookstop-poli, het schandalig dat de investeringen in zorgstructuren zoals de rookstop-poliklinieken ernstig achter blijven. "Een huisarts heeft maar 3 tot 5 minuten voor een gesprek; een gespecialiseerd verpleegkundige op een rookstop-polikliniek 30. Artsen moeten zonder problemen kunnen doorverwijzen naar deze gespecialiseerde centra, die daarom in elke stad moeten worden opgezet."
Huisarts R. Schotsman uit Amsterdam, stelde dat het prima is dat nu op de verpakking van sigaretten staat: "Uw arts of apotheker kan u helpen te stoppen met roken", maar de arts kan er weinig mee doen, zolang er van overheidswege hier geen tijd en geld voor vrijgemaakt wordt. "Het is niet eens toegestaan om een rekening mee te geven aan de patiënt, want het tariefsysteem kent geen vergoeding voor hulpmiddelen en de behandeling van tabaksverslaving. In de praktijk laten veel artsen het er dan maar bij zitten en beginnen niet eens over stoppen met roken. Lammers: "Ja, de arts is als een automonteur zonder gereedschap: dan heeft het ook geen zin om onder de motorkap te kijken".
Het merkwaardige is dat al jaren in verschillende aangenomen Kamermoties en overheidsstukken er op aangedrongen wordt, werk te maken van stoppen met roken, en de effectieve hulp en hulpmiddelen te vergoeden. Waarom gebeurt dat dan nog niet? Dr. E. Wagena, onderzoeker van de universiteit van Maastricht, stelde dat er onvoldoende actie vanuit de politiek komt. "Je vraagt je soms af of financieel-economische overwegingen niet een grote rol spelen bij de overheid. Economisch belang wint het van gezondheidsbelang", stelde Wagena.
"Wat we nodig hebben is een consistent antirookbeleid, waarbinnen financiële barrières worden opgeheven, en een deugdelijke infrastructuur voor stop-hulp wordt opgezet. Waar wacht de minister nog op?" concludeert dr. R. Haneveld, arts sociale geneeskunde.
===
Meer informatie voor de redactie:
Naam
Functie
Telefoon
R.W. Haneveld
arts sociale geneeskunde
070 303 09 96
Dr. M.H.M. Breteler
psycholoog, verslavingsdeskundige KU Nijmegen
024 361 26 61
P.I. van Spiegel
longarts
020 512 51 13
Dr. E.J. Wagena
onderzoeker universiteit Maastricht
043 388 28 93
E. Lammers
longarts
0575 59 29 24
R. Schotsman
huisarts in Amsterdam
020-6 32 32 58
J.N.J. Boesten
huisarts in Mill
0485 45 25 92
= = =