NOC*NSF
Ledental NOC*NSF over 2001
Het totaal aantal leden, dat via de lidorganisaties bij NOC*NSF is
aangesloten, is in 2001 licht gestegen tot 4.844.268. Dit is een
stijging ten opzichte van 2000 met 1,1%, oftewel 54.156 sporters. Het
totaal aantal sportverenigingen is in 2001 gedaald met 301 tot 29.598
verenigingen.
Groei van ledentallen bij de sportbonden
De Nederlandse Golf Federatie (+ 17.882) is de grootste stijger qua
ledenaantal. Hier zet de sterke groei van voorafgaande jaren door in
deze populaire tak van sport. Ook de Koninklijke Nederlandse Hockey
Bond heeft haar stijging doorgezet (+ 9.740). Met name de groei in de
E/F jeugd en de verminderde uitval van de A/B jeugd is hiervoor de
reden. De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond heeft haar verlies van
vorig jaar om weten te zetten in een ledenstijging van 13.931. Ook de
Nederlandse Bridge Bond (+ 4.036), door de oprichting van een virtuele
bridgeclub, en de Nederlandse Darts Federatie (+ 3.554) hebben een
groei doorgemaakt in 2001. Deze laatste heeft waarschijnlijk profijt
gehad van de media-aandacht voor bekende darters.
Van de aangesloten koepelorganisaties hebben de Nederlandse Culturele Sportbond (+ 17.027) en de Nederlandse Katholieke Sportfederatie (+ 5.146) een grote stijging doorgemaakt. De Nederlandse Culturele Sportbond heeft daarmee haar daling van 2000 om weten te zetten.
Als wordt gekeken naar het percentage leden waarmee een organisatie ten opzichte van 2000 is gestegen, blijkt dat de Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie het meest is gestegen, namelijk met 55%. Deze stijging is te danken aan het groeiende aantal donateurs bij het gewichtheffen. Andere grote stijgers zijn de Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (+ 30%), de Federatie Oosterse Gevechtskunsten (+ 23%) en de Bob- en Sleebond Nederland (+ 22%). Hierbij moet in aanmerking genomen worden dat dit relatief kleine bonden zijn, waardoor de percentages een vertekenend beeld opleveren.
Dalende ledenaantallen
Een aantal andere sportorganisaties heeft het ledental in 2001 zien
dalen. De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (- 8.482) voert de
lijst aan, gevolgd door de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (-
8.147) en de Nederlandse Volleybal Bond (- 5.744). Zij hebben de trend
van 2000 niet om kunnen buigen. De Nederlandse Badminton Bond is dit
wel gelukt; een daling in 2000 van 4.411 leden is omgezet in een
stijging van 1.848 leden. Een opvallende daler is de Koninklijke
Nederlandsche Schaats Bond; een stijging van 24.248 leden in 2000 is
omgezet in een daling van 3.202 leden in 2001.
Procentueel gezien hebben vooral de Sportbond Moderne Vijfkamp (-
24,8%), de Nederlandse Cricket Bond (- 15,3%), de Nederlandse
Triathlon Bond (- 12,8%) en de Nederlandse Racquetball Associatie (-
10,3%) veel leden verloren. Bij deze kleine organisaties lijdt
ledenverlies percentueel gezien tot grote verliezen.
Top 15 grootste sportbonden
De Top 15 van de grootste sportbonden heeft in 2001 maar één wijziging
ondergaan: de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond en de Nederlandse
Ski Vereniging hebben stuivertje gewisseld op plaats 8 en 9. Twee
snelle stijgers zijn de Nederlandse Golf Federatie, die in twee jaar
tijd met bijna 35.000 leden is gestegen, en de Koninklijke Nederlandse
Hockey Bond, die in twee jaar tijd bijna 13.500 leden erbij heeft
gekregen.
De vijf kleinste sportbonden blijven de Bob- en Sleebond Nederland (61
leden), de Nederlandse Curling Bond (99), de Nederlandse Casting
Federatie (273), de Sportbond Moderne Vijfkamp (318) en de Nederlandse
Racquetball Associatie (520).
Junioren/senioren
Wanneer gekeken wordt naar de leeftijdsverdeling blijkt, dat deze
stijging zowel bij de jeugd (+31.308) als bij volwassenen (+ 42.527)
plaats heeft gevonden. De verhouding junioren / senioren in de
georganiseerde sport is de laatste jaren vrijwel constant: van alle
sporters is 31,5% junior (tot 18 jaar) en 68,5% is senior (18 jaar en
ouder).
Stimulering vrouwensport heeft impuls nodig
Het aantal mannen dat lid is van een bij NOC*NSF aangesloten
sportorganisatie is al jaren groter dan het aantal vrouwen. Ten
opzichte van 2000 is het percentage vrouwelijke leden echter gedaald
van 39,8% naar 36,2%. Wanneer onderscheid gemaakt wordt naar leeftijd
blijkt bij de junioren 39,3% meisjes te zijn. Bij de senioren is 34,6%
van de sporters vrouw. De sportstimulering voor vrouwen vraagt extra
aandacht van NOC*NSF en haar lidorganisaties.
Teamsporten
Het aantal teamsporters is ten opzichte van 2000 gestegen met ruim
21.000 sporters. Bij de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball
Bond (+254) is het aantal recreatieleden sterk afgenomen, maar zijn
vele jeugdleden via het peanutball bij de bond aangesloten.
1.720.487 mensen zijn lid van een teamsportbond. De grootste
teamsportbond is de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (1.038.460
leden). De Koninklijke Nederlandse Hockey Bond heeft de veroverde
tweede plaats van 2000 verder uitgebouwd tot 146.858 leden. De
Nederlandse Volleybal Bond heeft, ondanks een daling van het aantal
leden tot 129.867, de derde plaats behouden.
De Nederlandse Curling Bond (99 leden) en de Nederlandse American
Football Federatie (673 leden) blijven de twee kleinste
teamsportbonden, die zijn aangesloten bij NOC*NSF.
Arnhem, 16 mei 2002
Persberichten 2002