Provincie Overijssel
Afscheidsrede Hendrikx: "I did it my way"
U kunt zich voorstellen dat ik hier met gemengde gevoelens sta. Het is mijn laatste Statenvergadering in een lange reeks, waarin ik als statenlid, als gedeputeerde, als voorzitter een bijdrage mocht leveren aan besluitvorming op provinciaal niveau. Dit zei CdK Jan Hendrikx in zijn afscheidsrede.
Na een periode van 12 jaar als Statenlid in Gelderland heb ik het als
een voorrecht ervaren om bijna 14 jaar in Overijssel uw voorzitter te
mogen zijn.
Vanuit dat besef heb ik in dit huis, maar ook in IPO-verband, gezocht
naar mogelijkheden om de democratie op provinciaal niveau levend te
houden. Om te zorgen dat we ons bezig hielden met de problemen in de
samenleving, maar ook met de kansen.
Die brede scoop, die noodzakelijke samenwerking met burgers, bedrijven, instellingen; de samenwerking tussen overheden (nationaal en internationaal) geeft klank en kleur aan ons werk. Een mens leeft niet alleen voor zichzelf.
De democratie is een uiterst waardevol systeem in een samenleving met zoveel in mening verschillende mensen en contrasterende belangen.
1988
Er waren bij mijn aantreden in 1988 door de Staten vier hoofdaccenten
van beleid bepaald:
* bevordering van de werkgelegenheid en bestrijding van de
werkloosheid;
* bescherming en herstel van het milieu;
* emancipatie van etnische en culturele minderheden; en
* bevordering van de verkeersveiligheid.
Het adagium was "werk, werk, werk", met name in Twente waar toen nog
vele fabriekshallen leeg stonden. Maar het milieu was toen nog lang
niet "van ons allemaal" en het begrip "medelander' bestond nog niet.
Wie terugkijkt, denkt al snel dat de samenleving vroeger overzichtelijker was en het leven gemakkelijker. Echter we weten dat ook in 1988 de wereld niet onverdeeld gelukkig was en het openbaar bestuur voor grote uitdagingen stond om onder andere het kindergeluk te waarborgen. En dat dit helaas ook vaak niet is gelukt.
Het stemt mij tot voldoening dat we in de afgelopen jaren in Overijssel op de vier genoemde beleidsterreinen vooruitgang hebben geboekt. Overigens is emancipatie moeilijk te meten; vast staat dat er een blijvende dialoog nodig is.
Ik ben uw Staten en de verschillende Colleges van GS dankbaar voor de ruimte die u ook aan de voorzitter hebt gegeven om - onverminderd de collegialiteit van bestuur - bij zeer uiteenlopende onderwerpen betrokken te zijn en in- en extern mee te werken aan tal van punten.
Ik denk daarbij aan:
* de zorg voor de werkgelegenheid, in het bijzonder in Twente;
* verbetering van de infrastructuur; verbetering van de
concurrentiepositie van Overijssel; een professionele organisatie
van de lobby in Den Haag en Brussel;
* gemeenschappelijke samenwerking in Euregio-verband;
* samenwerking met Münster maar ook in de Neue Hanse Interregio;
* de culturele infrastructuur; behoud en uitbreiding van natuurlijke
waarden;
* de strategische visie van de provincie en interactief werken met
inbreng van de burgers op het beleid en tenslotte met de
cultuurvernieuwing binnen het provinciehuis.
In de laatste jaren lag de nadruk in ons werk vooral op vernieuwing van de provincies, de grootschalige herindeling van Overijsselse gemeenten (met talrijke burgemeesters-benoemingen), het integraal veiligheidsbeleid, de jumelage met Letland, integraliteit en integriteit van het bestuur. Ook werd geïnvesteerd in vernieuwing van het plattelandsbeleid.
Ik hoop dat het nieuwe Kabinet niet alleen een minister zal kennen voor het Grote Stedenbeleid, maar ook voor de Plattelandsvernieuwing. Het is niet een kwestie van of-of maar van en-en! Op beide terreinen zou het Rijk heel royaal gebruik kunnen en moeten maken van de netwerken en bestuurlijke mogelijkheden van de provincies. Met vindingrijkheid en betrokkenheid bij het wel en wee van burgers kan veel worden bereikt.
Toekomst
Dat brengt mij op de toekomst. Besturen is en blijft een kunst, met
name vanwege de complexiteit in de samenleving.
De belangrijkste opgave anno 2002 is het inspelen op de actuele veranderingen, terwille van vooruitgang en welzijn van alle inwoners. Wat is de boodschap uit de laatste verkiezingen, ook voor het werk op provinciaal niveau? Hoe bereiken we dat de politieke agenda door de volksvertegenwoordigers wordt bepaald? Hoe bereiken we dat we van buiten naar binnen blijven redeneren? Hoe zorgen we er voor dat een belangrijk thema als meer aandacht voor veiligheid in het democratisch mechanisme wordt verankerd?
Dat vraagt niet alleen om een grote bestuurlijke vaardigheid maar ook een ethische invulling van het profiel van het openbaar bestuur. Daarbij gaat het om heldere normen en waarden. Als openbaar bestuur moeten wij ook de moed hebben om veranderingen die slecht zijn voor de maatschappij te benoemen.
De term "terugtredende overheid" ondermijnt het vertrouwen dat burgers terecht mogen stellen in de overheid op bepaalde terreinen van zorg. "Enschede" en "Volendam" maken duidelijk dat overheidsoptreden onmisbaar is om de veiligheid in het (maatschappelijke) verkeer te kunnen bevorderen.
Ik dank u hartelijk voor uw steun, uw respect, uw vriendschap met name in moeilijke tijden. Terugkijkend kan ik zeggen: "I did it my way", dankzij de ruimte die u mij daarvoor gaf. De ruimte om de kansen en mogelijkheden voor Overijssel te verkennen en te benutten, om te kunnen opereren als een ondernemend bestuurder.
Bron: team Communicatie, Coby Hofland, 038- 4252342
© 22-05-2002 Provincie Overijssel