Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Juridische Zaken Afdeling Internationaal Recht Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 27 mei 2002 Behandeld mr. drs. W.E.M. van Bladel
Kenmerk DJZ/IR-153/02 Telefoon 31 70 348 4931
Blad /1 Fax 31 70 348 5128

Bijlage(n) 1 E-Mail ineke-van.bladel@minbuza,.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Van den Doel over de gelijkstelling van ongehuwde en gehuwde partners in het NAVO Status Verdrag

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van den Doel over de gelijkstelling van ongehuwde en gehuwde partners in het NAVO Status Verdrag. Deze vragen werden ingezonden op 25 april 2002 met kenmerk 2010209710.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van

Buitenlandse Zaken, en de heer Van Hoof,

staatsecretaris van Defensie, op vragen

van het lid Van den Doel

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat niet-gehuwde partners geen gebruik mogen maken van de faciliteiten die het NAVO Status Verdrag gehuwde partners biedt?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat deze situatie voor mensen met een samenlevingscontract - waarbij deze voor de wet gelijk zijn gesteld met gehuwden - (wat wel door Nederland maar niet door het NAVO Status Verdrag erkend wordt) grote problemen kan opleveren? Bent u het ermee eens dat dit een onwenselijke situatie is?

Antwoord

Ik kan mij voorstellen dat dit tot onaangename situaties kan leiden.

Vraag 3

Welke voorstellen gaat u doen om het NAVO-verdrag ter zake aan te passen?

Antwoord

Bij het NAVO Status Verdrag zijn alle negentien NAVO lidstaten partij. Voor een wijziging van dit verdrag is de goedkeuring van al deze lidstaten nodig. De Nederlandse opvattingen over de gelijkstelling van mensen met een samenlevingscontract met gehuwden, wordt door het merendeel van de NAVO bondgenoten niet gedeeld. Daarom liggen bilaterale afspraken met NAVO landen waar Nederlandse militairen zijn gestationeerd meer in de rede.

Vraag 4

Bent u bereid, zo lang het NAVO-verdrag niet is gewijzigd, om hier bilaterale afspraken met België en Duitsland over te maken?

Antwoord

Tijdens de onderhandelingen over de zogenaamde Legerkorpsverdragen in 1997 is getracht om mensen met een samenlevingscontract met gehuwden gelijk te stellen. De Duitse autoriteiten bleken hiertoe destijds echter niet bereid te zijn. Niettemin zal thans opnieuw een poging daartoe worden ondernomen. Ook met België zal worden getracht om tot een vergelijkbare regeling te komen.

===