Gemeente Weerselo

MEEDENKEN OVER NIEUW SPORTBELEID

Forumoverleg Contouren nieuw Sportbeleid.

Door de samenvoeging van de gemeenten Denekamp, Ootmarsum en Weerselo tot de nieuwe gemeente Dinkelland dient het sportbeleid te worden geactualiseerd en geharmoniseerd. De gemeente Dinkelland heeft Marktplan Adviesgroep B.V. uit Bussum gevraagd het nieuwe sportbeleid voor de gemeente te ontwikkelen, inclusief een nieuw subsidie- en tarievenstelsel.
Voor de ontwikkeling van het nieuwe sportbeleid treedt Marktplan in overleg met vertegenwoordigers van sportverenigingen in de gemeente. Hiertoe wordt een aantal verenigingen uitgenodigd deel te nemen aan een forumoverleg.
De avond bestaat uit 2 onderdelen:


1. Allereerst wil Marktplan met de vertegenwoordigers van de uitgenodigde sportclubs discussiëren over de voorlopige uitkomsten van het onderzoek dat in het kader van de op te stellen nota is gedaan. Marktplan zal de resultaten van de enquéte bespreken;
2. Marktplan zal de contouren van het sportbeleid presenteren. Marktplan wil graag discussiëren over de doelstellingen, uitgangspunten en aandachtspunten voor het nieuwe sportbeleid van de gemeente. Dat zal geschieden aan de hand van een aantal stellingen.

De resultaten van de avond zullen in de vervolgfase van het opstellen van de sportnota worden verwerkt. Het forumoverleg vindt plaats op donderdag 30 mei as. om 19.30 uur in het Sport- en Gemeenschapscentrum 't Trefpunt te Weerselo. Verenigingen die niet voor het forumoverleg zijn uitgenodigd en toch daaraan wensen deel te nemen zijn eveneens welkom. Zij kunnen echter ook schriftelijk reageren op de stellingen. In een latere fase van het onderzoek zal een bijeenkomst worden georganiseerd voor alle sportverenigingen in de gemeente.

U kunt ook op deze stellingen reageren en wel via e-mail: pwolf@denekamp.nl

STELLINGEN

De discussie over het toekomstig sportbeleid en de accenten daarin zal gevoerd worden aan de hand van stellingen. Het aantal stellingen is echter groot, terwijl de tijd te beperkt is om ze allemaal te kunnen behandelen. Wij vragen u daarom om uw prioriteiten kenbaar te maken. Dit kunt u doen door drie stellingen te kiezen die u absoluut wilt behandelen. Op grond van de keuzes van de deelnemers zullen vervolgens de belangrijkste stellingen worden behandeld.

A. ACCOMMODATIES

Dinkelland bestaat uit een groot aantal kleine kernen. Elke kern heeft wel een aantal sportvoorzieningen. Dat is belangrijk voor de leefbaarheid in die kernen, waarbinnen de sportaccommodaties (mede dankzij de verenigingen) een belangrijke rol vervullen. Behoud van het huidige accommodatieaanbod in de kernen is daarom belangrijk, zo vindt ook het College. We stelden al dat het aantal sporters de komende jaren ongeveer gelijk zal blijven.


1. "Er zijn voldoende accommodaties in Dinkelland."
2. "De gemeente zal zich vooral moeten richten op het behoud en verbetering van de kwaliteit van de accommodaties. Uitbreiding is minder belangrijk."

B. PRIVATISERING

In het collegeprogramma is gesteld dat er een beleid wordt ontwikkeld met als doel om in goed overleg met betrokken verenigingen accommodaties te privatiseren indien dit leidt tot lagere kosten, een betere kwaliteit en een gewaarborgde laagdrempeligheid. Privatisering betekent dat de gemeente taken op het gebied van onderhoud en beheer afstoot aan derden, in dit geval de sportverenigingen. De sportverenigingen zullen, met andere woorden meer zelf moeten doen. Onze stelling:


3. "Wij, de sportverenigingen, hebben voldoende zicht op wat privatisering inhoudt: de hoeveelheid werk, de benodigde arbeidskrachten, de aansprakelijkheid enz."

Terecht zegt de gemeente dat privatisering wel moet leiden tot lagere kosten (voor beide partijen), betere kwaliteit en een gewaarborgde laagdrempeligheid. Afspraken met verenigingen zullen dus één op één moeten gebeuren, in de eerste plaats omdat elke club en elke situatie anders is, in de tweede plaats om te kunnen beoordelen of de privatisering de genoemde positieve effecten zal hebben. Toch zal de gemeente er bij de clubs op moeten aandringen om tot privatisering over te gaan. Stelling:


4. "De verenigingen zijn dagelijks op 'hun'accommodatie bezig en hebben daardoor een beter inzicht in de kwaliteit ervan. Het onderhoud en het beheer van die accommodatie kun je dus maar beter aan hen overlaten, dan blijft de kwaliteit zeker in orde."

Betekent privatisering ook dat de gemeente zich volledig terugtrekt? Of moet de gemeente, bijvoorbeeld als het om groot onderhoud gaat een vinger in de pap blijven houden? Of gaat dan het effect van de privatisering juist teniet?


5. "De vereniging wil onderhoudstaken overnemen als daar een financiële vergoeding (rechtstreeks of indirect via de tarieven) tegenover staat."

6. "Als privatisering betekent dat een deel van de vergoeding voor de overgenomen werkzaamheden gereserveerd wordt voor een door de gemeente beheerde voorziening voor planmatig onderhoud, hoeft het van ons niet."

C. DE SPORTVERENIGING

De sport staat onder invloed van een groot aantal ontwikkelingen. Om er maar een paar te noemen:


+ De bevolkingsomvang zal nauwelijks veranderen.
+ Er zullen op termijn minder jeugdigen in Dinkelland wonen.
+ De vergrijzing is ingezet en zal verder toenemen.
+ Traditionele sportvormen verliezen aan populariteit ten koste van trendy sporten en vrij te beoefenen sporten.
+ De oudere jeugd haakt af.

We kunnen dan ook het volgende stellen:


7. "Wet aantal leden van de sportverenigingen in Dinkelland zal de komende jaren eerder afnemen dan toenemen."

Tegelijkertijd zien we landelijk dat het aantal sporters in totaal is toegenomen en wellicht nog verder zal stijgen. Maar het aantal verenigingsporters neemt af ten opzichte van het aantal ongebonden sporters. Sterker nog: er zijn meer ongebonden sporters dan verenigingsporters.


8. "De aandacht voor de ongebonden sport moet even groot zijn als de aandacht voor de verenigingsport."

Zoals gezegd zijn er veel ontwikkelingen en de sportverenigingen zullen daarop moeten inhaken. We sporten anders, er zijn meer oudere sporters en minder jeugdsporters. De clubs zullen zich hiervan bewust moeten zijn:


9. "De Dinkellandse sportverenigingen zijn aantrekkelijk genoeg om ook in de toekomst de sporlers te binden. Ze zijn dan ook in staat om in te spelen op de veranderende wensen van potentiële sporters."

Toch zal er meer gevraagd worden van de clubs. Neem de bestaande vrijwilligersproblematiek, neem de ophanden zijnde privatiseringsgolf. Uit de enquéte is onder meer gebleken dat twee derde van de clubs niet over voldoende vrijwilligers beschikt. Dat is ver boven het landelijk gemiddelde (50%). Vandaar de volgende stelling:


10. "Binnen 10 jaar zal een deel van de verenigingen moeten fuseren om voldoende organisatorische kracht te behouden."

De vereniging staat echter nooit alleen. Diverse instanties, waaronder de gemeente, bieden op allerlei manieren ondersteunende hulpmiddelen aan.


11. "Als vereniging kunnen wij op voldoende manieren ondersteuning krijgen als we problemen hebben en wij weten waar die hulp beschikbaar is."

D. TARIEVEN

De kosten om een accommodatie in stand te houden verschillen nogal per soort accommodatie Zo is het duurder om een voetbalveld te exploiteren en beheren dan een gymnastieklokaal. Als je die kosten integraal doorberekent in het tarief voor de accommodaties, betekent dat dus dat een voetballer meer zal moeten betalen aan huur dan een badmintonner. Voetbal wordt relatief duur. Te duur?


12. "Voor elke sportaccommodatie moet een gelijk huurbedrag aan de sporters in rekening worden gebracht Zo wordt oneerlijke concurrentie tussen de sporten tegengegaan."

Zijn de tarieven te hoog of juist te laag. Of misschien verantwoord? Verenigingen zijn snel geneigd om de tarieven te hoog te vinden. Is dit terecht?


13. "Verenigingen zijn bekend met de totale kosten van beheer en onderhoud van sportaccommodaties en wat de verenigingen (de sporters) bijdraagt in deze kosten."

E. SUBSIDIES

De gemeente Dinkelland kent een groot aantal subsidies die aan sportverenigingen ten goede komen. Zo zijn er subsidies voor zelfwerkzaamheid of evenementen. Subsidies dus voor bepaalde taken of projecten, er staat een duidelijke tegenprestatie van de club tegenover. Maar er zijn ook waarderingssubsidies, bijvoorbeeld de jeugdsubsidie. De jeugdsubsidie is een manier om jeugdsport te stimuleren. Maar van oudsher sport de jeugd toch wel.


14. "De jeugdsubsidie gaat haar doel voorbij. De jeugd sport toch wel."

Maar als de jeugd dan toch al sport, is het dan niet zinvoller om juist andere groepen in de samenleving te subsidiëren? Bijvoorbeeld een subsidie voor ouderensport, voor alleen de oudere jeugd, voor gehandicapte leden?


15. "Wet is onrechtvaardig en niet zinvol om alleen voorjeugdsporters financiële middelen te verschaffen Andere groepen hebben hier evenveel recht op."

F. SPORTSTIMULERING

Sport is leuk en sport is gezond. Bovendien draag het bij aan een leefbare gemeente. Sport is voor de sporters zelf een doel, voor de gemeente kan het een middel zijn om andere doelen te bereiken. Daarom heeft de gemeente de taak om sportdeelname te bevorderen. Daarom subsidieert zij uitvoerende instanties, zoals de sportverenigingen en MBvO. Maar met subsidies alleen kom je er niet. Om meer richting te kunnen geven aan de gewenste effecten van sportbeoefening (zoals een gezondere bevolking, een leefbare gemeente, meer maatschappelijke participatie) zijn andere middelen nodig, bijvoorbeeld concrete activiteiten. Beter bewegingsonderwijs, samenwerking tussen bewegingsonderwijs en sportverenigingen en doelgroepenorganisaties zijn daar voorbeelden van.


16. "Sportverenigingen zijn in staat en bereid om nauwe samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere organisaties (bijvoorbeeld scholen) om sportprojecten uit te voeren."