CBS

Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt uit de eerste ramingen van de Kwartaalrekeningen van het CBS. Het volume van het bruto binnenlands product (BBP) is gelijk aan het volume in het eerste kwartaal van 2001. Dit is het laagste groeicijfer sinds begin 1993. In de loop van 2001 was de economische groei al teruggelopen tot 0,4% in het vierde kwartaal. Zowel de uitvoer als de investeringen zijn lager dan een jaar geleden. Verder neemt de consumptie van huishoudens slechts bescheiden toe. De overheidsconsumptie groeit relatief het snelst. De prijsstijging van het BBP is teruggevallen naar 2,7%.

Net geen recessie
Na correctie voor kalender- en seizoeneffecten bedraagt de kwartaal op kwartaalgroei in het eerste kwartaal 0,0%. Dit is het derde achtereenvolgende kwartaal waarin de groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal uitkomt op nagenoeg 0,0%. Ons land zit dus dichtbij, maar net niet in een recessie.

Uitvoer gedaald
De uitvoer van goederen en diensten laat in het eerste kwartaal van 2002 een volumedaling van 3,4% zien. Dit is een voortzetting van de daling die in het vierde kwartaal van vorig jaar is gestart. Nederlandse exporteurs hebben nog steeds te maken met de gevolgen van de snelle, wereldwijde verslechtering van het economisch klimaat. Ook de volumeverandering van de invoer van goederen en diensten is opnieuw negatief (-4,4%). De dalingen van de uitvoer en invoer zijn in het eerste kwartaal voor een belangrijk deel veroorzaakt door de forse daling van de wederuitvoer. Dit zijn ingevoerde producten die Nederland weer verlaten zonder dat ze een bewerking ondergaan. Maar in het eerste kwartaal zijn ook minder Nederlandse producten geëxporteerd.

Investeringen nemen af
De investeringen in vaste activa zijn in het eerste kwartaal 1,1% lager dan een jaar geleden. De teruggang zit vooral bij de investeringen in computers, vrachtauto's en vliegtuigen. In machines is meer geïnvesteerd. Die stijging is echter meer dan volledig toe te schrijven aan de oplevering van grote projecten met een lange bouwtijd. De investeringen in infrastructuur, veelal gefinancierd door de overheid, zijn duidelijk toegenomen. De categorie woningen en bedrijfsgebouwen kent een zeer bescheiden stijging.

Bescheiden groei consumptie
De volumegroei van de consumptie van huishoudens is in het eerste kwartaal van 2002 uitgekomen op 1,3%. Dit is ongeveer gelijk aan de gemiddelde groei in 2001. De volumegroei van de overheidsconsumptie is in het eerste kwartaal met 2,1% duidelijk lager dan het gemiddelde van 3,4% van 2001. Zowel de uitgaven voor gezondheidszorg als die voor onderwijs en openbaar bestuur stijgen minder dan in 2001.

Productiedaling in de industrie het grootst
De industriële productie is in het eerste kwartaal met 2,3% gedaald. Belangrijkste oorzaak is de lagere vraag uit het buitenland. De grootste daling doet zich voor in de metaal- en elektrotechnische industrie. Een lichtpuntje is de chemie waar zich een stevig herstel voordoet. In de bouw stijgt de productie met 1,6%, vooral door de investeringen in infrastructurele werken. In de commerciële dienstverlening is de groei vrijwel verdwenen. De productie van de handel, horeca en transport is zelfs gedaald. In de financiële en zakelijke dienstverlening is nauwelijks nog sprake van groei. De productiegroei in de niet-commerciële dienstverlening zoals de zorg en de overheid ligt met 2,1% boven het gemiddelde van de economie maar vertraagt in vergelijking met het groeitempo van 2001.

Prijsstijging BBP valt sterk terug
De prijsstijging van het BBP in het eerste kwartaal van 2002 bedraagt 2,7%. Dit is aanzienlijk minder dan in 2001. In dit kwartaal is het opwaartse effect van de verhoging per 1 januari 2001 van de indirecte belastingen (BTW en Regulerende Energie Belasting) weggevallen. De belangrijkste bijdrage aan de BBP-prijsstijging komt van de prijsstijging van de consumptie van huishoudens met 3,6%. Daartegenover staat het effect van de ruilvoetverslechtering: de prijsdaling van de uitvoer is groter dan van de invoer, en dat heeft een neerwaarts effect op de BBP-deflator.

Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP), het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde'). In dit persbericht is de eerste raming van de economische groei in het eerste kwartaal van 2002 gepubliceerd. Deze 'flashraming' heeft een voorlopig karakter: de cijfers kunnen nog worden aangepast op basis van nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie die de komende tijd beschikbaar komt. Op 3 juli aanstaande worden nieuwe cijfers over het eerste kwartaal gepubliceerd, waarbij bovendien meer detailgegevens beschikbaar komen. Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt beschreven in de persberichten. Zo telde het eerste kwartaal van 2002 een werkdag minder dan het eerste kwartaal van vorig jaar. Om een indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de tweede cijferkolom van tabel 1). De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur 2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste verschillen zijn de volgende: Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en minder vergelijkbaar tussen landen. In dit persbericht is recessie gedefinieerd als twee achtereenvolgende kwartalen waarin de seizoengecorrigeerde BBP-groei negatief is. De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw, delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca, vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking op overheid, onderwijs en zorgsector.

Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u contact opnemen met dhr. drs. Michiel Vergeer, tel. (070) 337 40 77.

Overige informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-095
17 mei 2002
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht