Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bestuurlijke Afspraken 2002 tussen SZW en de gemeente Amsterdam
De Minister van SZW en wethouder Oudkerk van de gemeente Amsterdam hebben op 2 mei 2002
de volgende afspraken gemaakt.
De gemeente Amsterdam heeft in de afgelopen periode een inspanning geleverd op het terrein van
reïntegratie. Tevens is een integraal plan van aanpak opgesteld waarin de beoogde resultaten
concreet zijn benoemd. Het rijk is gelet op de gepleegde inspanningen bereid tot een afspraak voor
2002 te komen om de gemeente Amsterdam in de gelegenheid te stellen om een goed vervolg te
waarborgen op de MegaBanenMarkt. Het invoeren van casemanagement in de gemeente
Amsterdam krijgt een belangrijke impuls.
Aan deze afspraken wordt de voorwaarde verbonden dat de uitvoering van de Abw in Amsterdam
op adequate wijze plaatsvindt. De Inspectie Werk en Inkomen zal hierop toezicht houden.
De afspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op het jaar 2002. In het kader van de Agenda
voor de Toekomst is budget beschikbaar voor de G4, voor de G26 en voor alle gemeenten die niet
tot de G30 behoren. Binnen het budget voor de G4 is voor Amsterdam een totaalbudget
beschikbaar van * 67.134.001,-. Middels deze afspraken wordt hiervan * 25.341.284,-
aangewend. Het resterende bedrag van * 41.792.717,- blijft gereserveerd voor de gemeente
Amsterdam. Op basis van kwartaalrapportages zal worden bezien of de resultaten zodanig zijn dat
aan de voorwaarden is voldaan om het resterende bedrag voor de Agenda voor de Toekomst voor
de volgende jaren beschikbaar te stellen.
De door Amsterdam te leveren extra inspanning bestaat uit:
* het uitvoeren van 18.825 trajecten in 2002.
* de uitstroom uit deze trajecten loopt op tot 40% in 2004. In 2002 wordt een uitstroom uit deze
trajecten gerealiseerd van 15%.
* de uitstroom uit de Wiw van de na 1 januari 1998 ingestroomde Wiw-ers wordt opgehoogd naar
het landelijk gemiddelde (in 2002 tenminste 30%).
* het realiseren van trajecten en uitstroom voor migranten naar evenredigheid.
* een actieve fraudebestrijding (misbruik en oneigenlijk gebruik) en een stringente en consistente
toepassing van de sancties op basis van de Wet boeten en maatregelen. Dit houdt onder meer in
dat de uitkering van uitkeringsgerechtigden die niet of onvoldoende meewerken aan de
afgesproken werktoeleidingstrajecten wordt stopgezet.
* Een actieve benadering van niet-uitkeringsgerechtigden.
* het voortzetten van een kwalitatief goede cliëntenparticipatie als integraal onderdeel van de
beleidscyclus, waarbij de komende jaren periodieke klanttevredenheidsonderzoeken worden
gehouden.
* het realiseren van een zodanige aanpassing van de werkprocessen dat de werkwijze van het
casemanagement integraal werkzaam is in de organisatie en heeft geleid tot een zichtbare
versnelling en vergroting van de effectiviteit van de sluitende aanpak.
1
De Minister van SZW stelt daarvoor, onder de hieronder genoemde voorwaarden, een bijdrage
beschikbaar voor:
* de invoering van een intensieve aanpak door middel van het casemanagement een bedrag van *
17.900.092,- voor 2002.
* kinderopvang die noodzakelijk is om de afspraken te realiseren een bedrag beschikbaar van
voorlopig * 3.720.596,-; bij realisatie van de afspraken voor 2002 komt het totale voor 2002
gereserveerde bedrag van * 7.441.192,- beschikbaar.
Als voorwaarden voor de bijdrage van het Rijk gelden:
1. De Rijksbijdrage wordt beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat er sprake is van een
adequate uitvoering van de Abw in Amsterdam. Indien de Minister van oordeel is dat zulks niet
het geval is, kan de Minister de afspraken en de financiering daarvan opschorten. Daaraan
voorafgaand wordt de gemeente in dat geval door middel van een bestuurlijk overleg gehoord om
haar zienswijze kenbaar te maken.
2. De Rijksbijdrage wordt beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de gemeente Amsterdam
in 2002 een volumereductie van het bijstandsvolume als gevolg van het beëindigen van uitkeringen
van het dubbele van het landelijke percentage (zonder Amsterdam) realiseert.
3. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) zal zorgdragen voor een adequaat toezicht op de
uitvoering van de Abw en de bestuurlijke afspraken in Amsterdam.
4. Rond 1 juli 2002, 1 oktober 2002, 1 januari 2003 wordt, mede op basis van
kwartaalrapportages van de gemeente Amsterdam over de voortgang, een evaluatie uitgevoerd
teneinde te bepalen of de gemaakte afspraken zijn gerealiseerd.
5. De afrekening over 2002 vindt uiterlijk 1 juli 2003 plaats op basis van de volgende systematiek:
50% van de middelen wordt bepaald op basis van het overeengekomen aantal trajecten in 2002
en 50% van de middelen wordt bepaald op basis van de overeengekomen uitstroom in 2002. Er
wordt voorlopig afgerekend per kwartaal achteraf naar het aantal gerealiseerde trajecten.
6. Ten behoeve van een adequate informatievoorziening wordt overeengekomen dat de gegevens
voor de Abw statistiek zorgvuldig, tijdig en betrouwbaar worden aangeleverd . De monitor
scholing en activering wordt overeenkomstig het tijdpad in de regeling informatie Wet inschakeling
werkzoekende gerealiseerd.
7. Voor het overige gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de Algemene Regeling SZW
subsidies op basis van de Kaderwet SZW subsidies (inclusief een accountantsverklaring).
Amsterdam, 2 mei 2002
De Minister van Sociale Zaken Wethouder sociale infrastructuur van de
en Werkgelegenheid, de gemeente Amsterdam, onder
voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring,
2
(W.A. Vermeend) ( R. Oudkerk)
3