European Commission
IP/02/716
Brussel, 15 mei 2002
EU-research levert - in het perspectief van de uitbreiding van de Unie
- een bijdrage tot het behoud van het gemeenschappelijk Europees
erfgoed
Het uitbreidingsproces van de EU is thans op kruissnelheid gekomen en
de Unie maakt zich op om nieuwe lidstaten te verwelkomen; maar de
landen van Europa zijn natuurlijk al langer verenigd door hun
gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Op 16 mei zal de Commissie in
Kraków (Polen) ter gelegenheid van het vijfde Europees
wetenschappelijk congres over het cultureel erfgoed drie door de EU
gefinancierde onderzoekprojecten presenteren die betrekking hebben op
vraagstukken zoals de conservering van stucmarmeren
decoratie-elementen in barokkerken (ENVIART) en het behoeden van
foto's en papier tegen aantasting door licht (LiDO). Een derde project
ligt aan de basis van het eerste pan-Europese netwerk voor
wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot het cultureel erfgoed
(ARCCHIP). Aan deze projecten wordt deelgenomen door wetenschappers
uit Polen, Tsjechië, Italië, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en
België. Het EU-onderzoek kan een cruciale rol spelen in het
bijeenbrengen van de vereiste middelen, het met elkaar in contact
brengen van alle belanghebbenden en de succesvolle integratie van de
in Oost-Europa voorhanden specialistische kennis in O&O-programma's
met het oog op een betere bescherming van Europa's cultureel erfgoed.
EU-Commissaris voor Wetenschappelijk Onderzoek Philippe Busquin begon met een citaat van Winston Churchill: "Vanaf de grijze oudheid tot de dag van heden heeft Europa gezorgd voor mijlpalen in de wereldgeschiedenis van cultuur, kunsten, filosofie en wetenschap. Alleen door voort te bouwen op hun gemeenschappelijk cultureel erfgoed hebben de landen van Europa voor meer dan vijftig jaar vrede en economische voorspoed kunnen zorgen. Wij verheugen ons erop, de kandidaat-lidstaten - die buurlanden waarmee wij zoveel gemeenschappelijk hebben - welkom te kunnen heten in de Unie."
2002 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Jaar van het
cultureel erfgoed. Van 16 tot 18 mei zal te Kraków de Fifth European
Research Conference on Cultural Heritage plaatsvinden. Eerdere
conferenties werden altijd gehouden in steden van de Unie met een rijk
patrimonium zoals Rome, Aken, Santiago de Compostela en Straatsburg.
Voor het eerst wordt nu een dergelijke conferentie in een
kandidaat-lidstaat georganiseerd. Kraków is de universiteitsstad waar
de jonge Nicolaus Copernicus studeerde die later het heliocentrisch
model van ons zonnestelsel zou ontwerpen, de meest westelijke stad
waar de Byzantijnse iconografie ingang heeft gevonden en de meest
oostelijke stad in het verspreidingsgebied van de middeleeuwse
glasraamkunst.
Ons cultureel erfgoed staat bloot aan talrijke bedreigingen;
geavanceerd wetenschappelijk onderzoek en dito technologische
ontwikkeling zijn van essentieel belang, willen wij het verval ervan
een halt toeroepen of in elk geval zoveel mogelijk vertragen. Sedert
1986 steunt de Commissie 's werelds grootste internationaal
onderzoekprogramma voor de bescherming van het cultureel erfgoed tegen
schade door milieufactoren. De daarbij gehuldigde filosofie is dat dit
culturele erfgoed moet worden ingebed in het levende weefsel van de
stad. Een en ander impliceert de bevordering van duurzaam toerisme,
het geven van nieuwe bestemmingen aan oude gebouwen en, in het
algemeen, een weldoordacht en economisch verantwoord beheer van ons
Europees stedelijk patrimonium.
De kandidaat-lidstaten spelen een eersterangsrol in het
wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot het cultureel erfgoed:
terwijl er in het 4e O&O-programma slechts 3 partners uit
kandidaatlanden bij dit soort initiatieven waren betrokken, nemen
thans 29 partners uit kandidaatlanden deel aan 30 lopende projecten in
het kader van het 5e O&O-programma, en zullen er naar verwachting nog
méér een aanvraag indienen voor het 6e programma (2002-2006).
Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), vaak uit de
kandidaat-lidstaten, zijn op dit terrein bijzonder actief. Het
"veloxy"-systeem voor de bescherming van boeken en textiel tegen
insecten zonder gebruik van gifstoffen, legeringen met vormgeheugen
ter bescherming van gebouwen tegen aardschokken en een mobiele
schoonmaakinstallatie voor het reinigen van olieverfschilderijen met
behulp van lasers zijn enkele voorbeelden van producten die door KMO's
op de markt zijn gebracht. In het 5e O&O-kaderprogramma namen 54 KMO's
deel aan dit type onderzoek, tegenover slechts 25 in het 4e
O&O-programma. De meeste KMO's zijn gespecialiseerd in de conservering
van monumenten of in hoogtechnologische toepassingen zoals reiniging
door middel van lasers.
Het ENVIART-project is toegespitst op de bescherming van stucmarmer
uit de baroktijd. Het team dat verantwoordelijk is voor dit project en
dat deelnemers telt uit Duitsland, Polen, Oostenrijk en België, heeft
de structuur, eigenschappen en aantastingsmechanismen van dit
materiaal bestudeerd met het oog op de ontwikkeling van geschikte
conserveringstechnieken. Er werden experimenten uitgevoerd in
laboratoria en in situ: wetenschappers hebben gewerkt in een van de
meesterwerken van de Europese barokarchitectuur, de hertogelijke kapel
te Krzeszow (Polen), die later op basis van de resultaten van het
project werd gerestaureerd.
Het LiDO-project betreft de ontwikkeling en toepassing van
lichtdosimeters. Dit nieuwe hulpmiddel bestaat uit lichtgevoelige
kleurstoffen in een polymeermatrix op een drager van papier of glas,
en het levert conservators en museumbeheerders informatie op over het
effect van licht in musea. (Blootstelling aan licht doet de kleurstof
verbleken.) Doel is, lichtgevoelige kunstobjecten zoals foto's of
textiel te beschermen. Dankzij dit EG-onderzoekproject werd een
octrooi verleend voor "papieren" lichtdosimeters met een rode of
blauwe kleurstof, die nu reeds als prototypes in de praktijk worden
toegepast. De partners in dit project komen uit Duitsland, Frankrijk,
Italië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.
Het derde project heet ARCCHIP ("Advanced Research Centre for Cultural
Heritage Interdisciplinary Project") en betreft het eerste
kenniscentrum voor het cultureel erfgoed in Oost-Europa dat door de
Europese Commissie wordt gefinancierd. Het centrum bestudeert de meest
geavanceerde technieken inzake bescherming van het cultureel erfgoed;
het verzamelt actuele informatie op dit gebied en bevordert de
uitwisseling van de beste technieken; het helpt bij de selectie van
geschikte thema's voor gezamenlijk of gecoördineerd onderzoek m.b.t.
het cultureel erfgoed op middellange termijn, en verspreidt informatie
over relevante nationale en internationale financieringsmogelijkheden.
Het centrum voorziet ook in opleiding en begeleiding, bevordert de
totstandkoming van netwerken en partnerschappen en ondersteunt
nationale initiatieven ter herstructurering van de onderzoek- en
technologiesector in Oost-Europa, bijvoorbeeld door als nationaal
onderzoekcentrum op te treden. Bij al deze activiteiten wordt
bijzondere aandacht besteed aan de behoeften van de
kandidaat-lidstaten.
Voor nadere informatie, zie
ENVIART-PROJECT:
http://www.chemie.uni-hamburg.de/projects/enviart.html
LiDO-PROJECT: http://www.lido.fraunhofer.de
ARCCHIP: http://www.itam.cas.cz/~arcchip/