Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Westelijk Halfrond Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 24 mei 2002 Auteur J.J. Groenemeijer

Kenmerk MC/JG-226/02 Telefoon 070-3485250

Blad /1 Fax 070-3485472

Bijlage(n) 3 E-mail jj.groenemeijer@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Hoekema over de dood van Guillermo Ovalle de Leon
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Hoekema over de dood van Guillermo Valle de León. Deze vragen werden ingezonden op 7 mei 2002 met kenmerk 2010210210.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse zaken, op vragen van het lid Hoekema over de dood van Guillermo Ovalle de León.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de gewelddadige dood van Guillermo Ovalle de León, medewerker van de Stichting Rigoberta Menchu'Tum (FRMT) op 29 april jl. in Guatemala Stad ?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de omstandigheden van deze gewelddadige dood gezien onder meer het feit dat 25 keer op betrokkene is geschoten, dat betrokkene in 2000 al doodsbedreigingen ontving en dat bij de Stichting telefoontjes met begrafenismuziek zijn binnengekomen ?

Antwoord

Dit soort overvallen, met grof geweld zodra een slachtoffer zich verzet, zijn in Guatemala helaas aan de orde van de dag. Op basis van een krantenfoto en herkenning door verschillende getuigen zijn inmiddels twee verdachten aangehouden in de ziekenhuizen waar zij zich lieten behandelen voor schotwonden. Over de toedracht van een en ander is uitgebreid in de lokale pers bericht. Ook MINUGUA, het VN-orgaan dat toezicht houdt op de uitvoering van de Vredesakkoorden, heeft op basis van getuigenverklaringen een voorlopig rapport opgesteld over het voorval. Volgens dit rapport bevonden zich op 29 april vijftien tot twintig klanten in het restaurant waar Guillermo Ovalle de León de lunch gebruikte, toen om ca. 13.30 uur enkele mannen het etablissement betraden en de aanwezigen bevalen hun bezittingen van waarde op tafel te leggen. Volgens getuigen maakten de overvallers zich vervolgens meester van geld, horloges en mobiele telefoons.

Een van de klanten schoot op de overvallers waarna deze terugschoten. Guillermo Ovalle de León werd hierbij gedood en twee andere personen raakten zwaar gewond. MINUGUA drong in genoemd rapport aan op een snel en gedegen onderzoek.

Op 8 mei is de rechter tot de conclusie gekomen dat het om een roofoverval ging en niet om een politieke moord.

De Stichting FRMT en andere mensenrechtenorganisaties blijven vooralsnog van mening dat de aanslag politieke achtergronden had, mede gezien het feit dat de Stichting kort na de moord een telefoontje met begrafenismuziek ontving. In het lokaal van de stichting werden 13 patroonhulzen en één kogel gevonden.

Vraag 3

Bent u van mening dat de kans groot is dat het hier om een moordaanslag met politieke motieven gaat, mede gezien de recente serie gewelddadigheden die recent plaats vond in Guatemala ?

Antwoord

Zie ook het antwoord op vraag 2.

Niettemin moet worden opgemerkt dat deze waarschijnlijke roofoverval zich heeft voltrokken in een klimaat dat de laatste maanden gekenmerkt wordt door een toename van bedreigingen van medewerkers van mensenrechtenorganisaties, vakbondsleiders en ook medewerkers van het justitieel apparaat. De overheid lijkt niet in staat of bereid op afdoende wijze, niet alleen de daders zelf, maar ook de krachten achter deze aanslagen aan te houden en te berechten.

Het is in Guatemala nog steeds moeilijk daadwerkelijk een einde te maken aan de macht van duistere krachten op de achtergrond, die voor een deel bestaat uit ex-militairen. Deze willen nog steeds hun invloed doen gelden op de politieke gang van zaken in het land en vrezen een veroordeling voor hun aandeel in de mensenrechtenschendingen uit de burgeroorlog. Dit maakt het ook begrijpelijk dat mensenrechtenorganisaties achter deze aanslag politieke motieven zien. Ik verwijs met betrekking tot dit onderwerp tevens naar mijn brief van 23 oktober 2001 aan de Tweede Kamer inzake de mensenrechtensituatie in Guatemala (Buza 000575).

Vraag 4

Bent U bereid om bilateraal en in EU verband stappen te zetten bij de autoriteiten in Guatemala met het doel te verzekeren dat onderzoek naar en berechting van de daders van deze moord adequaat ter hand worden genomen en dat straffeloosheid wordt vermeden ?

Vraag 5

Zo nee, waarom niet ? Zo ja, welke stappen heeft u wellicht al gezet en welke bent U van plan te ondernemen ?

Antwoord

Twee verdachten zijn inmiddels aangehouden. De zaak wordt met grote aandacht door de internationale gemeenschap gevolgd. Indien zou blijken dat geen sprake is van een grondig onderzoek en een eerlijk proces ben ik voornemens na te gaan hoe en op welk moment effectieve druk op Guatemala dient te worden uitgeoefend, waarbij een gezamenlijk optreden in EU verband de voorkeur zal hebben.

Dit jaar heeft de EU bij twee gelegenheden haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Guatemala.

Dit geschiedde in de verklaring van de EU ter gelegenheid van de Consultatieve Groep in Washington op 11 en 12 februari jl. en in een verklaring op 26 april jl. naar aanleiding van de herdenking van de moord op aartsbisschop Gerardi. Daarbij werd onder meer gerefereerd aan bedreigingen van medewerkers van mensenrechtenorganisaties, maar ook van medewerkers van de rechterlijke macht, journalisten, onderzoekers van massagraven en pastorale werkers. Voor het toezien op de rechtsgang in dit soort zaken is door de overheid een speciaal 'Veiligheidskabinet', een onderraad van de ministerraad, in het leven geroepen. Ook de zaak van Guillermo Ovalle de León is daar inmiddels besproken, zowel intern als met de verschillende mensenrechtenorganisaties. Momenteel bereidt de internationale gemeenschap in Guatemala een gezamenlijke verklaring voor waarin wederom zorg wordt uitgesproken over de verslechtering van de mensenrechtensituatie.

===