Gemeente Breda
29-05-2002
College zoekt oplossing voor bewoners Bernard de Wildestraat. Het college heeft een oplossing gezocht voor de situatie van de bewoners aan de Bernard de Wildestraat. Het college stelt WonenBreda voor ieder een bedrag van 112.500 euro te reserveren om daarmee uit de impasse te komen die is ontstaan rondom de herstructurering van de Bernard de Wildestraat. De gemeente stelt daarbij de randvoorwaarden dat uiterlijk 15 juni besloten wordt tot herhuisvesting van de bewoners en het geven van de verhuiskostenvergoeding en dat een externe ontwikkelaar/ bouwer in het proces betrokken wordt.
In de Bernard de Wildestraat is WonenBreda bezig met een
herstructureringsproject. In de eerste fase (op de plaats van de
voormalige kerk en één van de flatblokken) wordt na de zomervakantie
gestart met de bouw van een woon/zorgcomplex met huize Raffy en
aanleunwoningen in koop en huur. Gezien het bijzondere doel heeft de
gemeente een substantiële bijdrage geleverd aan de realisatie van dit
woon/zorgcomplex. Voor de tweede fase (fase B) wil WonenBreda circa 50
koopappartementen realiseren in de prijsklasse van
188.328 euro (415.000,-) . In het overleg met de gemeente heeft
WonenBreda voor deze tweede fase subsidie aangevraagd. Dit kan volgens
WonenBreda bijvoorbeeld door het verlagen van de grondprijs maar ook
door een subsidie ten laste van het Fonds Stedelijke Vernieuwing of de
reserve Volkshuisvesting.
Ten onrechte is zo het vraagstuk Bernard de Wildestraat direct in
relatie gebracht met de actualisering van het grondbeleid, zoals door
de raad in november 2001 is vastgesteld. De actualisering heeft
namelijk enkel betrekking op de verkoop van gronden voor het
realiseren van bereikbare huurwoningen. Bij de verkoop van gronden
voor koopwoningen blijft de gemeente marktconforme prijzen hanteren.
Overigens heeft inmiddels ook WonenBreda aangegeven dat de discussie
niet gaat over de grondprijs. Het college handhaaft daarom de
grondaanbieding en wijst tevens het verzoek om subsidie op de
realisatie van koopappartementen af. Conform het voorstel neemt de
gemeente in fase B de kosten voor haar rekening voor een
kwaliteitsverbetering van de woonomgeving door de verbreding van de
waterpartij. Ten principale is een subsidie op het realiseren van
koopwoningen niet aan de orde, zeker als er geen speciale doelen zijn
(bijvoorbeeld specifieke doelgroepen of kwaliteitsaspecten: en dan
alleen nog maar in situaties waarin er een samenwerkingsovereenkomst
is over die specifieke doelen en het verstrekken van bijdrage).
Twee jaar geleden heeft WonenBreda met de bewoners van flatblokken 4,
5 en 6 afspraken gemaakt over sloop van de flats (gepland in 2001) en
een sociaal plan (herhuisvesting en verhuiskosten). Door het besluit
tot sloop afhankelijk te stellen van het eindresultaat van de
onderhandelingen met de gemeente Breda heeft WonenBreda de bewoners in
het proces van de onderhandelingen tussen de gemeente en WonenBreda
getrokken. Een positie waar de gemeente en huurders niet voor gekozen
hebben.
Het college zoekt nu naar een oplossing voor de bewoners. Ook het SWOB
(Stedelijke Woonconsumenten Organisatie Breda) heeft een beroep op
beide partijen gedaan om uit de impasse te komen. Het college stelt
WonenBreda voor evenals de gemeente Breda een bedrag van 112.500 euro
te reserveren onder de volgende voorwaarden:
· het sociaal plan moet uiterlijk 15 juni 2002 in werking gesteld
worden
· een extern ontwikkelaar/ bouwer moet worden ingeschakeld om een
beter beeld te krijgen over de resultaten van fase B.
Het college stelt voor om het gemeentelijk aandeel te financieren uit
het Volkshuisvestingsfonds en de corporaties conform de afspraken
hierover advies te vragen.
Breda, 29 mei 2002