Toespraak van de heer Luc Willame,
Voorzitter van het directiecomité en
gedelegeerd bestuurder van de Glaverbel Groep,
voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders,
op 29 mei 2002
Dames, Heren,
Welkom op deze Algemene Vergadering van de Glaverbel Groep over het boekjaar
2001. Eerst ga ik in op de resultaten en realisaties van het voorbije jaar
om het dan te hebben over de nieuwe organisatie van de Groep en de
vooruitzichten voor het lopende jaar, op basis van de activiteit in de
eerste maanden.
Een recordjaar
De Glaverbel Groep sloot 2001 af met recordprestaties, ondanks een eerder
sombere conjunctuur en een dalend glasverbruik na een goed eerste kwartaal.
Buiten de Divisie Auto, die zich in 2002 echter wel verder operationeel
herstelt, gingen alle Business Units van de Groep over hun
rentabiliteitsdoel, namelijk een EBIT op werkzaam vermogen van 12%. Die
prima resultaten bevestigen voor mij dat de strategie van rendabele groei de
juiste keuze was. Deze werd in de voorbije tien jaar gevoerd via
geografische diversifiëring en meer specialisatie in producten met hoge
toegevoegde waarde.
Ter herinnering, zet ik even de resultaten van 2001 op een rijtje.
De geconsolideerde omzet bedraagt 1.810,2 miljoen EUR. Hoewel het
glasverbruik ongeveer 3% terugliep in West-Europa, steeg de omzet toch met
7 % omdat de drie divisies van de Groep meer verkochten : + 6 % voor de
Divisie Bouw, + 10 % voor de Divisie Auto, + 11 % voor de Divisie Industrie.
Ze vertegenwoordigen respectievelijk 55 %, 27 % en 17 % van de omzet van de
Groep.
Het geconsolideerde bedrijfsresultaat (EBIT) ligt op 234,5 miljoen EUR, een
groei van 26 %. Deze vooruitgang is onder meer te danken aan de vastere
verkoopprijzen van basisglas sinds twee jaar en operationele verbeteringen
in een aantal veredelingssectoren.
De Divisie Bouw dankt de goede prestaties vooral :
1. aan de nieuwe capaciteiten (glas met superisolerende coatings en
gelaagd glas) in Tsjechië;
2. aan de toenemende verkoop van producten met hoge toegevoegde waarde,
zoals de nieuwe Sunergy (revolutionaire beglazing met harde coatings
die isoleren tegen hitte en kou) of de Top N, een superisolerend
product dat nu de referentie op de markt is;
3. het prima peil van de verkoopprijzen van basisglas, ondanks een lichte
verzwakking in het tweede halfjaar;
4. het behoud van een vrij bevredigend evenwicht tussen de vraag en het
glasaanbod, dankzij de maatregelen om de productie in te krimpen
(lagere ovenproductie, uitstel van de start van Moustier 4).
De Divisie Auto noteerde meer dan een verdubbeling van het
bedrijfsresultaat, door de verkoopstijging, met een alsmaar ruimere bijdrage
van producten met hoge toegevoegde waarde (voorruit met zonwerende coatings
- Iris). Daarbij leverde het in 2000 ingevoerde operationeel herstelplan
productiviteitswinst op. Dit plan gaf aldus de eerste tastbare resultaten
voor de hele divisie, op de weg naar een rentabiliteit die vanaf 2004 moet
leiden tot een EBIT op werkzaam vermogen van 12 %. We zitten ondertussen al
op 5,6% voor 2001, van 2,6% in 2000.
De Divisie Industrie zette weer betere resultaten neer, door een goede
activiteit in spiegels en het beginnend herstel in de sector van het glas
voor huishoudtoestellen (joint venture Schott-Glaverbel). De divisie kreeg
echter te kampen met technische problemen en een staking van 4 weken in de
Belgische fabriek in Seneffe. Tot slot werd, naar aanleiding van de
gewijzigde aandeelhouderstructuur, de joint venture Fosbel, waarop voorheen
vermogensmutatie werd toegepast, evenredig geconsolideerd.
De brutobedrijfscashflow klokt af op 385,4 miljoen EUR, en dat is een klim van 19 %. Hij vertegenwoordigt meer dan 21 % van de omzet.
Het lopende brutoresultaat eindigt op 186,4 miljoen EUR, een stijging van 35
% met netto financiële kosten die aansluiten op het niveau van 2000. De
schuldratio van de Groep ziet er flink wat beter uit, van 0,79 eind 2000
naar 0,66 eind 2001, en haalt zo het cijfer van vóór de overname van PPG
Glass Europe in 1998.
De netto financiële kosten vertegenwoordigen 2,7 % van de omzet.
Het nettoresultaat, aandeel Groep, komt uit op 131,1 miljoen EUR, 31% meer
dan in 2000, na aftrek van het aandeel van de minderheidsaandeelhouders,
namelijk 7,8 miljoen EUR. Ter herinnering, op het einde van het eerste
halfjaar lag het nettoresultaat, aandeel Groep, nog 42 % boven dat over de
betreffende periode van 2000.
Het omvat netto uitzonderlijke kosten van 33,2 miljoen EUR, meer dan het
dubbel van 2000. Deze vloeien hoofdzakelijk voort uit kosten voor
herstructureringen of reeds genomen of komende maatregelen om de
rentabiliteit van de autosector te herstellen.
Het geconsolideerde nettoresultaat bevat daarbij het resultaat van de
ondernemingen waarop vermogensmutatie werd toegepast, ten bedrage van 9,5
miljoen EUR tegen 4,4 miljoen EUR in 2000. Deze verhoging is het gevolg van
de ruimere bijdrage van Bor Glassworks (RU), en wel voor 9,2 miljoen EUR
tegen 5,6 miljoen EUR in 2000. Die aangedikte bijdrage is toe te schrijven
aan de investeringen in float en aan de ontwikkeling van de plaatselijke
bouwmarkt.
De industriële investeringen klommen naar 222,5 miljoen EUR, van 144 miljoen
EUR in 2000.
Qua tewerkstelling, had de Groep (buiten Bor Glassworks), einde 2001, 12 709
mensen in dienst, tegen 12.547 in 2000.
Buiten de cijfers werd het voorbije boekjaar ook gekenmerkt door een aantal
procesverbeteringen, dankzij R&D (autoglas en brandwerend glas). Tegelijk
werd het industrieel apparaat versterkt, zowel in basisglas (start en
herstelling van een float in respectievelijk Moustier en Mol in België) als
in veredeld glas (nieuwe productie-apparaten in Tsjechië). Deze feiten
zullen beslist onze Europese marktposities onderbouwen. En tot slot maakten
heel wat grootscheepse projecten doorslaggevende vorderingen, om in 2002
afgerond te worden. Ik denk hier aan de on line publicatie, in een
geïntegreeerde en volledige module, van gegevens voor de bouw en aan de
hervorming van het inkoopbeleid van de Groep.
Naar een wereldglasgroep
Op het einde van het boekjaar kondigde onze hoofdaandeelhouder Asahi Glass
de reorganisatie van zijn activiteiten aan om aldus uit te groeien tot een
wereldglasgroep. Tegelijk werd een openbaar overnamebod geopend op de
Glaverbel aandelen die Asahi Glass nog niet bezat. Met dit bod kreeg Asahi
Glass 92,11% van ons kapitaal in handen en niet de gewenste 100% maar dit
stelt de plannen voor de wereldwijde reorganisatie geenszins in vraag. Die
reorganisatie is een must onder druk van een economische wereld waarin de
actoren, vooral de klanten uit de autosector, alsmaar meer op wereldschaal
werken. Ze berust op de integratie van alle glasactiviteiten van Asahi Glass
in twee wereldentiteiten: de Flat Glass Company en de Automotive Glass
Company. De Flat Glass Company, die ik zelf vanuit Brussel leid, groepeert
alle activiteiten in de productie/veredeling van glas voor de bouw en de
industrie in Amerika, Azië en Europa. De Flat Glass Company centraliseert
ook alle wereldwijde R&D-functies (2 centra in Japan, 1 in Noord-Amerika en
1 in Europa), evenals Information Technology, Strategic Business Development
en Financial Reporting. De Automotive Glass Company zal in Tokio gevestigd
zijn en alle activiteiten in autobeglazing in Amerika, Azië en Europa
verenigen. Een uitvoerend comité, met Shinya Ishizu als voorzitter
(voorzitter van Asahi Glass) en mezelf als vice-voorzitter, krijgt de
opdracht om deze globalisering te leiden en toe te zien op de ontwikkeling
van de nieuwe glasgroep. Voor een Japanse groep is dit een uniek voorbeeld
van globalisering met de decentralisatie van de beslissingsmacht buiten
Japan en de openstelling naar een buitenlands management toe.
Deze nieuwe organisatie, die sinds april 2002 in voege is, maakt van onze glasgroep de leider in basisglas, met een wereldmarktaandeel van wellicht ongeveer 20%, en in autoglas met een wereldaandeel van 30%. Door haar ervaring in leadership en multiculturele integratie krijgt Glaverbel een hoofdrol in wat nu de grootste wereldglasgroep is. Deze verandering leidt tot het optimaal gebruik van kennis en een betere inzet van personeel en middelen, zowel om nieuwe markten te benaderen als om ons innovatief vermogen te ontwikkelen. Zo stelt Glaverbel zich open voor nieuwe culturen, managementstijlen en industriële werkwijzen en zal beslist voordeel halen uit de beste praktijken van de nieuwe wereldgroep.
Een nieuwe organisatie
In het kader van deze wereldwijde reorganisatie van Asahi Glass zijn ook de
activiteiten van Glaverbel sinds mei in twee operationele units
georganiseerd: Basisglas en Veredeld Glas. Er zijn tevens veranderingen in
het managementteam, dat nu wordt geleid door Arthur Ulens, voorheen
directeur van de divisie Bouw.
* Basisglas staat voor glas dat in grote afmetingen wordt gefabriceerd en
als dusdanig op de markt komt (float, figuurglas en gelaagd glas,
sterker isolerend glas en spiegels). Commercieel directeur is hier
Christian Dauby en industrieel directeur Jacques Rysman.
* Veredeld Glas staat voor architecturaal en brandwerend glas, glas en
spiegels voor de meubelsector, glas voor transportsectoren (treinen,
schepen) en voor huishoudtoestellen (jv Schott-Glaverbel), evenals
spiegels voor de autosector (achteruitkijkspiegels) en de cosmetica.
Jean Luc Batkin is algemeen directeur.
Michel Grandjean wordt Chief Financial Officer en volgt aldus Yves
Schoonejans op, die ontslag nemend is. Michèle Gillot en André Hecq blijven
respectievelijk instaan voor Human Resources/Communicatie en R&D. Michel
Charles wordt secretaris van de Raad van Bestuur en van het nieuwe
Directiecomité. Ikzelf verzaak aan mijn mandaat als verantwoordelijke voor
het dagelijks beheer. De Raad van Bestuur zal hiervan deze middag akte nemen
en de titel van delegeerd bestuurder overdragen aan Arthur Ulens. Ik blijf
echter Vice-voorziter van de Raad van Bestuur.
Het jaar 2002 en vooruitzichten
De eerste maanden van het boekjaar 2002 sluiten aan op het tweede halfjaar
van 2001. De bouw- en de meubelmarkt plooien terug, wat de volumes en de
verkoopprijzen terugschroeft. De toenemende verkoop van producten met hoge
toegevoegde waarde volstaat niet als tegenwicht.
De Groep wordt echter gesterkt door tekenen van opleving, met name in
Duitsland, en door het programma om gecontroleerd de productiecapaciteiten
te verminderen. Op deze basis bevestigt de Groep dan ook, zoals gezegd, dat
het nettoresultaat over 2002 iets lager zal liggen dan vorig boekjaar.
Dividend
Voor het boekjaar 2001, gezien de resultaatgroei en de vooruitzichten voor
2002 die ik net schetste, stelt de Raad van Bestuur deze Vergadering een
brutodividend op 4,14 EUR per aandeel voor, een verhoging van 10% ten
opzichte van 2000. Voor de aandelen zonder VVPR-strip zal het nettodividend,
na aftrek van de roerende voorheffing van 25 %, op 3,11 EUR komen. Voor de
aandelen met VVPR-strip, zal het nettodividend, na aftrek van de roerende
voorheffing van 15 %, per aandeel 3,52 EUR bedragen. Voorgesteld wordt om
het dividend betaalbaar te stellen vanaf 5 juni 2002, tegen afgifte van
coupon nr. 21.
Tot slot wens ik u te informeren dat de Raad van Bestuur, die volgt op deze
algemene vergadering, de beëindiging van het plan van stock options van de
vennootschap toegepast in 1999, 2000 en 2001 zal behandelen.
Ik dank u voor uw aandacht.
---
29 mei 2002
Dit persbericht is ook beschikbaar op de website (www.glaverbel.com), in het
Engels, het Frans en het Italiaans.
---
Voor meer inlichtingen:
Glaverbel Group - tel.: +32 (0)2
674 31 11
http://www.glaverbel.com
Glaverbel Corporate
Communications:
Marie-Ange DHONDT
tel.: + 32 (0)2 674 34 28
corporate.com@ glaverbel.com