Rijksuniversiteit Groningen

Effecten van verhoging adequaatheid hemodialyse bestudeerd

Bij patiënten met nierfalen die zijn aangewezen op hemodialyse is er veel aandacht voor de adequaatheid van de dialysebehandeling. De hoeveelheid dialyse (ofwel dialysedosis), de voedingsinname en voedingstoestand van de patiënt zijn belangrijke aspecten van dialyse-adequaatheid. Er is echter nog veel onduidelijkheid over de onderlinge relatie daartussen. Drs. Wybe Douwe Kloppenburg verrichtte verschillende onderzoeken om deze onderlinge relaties beter te begrijpen. Eerst testte hij de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van momenteel toegepaste methoden om het ureumverdelingvolume (UDV) te bepalen, omdat een juiste schatting van het UDV nodig is voor een betrouwbare bepaling van de PNA, een maat voor de eiwitinname (via de voeding). Kloppenburg ontdekte dat de veel gebruikte antropometrische meetmethoden het UDV overschatten met 20 tot 40 procent. Als gevolg daarvan wordt ook de daadwerkelijke eiwitinname via de voeding overschat. Vervolgens bepaalde de promovendus de beste manier om de PNA-waarden als maat voor diëtaire eiwitinname te normaliseren voor individuele verschillen in lichaamsmassa. De promovendus onderzocht ook hoe vaak metingen naar dialyse-adequaatheid verricht moeten worden. Het bleek dat voor een betrouwbare bepaling van de dialysedosis in individuele patiënten, het gemiddelde van drie metingen nodig is. Om iets te kunnen zeggen over de eiwit- en energieinname van een patiënt, moet het gemiddelde van tenminste drie PNA metingen bekend zijn en een voedingsdagboek van tenminste één week worden bijgehouden. Voorts bestudeerde Kloppenburg wat het effect is van een verhoging van de dialysedosis en van het eiwitgehalte van het dieet op de eiwitinname en de voedingstoestand bij hemodialysepatiënten. Hij stelt vast dat een hoog eiwitdieet slechts leidt tot een geringe stijging in de eiwitinname. Een verhoging van de dialysedosis bleek geen invloed te hebben op de eiwitinname. Ook een combinatie van een hoge dialysedosis met een hoog eiwitdieet had geen gunstig effect op de voedingstoestand ten opzichte van een reguliere dosis en een regulier dieet. Tot slot onderzocht Kloppenburg hoe het komt dat patiënten die zelf een lage energieinname rapporteren, toch een stabiel of toegenomen lichaamsgewicht hebben. Dit blijkt vooral voor te komen bij patiënten met neiging tot overgewicht en de promovendus vermoedt dat dit te maken heeft met onderschatting van de dagelijkse inname. /ImK

Wybe Douwe Kloppenburg (Steenwijk, 1966) studeerde geneeskunde in Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Interne Geneeskunde, onderafdeling Nefrologie, van het Academisch Ziekenhuis Groningen en binnen de onderzoeksschool GUIDE (Groningen University Institute for Drug Exploration) van de RUG. De Nierstichting Nederland financierde het onderzoek. Momenteel is Kloppenburg internist-in-opleiding bij de afdeling Interne Geneeskunde van het AZG.

Datum en tijd

woensdag 29 mei 2002, 14.15 uur

Promovendus

W.D. Kloppenburg, tel. (050)361 61 61, e-mail:
w.d.kloppenburg@int.azg.nl (werk)

Proefschrift

Adequacy and nutrition in chronic hemodialysis

Promotor

prof.dr. P.E. de Jong

Faculteit

medische wetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Promotie