Gemeente Vianen

Gemeente Vianen treedt toe tot het Sportconvenant

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vianen heeft op 28 mei 2002 besloten om toe te treden tot het sportconvenant. Hiermee treedt de gemeente als eerste in de regio officieel toe tot het convenant energie en milieu voor zwembaden, sporthallen en kunstijsbanen. Dit Convenant is op 8 juni 2000 ondertekend door de ministers van VROM en Economische Zaken (EZ), de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Nederlands Instituut voor lokale Sport & Recreatie (LC), het Nederlands Olympisch Comité (NOC*NSF), Vereniging Kunstijsbanen Nederland (VKN) en RECRON (vereniging van Recreatieondernemers Nederland). Het Convenant heeft tot doel om energie en milieuzorg bij sportaccommodaties te verbeteren. Vianen wordt door het Nederlands Instituut voor lokale Sport & Recreatie (LC) vertegenwoordigd.

Sportcentrum Helsdingen
De gemeente Vianen treedt toe tot het convenant met sportcentrum Helsdingen. In dit sportcomplex is de milieubelasting door het gebruik van veel energie, water en chemicaliën hoog. Het convenant past binnen het beleidsplan Interne Milieuzorg, dat op 18 april 2002 door de gemeenteraad is vastgesteld. De activiteiten die moeten worden uitgevoerd, worden opgenomen in het milieuzorgprogramma, dat een onderdeel is van het milieuzorg(management)systeem. Dit systeem wordt dit jaar opgezet op basis van de wereldwijde norm ISO 14001.

Milieudoelstellingen
Door de toetreding verplicht Vianen zich in te spannen om in 2010 diverse milieudoelstellingen te realiseren ten opzichte van 1998. Het gaat om doelstellingen op het gebied van energie- en watergebruik, afvalreduktie, chemicaliengebruik en duurzaam bouwen. De verwachting is dat deze doelstellingen wel gerealiseerd worden, omdat Vianen al jaren bewust omgaat met deze milieu items. Zo is het energieverbruik de laatste 2 jaren fors gedaald. Daarnaast wordt Vianen (gratis) ondersteund door Novem, en wordt het softwareprogramma Ecomaat aangeschaft, waarmee het energie-, water- en chemicaliënverbruik en de afvalproductie kunnen worden bijgehouden.