Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Consulaire Zaken i.o. Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 23 mei 2002 Behandeld J.A.M. van Boxmeer
Kenmerk DCZ/CM 34545/ jvb Telefoon 070 - 348 47 70/ 76
Blad /1 Fax 070 - 348 52 56

Bijlage(n) E-Mail dcz-cm@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Hoekema over veroordeelde vliegtuigspotters
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Hoekema over veroordeelde vliegtuigspotters. Deze vragen werden ingezonden op 3 mei 2002 met kenmerk 2010209960.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Hoekema. (2010209960)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de veroordeling in Griekenland van twee vliegtuigspotters van Nederlandse nationaliteit tot de maximum-straf van drie jaar?

Antwoord

Ja

Vraag 2

Hoe beoordeelt u dit (zware) vonnis?

Vraag 3

Wat zijn uw verwachtingen van de verdere rechtsgang incl. hoger beroep en de mogelijkheid dat bij een eventueel in dat beroep bevestigde straf, deze in Nederland, eventueel in verkorte vorm, uit te zitten? Wat zijn de regelingen ter zake tussen Nederland en Griekenland?

Antwoord vraag 2 en 3

Zoals bekend is tegen het vonnis door betrokkenen hoger beroep ingesteld. Nu deze zaak nog onder de Griekse rechter is, acht ik het niet op mijn weg enigerlei uitspraak te doen.

Vraag 4

Bent u bereid en in staat om, zoals ook vorig jaar herfst bij het incident, consulaire bijstand te verlenen?

Antwoord

Ja - Net zoals tijdens de arrestatie en het voorarrest zullen betrokkenen bij het vervolg van de rechtsgang kunnen rekenen op de gebruikelijke consulaire bijstand.

Vraag 5

Is hierover overleg (geweest) met uw Britse collega gezien de Britse nationaliteit van de andere spotters?

Antwoord

Bij het verlenen van consulaire bijstand en het volgen van de rechtszaak is regelmatig contact geweest tussen de Nederlandse en Britse ambassades in Griekenland.

Vraag 6

Denkt u dat contacten met uw Griekse collega nog nuttig kunnen zijn?

Antwoord

Hangende het hoger beroep zijn contacten met mijn Griekse collega niet opportuun.


Kenmerk

Blad /1

===