Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCJZ/2002/5473
datum
21-05-2002
onderwerp
Pacht en natuurbeleid
Trc.2002/4078
bijlagen
Geachte voorzitter,
In mijn brief van 21 maart 2002 (Tweede Kamer 2001-2002, 28000 XIV, nr. 76) heb ik toegezegd de Kamer te informeren over mogelijke discrepanties tussen het huidige pachtbeleid en de doelstellingen van het natuurbeleid.
De Pachtwet biedt ruimte om ten aanzien van landbouwgrond die uit oogpunt van natuurbeheer bescherming behoeft aan de pachter bij overeenkomst verplichtingen op te leggen ten aanzien van de instandhouding of ontwikkeling van aanwezige waarden van natuur en landschap, mits hiervoor een vergoeding wordt bedongen. Voor reservaten (natuurgebied, eigendom van de Staat of een aangewezen particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie) is dit geregeld in de artikelen 70a tot en met 70d van de Pachtwet. Overige gebieden kunnen op grond van artikel 5, tiende lid, Pachtwet op verzoek van de eigenaar worden aangewezen.
datum
21-05-2002
kenmerk
TRCJZ/2002/5473
bijlage
Een verpachter zal altijd moeten afwegen of met het in pacht uitgeven
van grond voor de landbouw de bescherming of ontwikkeling van
natuurwaarden voldoende kan worden gewaarborgd. Het is de
verantwoordelijkheid van de verpachter om de betreffende grond niet in
pacht uit te geven, indien een pachtovereenkomst onvoldoende
waarborgen biedt voor de bescherming of ontwikkeling van
natuurwaarden.
Er bestaat daarmee op voorhand geen discrepantie tussen het
pachtbeleid en de doelstellingen van het natuurbeleid.
De verpachter kan de pachtovereenkomst opzeggen, indien de pachter de
overeenkomst niet naleeft voor wat betreft de overeengekomen wijze van
bedrijfsvoering (waaronder overeengekomen beheersbepalingen).
Ontbinding van een dergelijke overeenkomst is mogelijk bij
wanprestatie van de pachter.
In het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het rapport Ruimte voor
pacht (Tweede Kamer 2001-2002, 27924, nr. 1) heeft de regering
aangegeven dat in haar visie de eigenaar van een natuurgebied ook in
de toekomst uit beheersoverwegingen een pachtovereenkomst kan sluiten,
waarin over de wijze van gebruik van de grond tussen partijen nadere
afspraken worden gemaakt.
De vergoeding die de pachter ter uitvoering van deze afspraken
ontvangt, kan in de pachtovereenkomst tot uitdrukking worden gebracht.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
---