Partij van de Arbeid
Schriftelijke vragen van het lid Bolhuis (PvdA) aan de Minister en
Staatssecretaris van Economische Zaken over fraude met Europese gelden bij
het project Twekkelerbrug.
1. Herinnert de Staatssecretaris zich zijn uitspraken bij het Algemeen
Overleg over het project Twekkelerbrug dat fraude met Europese gelden tot op
de bodem moet worden uitgezocht en van misstanden aangifte zal worden gedaan
bij het Openbaar Ministerie?
2. Herinnert de Staatsecretais zich dat hij stelde dat de controlerende
accountant door de Regio Twente bewust was misleid en daarom een
goedkeurende verklaring voor het project had gegeven?
3. Hebben de bewindslieden kennis genomen van de uitspraken in de NRC van 9 februari jl. met betrekking tot de gepleegde onregelmatigheden: "In juridische zin is er wellicht sprake van fraude", zegt verantwoordelijk bestuurder H. Wenneger, "maar zo ervaren we het niet" ?
4. Stemt de Staatssecretaris in de met de conclusie van de Commissaris van de Koningin in de Provincie Overijssel die naar aanleiding van overleg met het Openbaar Ministerie afziet van strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijken? (28000 XIII nr. 56, toegezonden d.d. 3 mei jl.) Is de conclusie juist dat de verantwoordelijke bestuurders van de Regio Twente die de fraude hebben gepleegd dus verder buiten schot blijven?
5. Wat is de reden dat voor de bij het ESF begane onregelmatigheden wel
aangifte wordt gedaan door de Minister van Sociale Zaken en voor de bij het
EFRO begane onregelmatigheden de bewindslieden van EZ hiervan afzien? Dit
mede gelet op het feit dat de argumenten die in aangehaalde brief worden
opgesomd om van vervolging af te zien ook de Minister van Sociale Zaken
regarderen en hem niet van vervolging deden afzien? Zijn de bewindslieden
van het Ministerie van Economische Zaken niet bevreesd dat de indruk
ontstaat dat de regering een doofpotbeleid voert met betrekking tot met de
EFRO-gelden begane onregelmatigheden?
6. Herinnert de Minister zich haar uitspraken naar aanleiding van de
Rekening en verantwoording voor het jaar 2000 van haar Ministerie dat verder
en breder onderzoek naar de mogelijk met de EFRO-gelden begane
onregelmatigheden niet noodzakelijk is en dat de Algemene Rekenkamer ondanks
haar kritische rapportage in deze daarmee ook akkoord gaat? Wat is de reden
dat de ARK echter nog steeds niet aan de Kamer heeft verklaard dat de door
het ministerie van EZ genomen maatregelen inzake de in de oude
projectperiode bij EFRO begane onregelmatigheden afdoende zijn?
7. Zijn de bewindslieden bereid een diepgaand onderzoek in te stellen
om zeker te stellen dat alle onregelmatigheden bij de projecten van het EFRO
zijn opgespoord?
8. Zijn de bewindslieden niet van mening dat de gang van zaken rond het
project Twekkelerbrug projectverantwoordelijken die onregelmatigheden begaan
het gevoel zullen geven dat zij toch niet ter verantwoording zullen worden
geroepen?