LTO Nederland

'Als landbouw verloedert, verloedert het platteland'

LTO wil 200 miljoen extra voor beheer groene ruimte

Donderdag 23 mei 2002 -

Als het nieuwe kabinet echt werk wil maken van
de kwaliteitsverbetering en het beheer van de groene ruimte, is jaarlijks een extra bedrag nodig van 0,2 miljard euro. Op het gebied van gewasbescherming en dierenwelzijn moet Nederland in de pas gaan lopen met Europa. De overheid heeft bovendien te lang de nadruk gelegd op sanering en te weinig op ontwikkeling van agrarische bedrijven. En krachtige impulsen zijn nodig om weer vaart te krijgen in de stagnerende vernieuwing van land- en tuinbouw en het platteland.

Dit zijn de kernpunten uit een brief, die LTO-Nederland vandaag heeft gestuurd aan kabinetsinformateur Donner. Ze vormen een aanvulling op de open brief, die gisteren namens de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO) bij de informateur is bezorgd. LTO vindt nieuwe dynamiek en ontwikkelingskansen voor ondernemers in het landelijk gebied voorwaarden voor het behoud van de groene ruimte. 'Als de landbouw verloedert, verloedert het platteland en daarmee Nederland', aldus de land- en tuinbouworganisatie. Omdat melkveehouders, akkerbouwers en tuinders ruwweg tweederde deel van het landelijk gebied beheren, is veel meer aandacht nodig voor het multifunctioneel gebruik van de groene ruimte. Het is hoog tijd om achterstanden in te halen, zodat de inzet van agrarische ondernemers bij landschaps- en natuurbehoud wordt gestimuleerd en beloond. Allerlei regels en wetten hebben tot op heden meer stagnerend dan stimulerend gewerkt.
Volgens LTO-voorzitter Gerard Doornbos is niets tegen herstructurering en soms sanering van sectoren, als er maar ontwikkelingskansen blijven voor bedrijven. Voor de pluimvee- en varkenshouderij zijn ontwikkelingsgebieden nodig van voldoende omvang. Deze laten echter te lang op zich wachten, aldus Doornbos. De voorgestelde strakke begrenzing van zowel de arealen voor glastuinbouw als de bollenteelt halen eveneens de dynamiek uit die sectoren en werken negatief door op de concurrentiepositie van bedrijven.
Het landelijk mestoverschot is verdwenen, nadat boeren en tuinders de afgelopen jaren daar veel aan hebben gedaan en daarin fors hebben geïnvesteerd. LTO is fel tegen nieuwe aanscherping van het mestbeleid. Over aanpassing van normen en regels valt alleen nog te praten, als de noodzaak ervan zonneklaar is en objectieve gegevens daaraan ten grondslag liggen (objectivering van beleid). Het mestbeleid moet niet alleen worden vereenvoudigd, ook de bijbehorende administratieve lasten moeten omlaag. LTO wil dat de huidige normen voor mineralenverliezen worden gehandhaafd in 2003.
De aanwijzing van droge zand- en lössgronden moet worden geschrapt, omdat hierbij zeer onzorgvuldig te werk is gegaan. LTO hekelt het vastgelopen beleid voor gewasbescherming van de afgelopen jaren. Het is een onsamenhangend geheel en een discrepantie met de Europese benadering. De toelating van middelen is een chaos, stelt Doornbos. Er is grondig herstelwerk nodig, omdat pogingen tot bijsturing weer nieuwe problemen veroorzaakten. LTO vindt het tijd voor een geheel nieuwe Bestrijdingsmiddelenwet, die geheel op Europese leest is geschoeid.
LTO waarschuwt ten slotte voor een spagaat in het Europese beleid en de wijze waarop Nederland daarmee omspringt. De boeren moeten produceren voor sterk verlaagde en fluctuerende (wereldmarkt)prijzen. De druk op de aan productie gekoppelde steun neemt toe, terwijl de eisen aan het productieproces - en dus aan de boer - steeds verder worden opgeschroefd. Daarbij neigt Nederland ertoe om zwaardere eisen te stellen dan de EU. LTO staat voor een duurzame productie, die voldoet aan eisen van de Goede Landbouw Praktijk. Daar dient dan wel een directe vergoeding voor de boeren tegenover te staan.

Nadere informatie: afdeling Communicatie (tel. 070-3382721)

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO-Nederland)