Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
en
De Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken Postbus 20018 2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2002/1027
datum
17-05-2002
onderwerp
Agenda Landbouwraad te Brussel op dinsdag 27 mei a.s.
TRC 2002/4647
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij deel ik u mee dat op maandag 27 mei a.s. te Brussel een vergadering gehouden zal worden van de landbouwministers van de Europese Unie. De voorlopige agenda bevat een zestal punten. De belangrijkste punten waarover tijdens deze vergadering gesproken zal worden zijn de positie van vrouwen in het landelijk gebied, de vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel, een marktordening voor ethylalcohol uit landbouwproducten, de vergroting van het importcontingent van rundvlees van hoge kwaliteit uit Paraguay en Argentinië en de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen.
datum
17-05-2002
kenmerk
IZ. 2002/1027
bijlage
De agenda is als volgt opgebouwd:
1. Openbaar debat over gelijke kansen op het platteland
Voorzitterschap legt de Raad een ontwerp-verklaring voor waarin aandacht wordt gevraagd voor de betekenis van vrouwen in de plattelandsgemeenschap. Concreet gaat het er om dat er meer aandacht komt voor de rol van vrouwen in de plattelandsontwikkeling. Onder andere gaat het er om te zorgen dat ook vrouwen nieuwe soorten banen oppakken en in sterkere mate deelnemen aan besluitvormingsprocessen.
Nederland stemt in het algemeen in met het document van het Voorzitterschap. Wel wil ik benadrukken dat acties gericht op de ontwikkeling van vrouwen moeten plaatsvinden in een omgeving die daarvoor de ruimte biedt. Gelijke kansen voor vrouwen zijn niet afhankelijk van plattelandsbeleid, maar moeten zijn ingebed in een algemeen klimaat dat daarvoor de ruimte schept. Verder acht Nederland het van belang in het kader van de ontwikkeling naar een multifunctionele landbouw dat de aandacht niet alleen naar de positie van de vrouw uitgaat, maar in het algemeen naar initiatieven tot diversificatie van activiteiten in het landelijk gebied.
2. Vaststelling van een contingenteringsregel voor de productie van
aardappelzetmeel
De Commissie was krachtens de verordening van de Raad tot vaststelling
van een contingenteringsregeling voor de productie van
aardappelzetmeel gehouden om uiterlijk 31 oktober 2001 bij de Raad een
verslag in te dienen over de verdeling van contingenten in de
Gemeenschap. Tevens dient de Commissie voor de komende drie jaar een
voorstel in te dienen voor de verdeling van de contingenten.
Uit het verslag dat de Commissie heeft opgesteld, blijkt dat de
huidige regeling goed heeft gewerkt. De Commissie stelt daarom voor de
productiequota voor de komende drie jaar vast te stellen op hetzelfde
niveau als voor het seizoen 2001/2002. Na bespreking van het verslag
van de Commissie in de Raad van januari bleek dat een meerderheid van
de lidstaten akkoord kan gaan met het voorstel van de Commissie.
Enkele lidstaten zijn teleurgesteld over het verslag; zij willen graag
een hoger quotum.
Gelet op het grote belang van de aardappelzetmeelsector voor Nederland
steun ik de voorstellen van de Commissie. Nederland is tegen een
verhoging van het Europese contingent. Dat zou kunnen leiden tot een
verstoring van het evenwicht dat op de aardappelzetmeelmarkt is
ontstaan. Verhoging van het contingent zal ook leiden tot
kostenverhoging. Nederland wil wel de ruimte laten voor tussentijdse
aanpassingen als daarvoor dwingende redenen zijn, bijvoorbeeld tijdens
de mid term review.
3. Marktordening voor ethylalcohol uit landbouwproducten
Ter bespreking ligt een voorstel van de Commissie voor een
monitoringssysteem voor ethylalcohol van landbouwproducten. Dit
voorstel vloeit voort uit een onderzoek naar de huidige economische
moeilijkheden en beperkte toekomst-perspectieven voor de sector. De
Raad verzocht in juli 2000 om een onderzoek naar de wenselijkheid van
een monitoringsraamwerk voor ethylalcohol.
Vooralsnog kiest de Commissie voor een 'lichte' Gemeenschappelijke
Marktordening voor het monitoringssysteem. De Commissie beoogt met het
voorstel de informatievoorziening in de markt te verbeteren en de
transparantie in de sector te verhogen. In het voorstel zijn geen
interventie-maatregelen voorzien. Derhalve zijn er geen financiële
gevolgen voor het EU-budget. Na eerdere discussies in de Raad bleef
een drietal discussiepunten over:
1. de naam van het systeem: wel of geen marktordening.
2. hoe om te gaan met de staatssteunregeling
3. de onderbrenging van synthetische alcohol in het systeem.
De meeste lidstaten hebben geen moeite met een lichte marktordening.
Een aantal lidstaten heeft echter te kennen gegeven hier bezwaren
tegen te hebben. Het Voorzitterschap stelt nu voor te spreken over een
'kader van specifieke maatregelen'.
De meeste lidstaten kiezen op grond van pragmatische overwegingen voor
het onderbrengen van synthetische alcohol in dit voorstel. Voor deze
alcohol gaan echter minder verplichtingen gelden.
Een aantal lidstaten heeft geen moeite met de Duitse steun aan de
sector. Met enkele andere lidstaten heeft Nederland die moeite uit
principiële overwegingen wel. Bovendien ondervindt onze industrie
nadeel van de Duitse maatregelen.
Ik ben voorstander van handhaving van art. 10 van het voorstel dat
bepaalt dat steunmaatregelen door een lidstaat onverenigbaar zijn met
de interne markt. Een kaderregeling staat bepalingen ten aanzien van
staatssteunverlening niet in de weg. Ik hecht aan behoud van art. 10
eventueel met een overgangsperiode tot afbouw van nationale steun in
Duitsland.
Ik steun het voorstel voor deze kaderregeling, die ik het liefst met
het Voorzitterschap 'een kader van specifieke maatregelen' wil noemen,
omdat het de transparantie op de alcoholmarkt vergroot. Nederland
stemt in met de uitbreiding van de regeling tot synthetische alcohol,
maar is tegen een volledige gelijkstelling daarvan met de ethylalcohol
uit landbouwproducten.
4. Contingent voor invoer van rundvlees van hoge kwaliteit
Bij de invoer van rundvlees uit derde landen spelen invoercontingenten een belangrijke rol. Een aantal van deze derde landen heeft vorig jaar problemen ondervonden als gevolg van de BSE- en MKZ-crises. Commissaris Fischler wil twee van deze landen tegemoet komen door een extra invoercontingent rundvlees van hoge kwaliteit te openen. Het gaat om een eenmalig extra contingent voor Argentinië van 10.000 ton en een nieuw jaarlijks contingent van 1.000 ton voor Paraguay.
Nederland staat in beginsel positief tegenover het Commissievoorstel.
Het past in het streven naar verdere liberalisatie van de wereldhandel
om ook voor Paraguay een contingent te openen voor rundvlees van hoge
kwaliteit. Gezien de economische problemen in Argentinië is het
gerechtvaardigd compensatie te bieden voor de economische schade die
zij geleden hebben doordat het contingent het afgelopen jaar niet
volledig kon worden benut.
5. Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen
van landbouwproducten en levensmiddelen
De verordening waarvoor de Commissie een wijzigingsvoorstel indiende,
biedt producenten de mogelijkheid de geografische benaming van een
product door middel van registratie op Europees niveau te beschermen.
Een op communautair niveau geregistreerde geografische benaming mag
uitsluitend door bedrijven in de betrokken zone worden gebruikt.
Doelstelling van de verordening is het scheppen van helderheid in de
markt om producenten en consumenten te beschermen tegen misbruik van
dergelijke geografische benamingen. De voorgestelde wijzigingen
betreffen:
1. het TRIPS (Trade Related Intellectual Property Rights) conform
maken van de verordening (o.a. openstelling voor alle WTO leden op
basis van reciprociteit);
2. wijziging van de werkingssfeer (mineraalwater en bronwater worden
uitgesloten, wijnazijn wordt toegevoegd);
3. een aantal verduidelijkingen (onder andere ten aanzien van
conflicten met merkenrecht; homoniemen d.w.z. geheel of
gedeeltelijk identieke geografisch benamingen);
4. enkele technische wijzigingen (onder andere het vereenvoudigen van
de toelatingsprocedure).
Wat het eerste punt betreft, steunt een groot aantal landen, waaronder
Nederland, het voorstel van de Commissie.
Nederland is het niet eens met het schrappen van mineraalwater en
bronwater, omdat daarmee de bescherming die zes jaar geleden werd
toegezegd, wordt opgeheven. De overheid moet een betrouwbare speler
blijven in het economische verkeer. Met de twee laatste punten kan ik
instemmen.
6. Diversen
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
---