European Commission
IP/02/766
Brussel, 28 mei 2002
De Commissie neemt nieuwe initiatieven om haar intern rendement te
verhogen en meer middelen voor kerntaken te kunnen bestemmen
Vandaag heeft de Commissie een reeks voorstellen goedgekeurd die erop
gericht zijn het dagelijks beheer van haar administratieve en
ondersteunende diensten, die met name door het directoraat-generaal
Personeelszaken en administratie worden verricht, te rationaliseren.
Een deel van de taken wordt overgedragen aan drie nieuwe bureaus: één
daarvan wordt belast met de afwikkeling van de geldelijke rechten van
het personeel van de Commissie en de twee andere met het beheer van de
infrastructuur in Brussel respectievelijk in Luxemburg. De oprichting
van deze bureaus kan tot een besparing van 16 miljoen euro ten
opzichte van huidige kosten leiden, dit is ongeveer 18%. Deze
kostenbesparing zou nog kunnen toenemen als de overige EU-instellingen
bereid worden gevonden om op deze gebieden samen te werken. De
voorstellen die vandaag zijn goedgekeurd worden eerst met de
personeelsvertegenwoordigers besproken; in het najaar wordt een
gedetailleerd ontwerpbesluit ter goedkeuring aan de Commissie
voorgelegd.
Vice-voorzitter Kinnock is verheugd over deze voorstellen: "Van bij
het begin van de hervorming heeft de Commissie er steeds naar
gestreefd een betere dienstverlening te waarborgen voor de Europese
burger en, met het oog op een hoger rendement, ook voor haar
personeel. De maatregelen die vandaag worden voorgesteld moeten in het
kader van dat streven worden gezien. Ter wille van de doeltreffendheid
moeten essentiële diensten, zoals de uitbetaling van bezoldigingen en
sociale bijstand, beter zichtbaar worden en moeten de
verantwoordelijkheden ter zake worden gedecentraliseerd. Daardoor zal
meer personeel in vaste dienst beschikbaar zijn om zich met de
kernactiviteiten bezig te houden, zonder dat aan de
verantwoordingsplicht wordt geraakt. Ik nodig de overige instellingen
uit om op deze gebieden met ons samen te werken, zodat ook zij profijt
kunnen halen uit de synergie die daardoor ontstaat. Deze voorstellen
zullen eerst volgens de gebruikelijke procedure met de
personeelsvertegenwoordigers worden besproken; daarna wordt een
definitief voorstel geformuleerd."
Het eerste voorstel van de Commissie is erop gericht een rechtskader
tot stand te brengen voor de oprichting van een nieuw soort bureau,
dat onder de verantwoordelijkheid en onder het gezag van de Commissie
functioneert, maar dat over ruime beheersbevoegdheden beschikt. Aan
het hoofd van het bureau staat een ambtenaar van de Commissie, die
verantwoording verschuldigd is aan een raad van bestuur die het
personeel van de Commissie (de "cliënt" van het bureau)
vertegenwoordigt; deze ambtenaar wordt belast met de vaststelling van
de beleidsdoelstellingen en de controle op de verwezenlijking daarvan,
en brengt verslag uit bij het College van de Commissieleden.
Bij deze bureaus wordt een beperkt aantal EU-ambtenaren tewerkgesteld
- van wie de rechten en de verplichtingen ongewijzigd blijven -,
alsmede een aantal "arbeidscontractanten" die voor bepaalde tijd
worden aangeworven om de technische werkzaamheden te verrichten die
aan het bureau zijn overgedragen .
In haar tweede voorstel wil de Commissie dit model toepassen op een
aantal diensten die thans door het personeel van het
directoraat-generaal "Personeelszaken en administratie" worden
verricht:
* een bureau belast met de uitbetalingen, dat verantwoordelijk is
voor de vaststelling, de berekening en de afwikkeling van de
individuele rechten van de ambtenaren (bezoldiging, kosten van
dienstreizen, ziektekosten- en ongevallenverzekering, pensioenen,
vergoeding van kosten van deskundigen). Het door dit bureau te
beheren budget bedraagt ongeveer 1,95 miljard euro (voor 2001); de
exploitatiekosten zouden 22 miljoen euro bedragen, dit is 15%
minder dan de huidige kosten (26 miljoen euro).
* twee bureaus belast met infrastructuur en logistiek (één in
Brussel en één in Luxemburg), die het gebouwenbeleid voor hun
rekening nemen en verantwoordelijk zijn voor het beheer van de
kantoorruimten, de huisvesting van de diensten, het technisch
onderhoud, aankopen en leveringen, interne logistiek en interne
diensten. Deze bureaus zouden samen een budget van ongeveer 317
miljoen euro moeten beheren; de exploitatiekosten voor Brussel
zouden met ongeveer 20% verminderen (van 46 tot 37 miljoen euro)
en die voor Luxemburg met ongeveer 17% (van 17,5 tot 14,5 miljoen
euro).
Deze bureaus kunnen op interinstitutioneel niveau werken. Het bureau
"uitbetaling" neemt de betaling van de pensioenen van alle gewezen
ambtenaren - ook die van de overige instellingen - over van DG ADMIN
en is dus ook in staat alle andere rechten af te wikkelen. De in
Luxemburg gevestigde instellingen hebben al te kennen gegeven dat zij
belangstelling hebben om mee te werken aan het bureau voor
infrastructuur en logistiek. In Brussel, waar de omvang en de
behoeften van de instellingen zeer uiteenlopend zijn, zijn de
besprekingen nog niet zo ver gevorderd.
Opmerking
Deze voorstellen vloeien rechtsreeks voort uit de aanzienlijke
inspanningen die de Commissie op het gebied van de reorganisatie van
haar diensten heeft geleverd naar aanleiding van de conclusies van de
"peer group" die in 2000 een vergelijking heeft gemaakt van de
verdeling van de middelen over de diensten van de Commissie en de
prioritaire taken waarmee deze diensten zijn belast.
De volledige tenuitvoerlegging van deze voorstellen, waarvoor een
overgangsperiode van vijf tot zeven jaar nodig zal zijn, is
afhankelijk van een aantal elementen:
* De besprekingen met de personeelsvertegenwoordiging bij de
Commissie, die in de zomer plaatsvinden en die in het najaar tot
een definitief voorstel moeten leiden;
* De goedkeuring door de Raad van het herziene Financieel Reglement,
dat een verder doorgedreven decentralisatie van de financiële
besluitvorming mogelijk moet maken - geplande datum: juni 2002;
* De goedkeuring door de Raad van de wijziging van het Statuut van
de ambtenaren. De besprekingen hierover zijn aangevat en de
goedkeuring is gepland voor juli 2003.