Centrum Beeldende Kunst Rotterdam

Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte

Pinguïns van Herman Lamers op het Bleiswijkplein

In alle stilte zijn in april jongstleden twee vreemde vogels neergestreken op het Bleiswijkplein in Rotterdam. Het zijn twee manshoge bronzen pinguïns op een windroos. De deelgemeente Noord benaderde het Centrum Beeldende Kunst met de vraag te bemiddelen voor een kunstwerk voor het heringerichte Bleiswijkplein. Herman Lamers, van wiens hand de grote blauwwitte cirkel is die sinds twee jaar op het Noordereiland ligt, besloot dit maal een totaal ander, niet abstract werk te ontwerpen. Met een knipoog keerde hij terug naar de meest traditionele kunst die we kennen in de openbare ruimte: het bronzen figuratieve beeld.

Het Bleiswijkplein ligt enigszins verscholen in het hart van het oude noorden van Rotterdam, in de oksel van de Bergweg en de Zwart Janstraat. In 2001 is het plein volledig heringericht. De deelgemeente had behoefte aan een kunstwerk op het plein, met daarin een verwijzing naar de diversiteit en afkomst van de gebruikers en bewoners. Door bewoner Robbert Stam werd daarvoor het idee van de 'windroos' naar voren gebracht. Dit als verwijzing naar de verre windstreken waar bewoners in het Oude Noorden vandaan komen en naar de Rotterdamse relatie met het water. Beeldend kunstenaar Herman Lamers zag hier wel wat in en maakte een windroos als een zandkleurige terrazzo vloer met een ingelegde parelmoerkleurige lijnenstructuur. Tegelijk is het plateau waar de pinguïns op staan, van vijf bij vijf meter, een boomrooster. Het feit dat er geen boom op staat maar twee dieren, maakt deze nog meer 'vreemde vogels' dan ze al zijn. Het boomrooster heeft het patroon van de geografische ringen op de atlas en verwijst zo ook nog naar de afkomst van de vogels, namelijk de Zuidpool. Het terrazzo is zandkleurig in tegenstelling tot water of ijskleuren waar pinguïns normaal mee worden geassocieerd.

Pinguïns zijn als diersoort ongekend populair geworden dankzij hun aaibaarheidsfactor en het feit dat hun postuur op dat van mensen lijkt. Dat is ook een van de vergelijkingen die Herman Lamers trekt met zijn beelden. De serieuze blik in de ogen van de twee vogels, gecombineerd met hun onelegante postuur doet menselijk aan. De maatverhouding van een grotere en een kleinere (man-vrouw of ouder-kind), versterkt hun menselijkheid. Sommigen vinden de beelden bijvoorbeeld sprekend op Hollanders lijken, met bierbuik en al.

omhoog

bkor@cbk.rotterdam.nl

com@cbk.rotterdam.nl

root@cbk.rotterdam.nl (webmasker)