Provincie Gelderland
Gelderse reactie op rapport Luteijn over hoogwaterproblematiek
Gelderland: inzetten op structurele maatregelen en meewerken aan
noodoverloopgebieden
Goede en snelle afvoer van water van groot belang
Gelderland wil loyaal meewerken aan het realiseren van
noodoverloopgebieden, maar alleen wanneer er voortvarend gewerkt
blijft worden aan structurele maatregelen om water af te voeren.
Daarnaast moet eerst duidelijk zijn dat noodoverloopgebieden echt
noodzakelijk zijn in verband met de te verwachten afvoer uit
Duitsland. Dat is in het kort de reactie van watergedeputeerde Johan
de Bondt, vooruitlopend op het verschijnen van het rapport Luteijn.
De Bondt doelt hiermee op de zorgen van de provincie Gelderland over
de mogelijke stoppen in de Waal (Gorinchem, Volkeraksluizen) en boven
Kampen in de IJssel waardoor het water niet vrijelijk kan wegstromen.
Nederrijn, IJssel en Waal moeten zoveel mogelijk benut worden voor de
toekomstige waterafvoer.
Tijdens de 3e Hoogwaterconferentie verleden week in het provinciehuis
is uitvoerig gesproken over noodoverloopgebieden en retentiebekkens.
Niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland. Algemeen wordt er van
uit gegaan dat maatregelen aan de rivier bovenstrooms het beste
resultaat opleveren. Daarover wordt nu tussen Rijkswaterstaat,
Gelderland en de betrokken Duitse deelstaten overleg gevoerd.
Gelderland is hierbij een grote initiator. De provincie wil niet
lijdzaam afwachten wat er over de grens mogelijkerwijs gaat gebeuren.
Verder is het belangrijk dat de door de commissie Luteijn voorgestelde noodoverloopgebieden als Ooijpolder en Rijnstrangen alleen worden ingezet bij echte hoogwatersituaties boven de 16.000 m3 of in de toekomst 18.000 m3. Het mag volgens De Bondt absoluut niet zo zijn dat de gebieden onder water gezet worden vanwege achterstallig onderhoud aan de dijken. Daarom de nadruk van Gelderland op de absolute noodzaak van snelle, structurele maatregelen aan en in het rivierbed.
Nadere informatie bij de dienst Milieu en Water, Frans Verhoef, tel:
026 - 359 88 07, of de afdeling Communicatie, Johan Visser, tel: 026 -
359 90 22