Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Huursubsidie voor meer mensen begeleid wonen projecten (23-5-2002)
Meer mensen in begeleid wonen projecten kunnen per 1
juli 2002 in aanmerking komen voor huursubsidie. Staatssecretaris
Remkes (VROM) zal de eisen aan de omvang van woongebouwen die voor
dergelijke projecten zijn bedoeld schrappen. Dat heeft de
bewindsman besloten naar aanleiding van een evaluatie van de
werking van de Huursubsidiewet. De staatssecretaris heeft de
evaluatie met een begeleidende brief naar de Tweede Kamer gestuurd.
Een schatting van de extra huursubsidie die met de wijzingen is
gemoeid bedraagt ca. ¤ 300.000 tot ¤ 1 miljoen per
jaar.
Ook huurders van onzelfstandige woonruimten kunnen huursubsidie
krijgen als zij wonen in woongebouwen die daartoe door de
staatssecretaris zijn aangewezen. Sinds de inwerkingtreding van de
nieuwe Huursubsidiewet op 1 juli 1997 zijn 94 woongebouwen
aangewezen. Het gaat om 741 onzelfstandige woonruimten, dus
gemiddeld 8 woonruimten per gebouw. In de aangewezen begeleid wonen
projecten zijn vooral verstandelijk gehandicapten en (ex)
psychiatrische patiënten gehuisvest. Veertig procent van hen
ontving in het subsidiejaar 2000-2001 huursubsidie.
Kleinschalig
In de praktijk blijken bij voorkeur zeer kleinschalige
projecten te worden gerealiseerd. Een kwart van de aangewezen
woongebouwen kent slechts 4 woonruimten. Woongebouwen met meer dan
20 woonruimten vormen een uitzondering (2%).
Op dit moment komen mensen in begeleid wonen projecten alleen in
aanmerking voor huursubsidie als de projecten minimaal 4 en
maximaal 25 privé-ruimten omvatten. Vooral de minimumeis
blijkt te leiden tot veel afwijzingen van aanvragen voor
huursubsidie. Juist huisvesting in "gewone" woningen is een goede
en relatief goedkope manier van huisvesting van doelgroepen voor
begeleid wonen. Om de betaalbaarheid te garanderen is huursubsidie
daarbij van belang. Daarom zal de staatssecretaris per 1 juli 2002
zowel de voorwaarde van een minimum aantal woonruimten als de eis
van kleinschaligheid uit het Huursubsidiebesluit schrappen.
De staatssecretaris schrapt tegelijkertijd ook de eis dat de
gemeenschappelijke ruimten bij elkaar niet groter mogen zijn dan de
privé-ruimten tezamen. Volgens de evaluatie leidt deze eis
eveneens tot knelpunten.
De achtergrond van deze eis was indertijd het beperken van de
zorgelementen in het woongebouw. Een grote oppervlakte aan
gemeenschappelijke ruimten hoeft echter niet te wijzen op een
grotere rol voor de zorg dan voor het wonen. Meestal is de
verhouding tussen gemeenschappelijke en privé-ruimten
afhankelijk van de aard van de beperkingen van de bewoners en de
behoefte aan gemeenschappelijke activiteiten.
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=7550&site=persbericht )