Gemeente Voorschoten
Persberichten - Coalitieakkoord - tekst
Uitgebracht op: donderdag 16 mei 2002
Coalitieprogramma 2002-2006
'Vernieuwing in balans'
Voorschoten,
14 mei 2002
Voorwoord
Het coalitieprogramma 2002-2006 is opgesteld door VVD, CDA en PvdA en
geeft richting aan het te volgen beleid en de te realiseren doelen.
In de afgelopen raadsperiode is gekozen voor investeren in kwaliteit.
Er werd een aantal grote projecten gestart. Reeds vanaf het begin in
1998 werd de gemeente Voorschoten geconfronteerd met structureel
negatieve begrotingsresultaten. Ondanks o.a. belastingmaatregelen en
ombuigingen is het doel om in 2002 en de volgende jaren een
structureel sluitende begroting te realiseren niet bereikt. De
coalitiepartijen zijn overeengekomen dat deze financiële doelstelling
de hoogste prioriteit heeft. Alleen door het weer structureel gezond
maken van de gemeentebegroting ontstaat er op termijn nieuwe
financiële ruimte voor de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarmee kan
de ambitie die in dit programma tot uitdrukking komt worden
gerealiseerd.
1. Algemeen bestuur
Inleiding
De Wet dualisering gemeentebestuur heeft de verhouding tussen het
college van B & W en raad aanzienlijk gewijzigd. De raad stelt de
kaders waarbinnen het college als dagelijks bestuur zijn taken
uitvoert. Tevens is de raad het controlerende lichaam van het college.
Het gemeentebestuur, zowel college als raad, treedt slagvaardig en
herkenbaar op, vooral naar de inwoners van de gemeente toe. Bij het
opstellen van nieuwe plannen moet direct al contact met de burgers
worden gezocht. Met name wordt gekeken hoe burgers en maatschappelijke
organisaties bij deze plannen en het uitvoeren ervan kunnen worden
betrokken.
Doelen
1. Er wordt een rekenkamer(functie) ingesteld, bestaande uit externe
deskundigen en met gebruikmaking van regionale expertise.
2. De kwaliteit van de communicatie tussen gemeentebestuur en burgers
wordt verbeterd.
3. Uiterlijk medio 2003 worden de structuur en de werkwijze van de
raadscommissies geëvalueerd.
4. Tussen college en raad worden nadere afspraken gemaakt over
delegatie en mandaat alsmede de verantwoording hierover.
1.1. Regionale samenwerking
Inleiding
Voorschoten positioneert zich als een zelfstandige gemeente, die
bereid is tot voortzetting van loyale samenwerking in de Leidse Regio
en de Samenwerking Duin- en Bollenstreek (SDB). Daarnaast wordt
samenwerking met buurgemeenten niet uitgesloten indien dit voor
Voorschoten aantoonbare meerwaarde heeft.
Voorschoten wil zijn positie in de groene bufferzone tussen de Haagse
en de Leidse agglomeratie meer inhoud geven door het bestuurlijk
versterken van het Pact van Duivenvoorde.
Ook de uitkomsten van de thans lopende bestuurskrachtmonitor kunnen
aanleiding zijn daarbij nieuwe samenwerkingsstructuren toe te passen.
Doelen
1. De samenhang tussen de verschillende vormen van samenwerking binnen
de Leidse Regio wordt versterkt.
2. De participatie namens de gemeente in regionale organen wordt beter
ingebed in de structuur van de raad.
2. Financiën
Inleiding
Geld van de gemeente is geld van de gemeenschap. Dat is de
belangrijkste reden om er doelmatig en rechtmatig mee om te gaan en
regelmatig verantwoording over de besteding af te leggen. Maatregelen
om te komen tot een structureel sluitende begroting dienen onverkort
te worden uitgevoerd. De beschikbare financiële ruimte zal in eerste
instantie nodig zijn voor het oplossen van de problemen in het
primaire proces.
Doelen
1. De gemeente streeft op zo kort mogelijke termijn (uiterlijk in
2005) naar een structureel sluitende begroting, waarbij de structurele
lasten (incl. de reserveringen voor renovatie en vervanging) zijn
afgedekt door structurele baten.
2. Voor het bereiken van een sluitende begroting zal worden gezocht
naar mogelijke bezuinigingen, inruil van bestaand beleid voor
noodzakelijk geacht nieuw beleid en waar mogelijk medefinanciering van
projecten door derden en via grondexploitaties.
3. Incidenteel nieuw beleid wordt afgedekt door incidentele middelen
c.q. 'nieuw voor oud' of uit de reserves.
4. De gemeente streeft een weerstandsvermogen na van 10 % van het
jaarlijkse begrotingstotaal.
5. Systematische financiële rapportages en evaluaties dienen periodiek
plaats te vinden t.b.v. de beoordeling van de resultaten van beleid.
6. Met de voorbereiding en implementatie van een programmabegroting
zal worden gestart.
7. De OZB zal in deze periode niet hoger zijn dan nodig. Uitgangspunt
is dat het tarief niet hoger is dan het geïndexeerde landelijke
normtarief.
8. Er dienen richtlijnen voor de begroting van gemeenschappelijke
regelingen te komen ter beheersing van de snel stijgende kosten.
Voorts moet inzichtelijk zijn welke besparingen door de
gemeenschappelijke aanpak worden bereikt.
3. Openbare orde en veiligheid
Inleiding
De, ook in Voorschoten, bestaande gevoelens van (sociale) onveiligheid
moeten de primaire en voortdurende aandacht van het gemeentebestuur
blijven houden. Aan de voorwaarden van een goed functionerend
politieteam met een eigen bureau in Voorschoten en een vrijwillige
brandweerkorps van kwalitatief hoog niveau wordt voldaan. Behalve de
politie zijn het bestuur van Voorschoten, andere overheden,
bedrijfsleven en burgers verantwoordelijk voor de realisering van een
doeltreffende handhaving van de openbare orde. Zo kan een integrale
veiligheid worden bereikt. De communicatie tussen politie, justitie,
brandweer, gemeentelijke diensten en instellingen, onderwijs,
buurtbeheer en bedrijfsleven wordt verder verdiept en verbreed en
vastgelegd in een geactualiseerd veiligheidsplan.
Doelen
1. De aansturing van en het afleggen van verantwoording over het
politiebeleid wordt
versterkt.
2. De openingstijden van het politiebureau worden zoveel mogelijk
afgestemd op tijden, dat de burger in het algemeen in de gelegenheid
is om aangifte te doen.
3. Bevordering van de zichtbaarheid en aanwezigheid van de politie in
de Voorschotense samenleving b.v. door aanwezigheid in de winkelcentra
op koopavonden en zaterdag, op stations en op marktdagen.
4. Tijdens deze raadsperiode wordt het integraal veiligheidsplan
geactualiseerd.
5. De gemeente stimuleert aandacht in het onderwijs voor
verkeersveiligheid en het tegengaan van verslaving, vandalisme en
jeugdcriminaliteit. Het project 'Doe effe normaal' wordt voortgezet.
6. Binnen het rampenplan en het rampenbestrijdingsplan wordt specifiek
aan bepaalde reële mogelijke rampen zoals vlieg- of treinrampen of
rampen met gevaarlijke stoffen bij vervoer over de weg aandacht
besteed, vooral aan de aspecten preventie en nazorg. Regelmatige
oefening is noodzakelijk.
7. De kwaliteit van de lokale brandweer wordt versterkt door
gebruikmaking van de regionale brandweerorganisatie
4. Woon- en leefruimte
4.1. Ruimtelijke ontwikkeling
Inleiding
Het kleinschalige en groene karakter van Voorschoten en het plezierige
woonklimaat moeten blijven en zo mogelijk worden versterkt. De
landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het buitengebied
worden versterkt. Plannen, die tijdens deze raadsperiode worden
ontwikkeld of uitgevoerd, mogen toekomstige ontwikkelingen op langere
termijn niet in de weg staan.
Een belangrijk hulpmiddel om deze ambitie te realiseren is de nog te
ontwikkelen structuurvisie waarvoor in de vorige raadsperiode opdracht
is gegeven. Deze structuurvisie geeft inzicht in de gewenste
toekomstige ruimtelijke ontwikkeling.
Doelen
1. Het bestaande kwaliteitsniveau van het openbaar groen in de
woonwijken wordt gehandhaafd. De parkenstructuur wordt niet aangetast.
2. Groenblauwe verbindingen vanuit het buitengebied in en door de
wijken blijven in stand of worden versterkt.
3. Ter uitwerking van het Pact van Duivenvoorde wordt een plan van
aanpak opgesteld waarin beoogde resultaten en realisatietermijnen
worden vastgelegd.
4. De ambitie is om vormen van bedrijvigheid, die in het landschap
niet passen, uit te doen plaatsen. Agrarische bedrijven, die bij het
natuur- en landschapsbeheer zijn betrokken, worden gehandhaafd.
4.2. Revitalisering centrum
Inleiding
De revitalisering van het dorpscentrum wordt in versterkte mate
voortgezet. Deze versterking richt zich op de woonfunctie, de
winkelfunctie, de sociale en culturele functie en verruiming van de
parkeercapaciteit door ongelijkvloerse parkeergelegenheden. Ook is een
versterking van de horecafunctie op de Voorstraat gewenst, evenals een
opwaardering van de openbare ruimte.
Doelen
1. Teneinde de regierol van de gemeente te kunnen uitoefenen komt een
visie op het centrum binnen korte termijn beschikbaar. Essentiële
onderdelen van deze visie zijn:
- herontwikkeling van de "koppen" van de Schoolstraat;
- versterking van de sociale en culturele activiteiten (Dorpskerk,
Ambachts- en Baljuwhuis, horeca-accommodaties). Daarbij wordt tevens
onderzocht of ter versterking van een breed cultureel aanbod in het
dorpscentrum een nieuw Cultureel Centrum noodzakelijk en zo ja,
ruimtelijk en financieel haalbaar is;
- mogelijke nieuwe activiteiten op het terrein van wonen en zorg;
- verbetering op termijn van de bereikbaarheid van het centrum voor de
recreatievaart vanaf de Vliet, inclusief de aanleg van
passantenplaatsen;
- de voormalige Gevers Deynootschool en het M.O.C.-terrein van het op
termijn te verplaatsen Uitvoerend Bedrijf worden ingezet ter
versterking van de centrumfunctie;
- het autoverkeer en het parkeren in de Voorstraat wordt gefaseerd
teruggedrongen.
2. Er wordt een oriënterend onderzoek verricht naar de
ontwikkelingsmogelijkheden van het centrum op de lange(re) termijn met
name gericht op het ondergronds brengen van het verkeer op de Koningin
Julianalaan en inpasbaarheid van een (snel)tramverbinding. Waar
mogelijk zal met deze ontwikkelingskansen bij de korte en middenlange
termijnplanning rekening worden gehouden.
4.3. Grondbeleid
Inleiding
De gemeente voert een actief grondbeleid.
Doelen
1. De zeggenschap over ontwikkelingslocaties en de invloed op de
inrichting worden versterk
4.4. Volkshuisvesting
Inleiding
Het lokale volkshuisvestingsbeleid is ingekaderd door het regionale
beleid. De aandacht richt zich primair op de afronding van de
nieuwbouwlocaties Starrenburg II en III en het Van der Hoevenpark en
de ontwikkeling van de Zuid-Hoflandse polder. Verdere kansen voor
woningbouw liggen in kleine locaties zoals het Arsenaal-terrein en het
Stationsgebied/Innovam-terrein.
Doelen
1. Het woningaanbod in de bouwlocaties moet vraaggericht en gevarieerd
van karakter zijn, met accenten op zowel kwalitatief hoogwaardige als
betaalbare huizen, huisvesting voor jongeren en starters, maar ook
voor senioren. Uitgangspunt is dat dertig procent van de
nieuwbouwwoningen valt in de categorie sociale huur- en koopwoningen,
waarbij ook overgangsvormen tussen huur en koop de aandacht verdienen.
2. Doorstroming van bewoners van sociale huurwoningen, die niet
behoren tot de doelgroep, wordt bevorderd.
3. Bij de verkoop van nieuwbouwwoningen wordt een
anti-speculatiebeding toegepast.
4. Het woningaanbod voor ouderen moet erop gericht zijn zolang
mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen, waarbij ook de wens om
in een ruime woning te blijven wonen, gehonoreerd kan worden.
5. Voor de herstructureringsgebieden zoals delen van Vlietwijk en
Noord-Hofland, wordt in samenwerking met bewoners, wijkorganisaties en
corporaties een integraal beleidsplan opgesteld, dat zo spoedig
mogelijk in een meerjarenplanning wordt uitgewerkt.
4.5. Kwaliteit van de openbare ruimte
Inleiding
Er wordt zeer gehecht aan hoogwaardige kwaliteit van de openbare
ruimte. De aanwezige en de beoogde leefomgeving wordt bepaald door
aspecten als de inrichting van de openbare ruimte, de sociale
veiligheid, het openbaar groen, openbare wegen en paden, de
architectuur van de bebouwing, het welstandsbeleid, monumenten en
kunst in de openbare ruimte.
Doelen
1. Een beleidskader wordt opgesteld gericht op het versterken van de
kwaliteit van de woonomgeving. Daarbij wordt voor de hele gemeente per
onderscheiden deelgebied vastgelegd aan welke criteria bouwaanvragen
moeten voldoen, zodat het welstandsbeleid meer voorspelbaar wordt.
2. De gemeente voert een actief gemeentelijk beleid gericht op het
behoud van kenmerkende bouwwerken.
3. De naleving van bouwvoorschriften en bouwvergunningen wordt actief
gehandhaafd.
4.6. Beheer van de openbare ruimte
Inleiding
Een goed beheer van straten, wegen en pleinen, van fiets- en
voetpaden, van de openbare verlichting, van het openbaar groen en
speelterreinen vraagt veel aandacht. De verantwoordelijkheid daarvoor
ligt niet alleen bij de gemeente.
Doelen
1. Op basis van een beleidskader wordt een meerjarenplanning
opgesteld. Een actief beleid gericht op het wegnemen van kleine maar
veelvoorkomende ergernissen als vernielingen, graffiti, hondenpoep en
zwerfvuil maakt daarvan deel uit.
2. De mogelijkheid wordt onderzocht gemeentelijke toezichthouders aan
te stellen, die zowel preventief als repressief kunnen optreden.
4.7. Waterhuishouding
Inleiding
Er is een toenemende overlast van (grond-)water. De gemeente heeft
mede een zorgplicht om te komen tot een adequaat waterbeheer.
Doelen
1. In samenwerking met de waterschappen als beheerders van de
kwaliteit en de kwantiteit van het
water wordt een gemeentelijk waterplan opgesteld.
4.8. Milieu
Inleiding
Duurzame ontwikkeling is uitgangspunt van beleid. Het beleid blijft
gericht op het volgen van ontwikkelingen op het terrein van het
gebruik van duurzame bouwmaterialen, isolatie en energiezuinigheid. De
gemeente vervult een actieve rol bij de preventie van bodem-, water-
en luchtverontreiniging en geluidsoverlast.
Doelen
1. Het milieubeleidsplan wordt geactualiseerd en in een jaarlijks
actieprogramma vertaald. Een actief milieuhandhavingsbeleid en
planvorming met betrekking tot duurzame energie maken daarvan deel
uit.
2. Voor gebouwen in eigendom van de gemeente wordt een duurzaam
energiegebruik gerealiseerd.
3. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de meerwaarde van
aansluiting bij de regionale milieudienst West-Holland.
4.9. Gemeentereiniging
Inleiding
Het terugdringen van de hoeveelheid afval, en in het bijzonder van
restafval door het beter scheiden van soorten afval, is uitgangspunt
van beleid. Zoveel als mogelijk wordt het principe 'de vervuiler
betaalt' toegepast.
Doelen
1. Het tarief van de reinigingsrechten wordt zodanig gedifferentieerd
dat het meer aansluit bij de individueel aangeboden hoeveelheid
huisvuil en gft-afval.
2. Voor grofvuil wordt een brenglocatie voor particulieren ingericht,
terwijl het laten ophalen van bouw- en bedrijfsafval tegen een
kostendekkend tarief mogelijk blijft. Nader wordt bezien of het gratis
ophalen van particulier grofvuil kan worden voortgezet. Voor het
stationeren van de ruilcontainers wordt een geschikte definitieve
locatie gevonden.
3. De haalbaarheid wordt onderzocht van het ondergronds brengen van de
milieuparkjes voor glas, oud papier en kleding en van de huisvuil- en
gft-containers bij meergezinswoningen.
4. De bekendheid van de mogelijkheden om gebruik te maken van het
kringloopbedrijf worden vergroot.
4.10. Verkeer en vervoer
Inleiding
Onderkend wordt dat de mobiliteit toeneemt. Voor wat betreft het
autoverkeer zijn daarbij de verkeersveiligheid, de doorstroming op
doorgaande routes en de effecten op de leefomgeving langs de
doorgaande routes primaire aandachtspunten. Het verbeteren van het
openbaar vervoer en van het fietsverkeer kunnen de groeiende druk van
het autoverkeer temperen. Een adequate exploitatie van de regionale
OV-taxi biedt naast de lokale Cirkelbus mobiliteit van bepaalde
doelgroepen. De veiligheid van de fietsroutes langs doorgaande wegen,
naar de NS-stations en naar scholen, zowel binnen als buiten
Voorschoten, behoeft speciale aandacht.
Doelen
1. In samenhang met de te ontwikkelen Structuurvisie Voorschoten, zal
een actualisatie van de 'Verkeersnota Voorschoten' worden opgesteld.
2. Om de verkeersveiligheid te vergroten en niet-bestemmingverkeer te
ontmoedigen, zullen planmatig verkeersregulerende maatregelen worden
getroffen, waarbij het accent in eerste instantie ligt op woonstraten
in de Nassauwijk, Boschgeest en Noord-Hofland. Dit in het kader van
het streven naar 30 km/u-zones.
3. Aan de realisatie van Rijksweg 11-West wordt alleen meegewerkt
indien is aangetoond dat openbaar vervoersoplossingen (Rijn-Gouwelijn)
ontoereikend blijken, indien onomstotelijk blijkt dat alternatieve
tracés (verbeterde Dr. Lelylaan-Churchilllaan-tracé) onhaalbaar zijn,
indien de gevolgen van deze weg voor het Voorschotens wegennet
voldoende zijn onderzocht én indien een zorgvuldige landschappelijke
en stedenbouwkundige inpassing plaats vindt op basis van ondergrondse
aanleg. Een dergelijke studie wordt zo snel mogelijk en in regionaal
verband uitgevoerd.
4. De parkeergelegenheid bij de NS-stations en in het centrum wordt,
al dan niet door middel van ongelijkvloers parkeren, verruimd. Kort
parkeren blijft in Voorschoten gratis.
5. Bij de haalbaarheidsonderzoeken naar de mogelijkheden van een
regionaal sneltram/lightrail-net moet ook de aansluiting van
Voorschoten op de Rijn-Gouwelijn worden meegenomen.
6. Het regionale fietspadenplan wordt verder uitgevoerd.
4.11. Economische zaken en werkgelegenheid
Inleiding
Het lokale economische beleid wordt verder vormgegeven mede in relatie
tot het regionaal-economisch beleid. Nieuwe locaties voor
bedrijvigheid (b.v. Defensieterrein, stationsgebied, Zuid-Hoflandse
polder) dienen vooral voor herhuisvesting van bestaande bedrijven, die
elders in Voorschoten overlast veroorzaken. Deze herhuisvesting mag
overigens niet tot nieuwe problemen leiden.
Doelen
1. De gemeente richt zich op herhuisvesting van overlast veroorzakende
bedrijfslocaties en op verbetering van de infrastructuur.
2. Voor andere vestigingen wordt voorrang gegeven aan
milieuvriendelijke en per arbeidsplaats relatief weinig ruimte
vergende bedrijven.
3. De gemeente investeert zo nodig lokaal en regionaal, verantwoord
risicodragend, in bedrijventerreinen (lokale/regionale
ontwikkelingsmaatschappij). De financiële participatie van ondernemers
wordt hierbij betrokken.
4. In nieuwbouwwijken wordt ruimte geboden aan huisgebonden
bedrijvigheid en buurtwinkels.
5. De weekmarkt wordt waar mogelijk versterkt.
5. Welzijn
Inleiding
Met welzijnsbeleid beoogt de gemeente bij te dragen aan de kwaliteit
van het maatschappelijk leven in Voorschoten. Het krijgt vorm en
inhoud op diverse deelterreinen, onder meer via subsidie- en
accommodatiebeleid, vrijwilligersbeleid en cultuurbeleid. Het
welzijnsbeleid krijgt mede betekenis door de inzet van vele
vrijwilligers.
Doelen
1. Het subsidieplan wordt in 2003 herzien, en vervolgens iedere twee
jaar op basis van prestatieafspraken met de betrokken instellingen
geformuleerd.
2. Er wordt nog dit jaar een nota opgesteld om inzicht te krijgen in
de kwaliteit en het doelmatig gebruik van de thans beschikbare
accommodaties. Tevens vormt deze nota het beleidskader op basis
waarvan besloten kan worden bepaalde accommodaties te saneren of te
realiseren.
3. Er komt een Kunst-en Cultuurnota.
4. De nota Vrijwilligersbeleid wordt voortvarend tot uitvoering
gebracht.
5. Er wordt aandacht besteed aan een emancipatiebeleid.
6. Een recreatie, toerisme en evenementenbeleid wordt in samenwerking
met buurgemeenten ontwikkeld.
5.1. Onderwijs en kinderopvang
Inleiding
De gemeente draagt zorg voor de kwaliteit van het openbaar
basisonderwijs. Voor het overige ligt de primaire zorg van de gemeente
ten aanzien van het basisonderwijs op het beschikbaar stellen van
voldoende en goede accommodatie. Voor buitenschoolse (d.w.z. voor-,
tussen- en naschoolse) opvang, kinderopvang en peuterspeelzalenwerk
draagt de gemeente zorg voor toereikende accommodatie tegen een
kostendekkende huur. Uitgangspunt is dat voorzieningen in combinatie
in multifunctionele gebouwen worden ondergebracht.
De gemeente bevordert samenwerking tussen de scholen, waarbij ruimte
wordt gelaten de eigen identiteit te ontplooien en eigen
verantwoordelijkheid te dragen. De structuur waarin kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk worden aangeboden, wordt in samenhang bezien.
Doelen
1. Het bestuur van het openbaar onderwijs wordt in een stichting
omgezet.
2. Op basis van een actuele raming van de lokalenbehoefte wordt een
meerjarenbeleidsplan onderwijshuisvesting opgesteld, waarin
onderscheid wordt gemaakt tussen de blijvende en de tijdelijke
behoefte. Voor de tijdelijke behoefte wordt zoveel als mogelijk
gebruik gemaakt van overlooplocaties.
3. In Starrenburg II wordt een school gerealiseerd in combinatie met
buitenschoolse opvang en kinderopvang. Verder vindt voor De Vink, Het
Kompas en De Regenboog op basis van het meerjarenbeleidsplan de
afweging plaats voor mogelijkheden van uitbreiding c.q.
herontwikkeling op de bestaande lokatie. Uitgangspunt hierbij zijn de
geldende rijksnormen voor onderwijshuisvesting. Afwijkingen dienen
gemotiveerd te worden.
4. Op basis van een actueel prognosebeeld zal besluitvorming over
accommodaties voor kinderopvang en peuterspeelzalen plaatsvinden in
samenhang met het meerjarenbeleidsplan onderwijshuisvesting.
5.2. Gezondheidszorg, gehandicapten en ouderen
Inleiding
De gemeente versterkt waar mogelijk de uitvoering van het beleid
waarvan de doelstellingen in de ouderennota en de nota volksgezondheid
zijn vastgelegd.
Doelen
1. Toenemende vergrijzing, ook in Voorschoten, noodzaakt tot analyse
van vraag en aanbod met betrekking tot woon- en zorgvoorzieningen en
het opstellen van plannen voor het realiseren van verschillende
(levensloopbestendige) woonvormen met adequate zorg.
2. Het flankerend beleid ten aanzien van de zelfredzaamheid en het
zelfstandig wonen wordt versterkt in samenwerking met de
(vrijwilligers)organisaties op dit terrein.
3. Het lokale gezondheidsbeleid richt zich voornamelijk op de
preventie en het handhaven van voldoende medische zorg met inbegrip
van vestigingsfaciliteiten voor artsen en tandartsen.
4. Er komt een nota gehandicaptenbeleid, waarin ook aandacht wordt
besteed aan de problematiek van geestelijk gehandicapten.
5.3. Jeugd en jongeren
Inleiding
Het is belangrijk dat jongeren zich kunnen ontplooien en participeren
in de samenleving.
Doelen
1. De betrokkenheid van jongeren bij het beleid wordt gestimuleerd. Er
wordt met hen een actieve dialoog gezocht.
2. Het jeugd- en jongerenbeleid wordt geëvalueerd en zonodig herzien
en krijgt gestalte langs de weg van jaarlijks op te stellen
prestatieafspraken.
5.4. Sociale Zaken
Inleiding
Ondanks de forse groei van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren is
een beperkte groep mensen aangewezen op een uitkering. Kerntaken van
de sociale dienst zijn het aanbieden van reïntegratietrajecten om deze
mensen weer maatschappelijk te laten participeren en het waarborgen
van een bestaansminimum. Om dit te realiseren wordt samenwerking in de
uitvoering gezocht met andere gemeenten.
Doelen
1. De activiteit van de sociale dienst is primair gericht op
reïntegratietrajecten. De ambitie is dat er jaarlijks een vooraf
overeengekomen aantal personen uit de bijstand uitstroomt evenals een
vooraf overeengekomen aantal 'fase-4' clienten, die een
activeringstraject gaan doorlopen.
2. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen die beschikken over een
inkomen tot 110% van het minimumloon worden pc's ter beschikking
gesteld in het kader van het vervangingsbeleid van de gemeente.
5.5. Sport
Inleiding
Recreatieve sportbeoefening wordt door de gemeente aangemoedigd.
Hiertoe spant de gemeente zich binnen bestaande beleidskaders in om
zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende wedstrijd- en
trainingsfaciliteiten aan te bieden en diverse
sportstimuleringsregelingen.
Doelen
1. De participatie van met name de jeugd in de sportbeoefening, zowel
in binnen- als in buitensport, wordt verhoogd.
2. Er komt een sportaccommodatienota waarin de behoefte aan
sportvoorzieningen in kaart wordt gebracht.
5.6. Wijkbeleid
Inleiding
De inwoners van Voorschoten zijn medeverantwoordelijk voor de eigen
leefomgeving. Hun inbreng is essentieel en van belang voor het
verbeteren van bestaand en het ontwikkelen van nieuw beleid.
Beleidsmatig bevat het wijkbeleid sociale en fysieke aspecten.
Doelen
1. In samenspraak met organisaties als wijk-, sport- en
winkeliersverenigingen wordt een kader uitgewerkt om tot specifiek
wijkbeheer door bewoners en gebruikers te komen.
2. Er wordt een actieve dialoog met bewonersorganisaties en/of
bewonersgroepen georganiseerd.
Coalitieprogramma 2002-2006
'Vernieuwing in balans'
Voorschoten,
14 mei 2002
Voorwoord
Het coalitieprogramma 2002-2006 is opgesteld door VVD, CDA en PvdA en
geeft richting aan het te volgen beleid en de te realiseren doelen.
In de afgelopen raadsperiode is gekozen voor investeren in kwaliteit.
Er werd een aantal grote projecten gestart. Reeds vanaf het begin in
1998 werd de gemeente Voorschoten geconfronteerd met structureel
negatieve begrotingsresultaten. Ondanks o.a. belastingmaatregelen en
ombuigingen is het doel om in 2002 en de volgende jaren een
structureel sluitende begroting te realiseren niet bereikt. De
coalitiepartijen zijn overeengekomen dat deze financiële doelstelling
de hoogste prioriteit heeft. Alleen door het weer structureel gezond
maken van de gemeentebegroting ontstaat er op termijn nieuwe
financiële ruimte voor de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarmee kan
de ambitie die in dit programma tot uitdrukking komt worden
gerealiseerd.
1. Algemeen bestuur
Inleiding
De Wet dualisering gemeentebestuur heeft de verhouding tussen het
college van B & W en raad aanzienlijk gewijzigd. De raad stelt de
kaders waarbinnen het college als dagelijks bestuur zijn taken
uitvoert. Tevens is de raad het controlerende lichaam van het college.
Het gemeentebestuur, zowel college als raad, treedt slagvaardig en
herkenbaar op, vooral naar de inwoners van de gemeente toe. Bij het
opstellen van nieuwe plannen moet direct al contact met de burgers
worden gezocht. Met name wordt gekeken hoe burgers en maatschappelijke
organisaties bij deze plannen en het uitvoeren ervan kunnen worden
betrokken.
Doelen
1. Er wordt een rekenkamer(functie) ingesteld, bestaande uit externe
deskundigen en met gebruikmaking van regionale expertise.
2. De kwaliteit van de communicatie tussen gemeentebestuur en burgers
wordt verbeterd.
3. Uiterlijk medio 2003 worden de structuur en de werkwijze van de
raadscommissies geëvalueerd.
4. Tussen college en raad worden nadere afspraken gemaakt over
delegatie en mandaat alsmede de verantwoording hierover.
1.1. Regionale samenwerking
Inleiding
Voorschoten positioneert zich als een zelfstandige gemeente, die
bereid is tot voortzetting van loyale samenwerking in de Leidse Regio
en de Samenwerking Duin- en Bollenstreek (SDB). Daarnaast wordt
samenwerking met buurgemeenten niet uitgesloten indien dit voor
Voorschoten aantoonbare meerwaarde heeft.
Voorschoten wil zijn positie in de groene bufferzone tussen de Haagse
en de Leidse agglomeratie meer inhoud geven door het bestuurlijk
versterken van het Pact van Duivenvoorde.
Ook de uitkomsten van de thans lopende bestuurskrachtmonitor kunnen
aanleiding zijn daarbij nieuwe samenwerkingsstructuren toe te passen.
Doelen
1. De samenhang tussen de verschillende vormen van samenwerking binnen
de Leidse Regio wordt versterkt.
2. De participatie namens de gemeente in regionale organen wordt beter
ingebed in de structuur van de raad.
2. Financiën
Inleiding
Geld van de gemeente is geld van de gemeenschap. Dat is de
belangrijkste reden om er doelmatig en rechtmatig mee om te gaan en
regelmatig verantwoording over de besteding af te leggen. Maatregelen
om te komen tot een structureel sluitende begroting dienen onverkort
te worden uitgevoerd. De beschikbare financiële ruimte zal in eerste
instantie nodig zijn voor het oplossen van de problemen in het
primaire proces.
Doelen
1. De gemeente streeft op zo kort mogelijke termijn (uiterlijk in
2005) naar een structureel sluitende begroting, waarbij de structurele
lasten (incl. de reserveringen voor renovatie en vervanging) zijn
afgedekt door structurele baten.
2. Voor het bereiken van een sluitende begroting zal worden gezocht
naar mogelijke bezuinigingen, inruil van bestaand beleid voor
noodzakelijk geacht nieuw beleid en waar mogelijk medefinanciering van
projecten door derden en via grondexploitaties.
3. Incidenteel nieuw beleid wordt afgedekt door incidentele middelen
c.q. 'nieuw voor oud' of uit de reserves.
4. De gemeente streeft een weerstandsvermogen na van 10 % van het
jaarlijkse begrotingstotaal.
5. Systematische financiële rapportages en evaluaties dienen periodiek
plaats te vinden t.b.v. de beoordeling van de resultaten van beleid.
6. Met de voorbereiding en implementatie van een programmabegroting
zal worden gestart.
7. De OZB zal in deze periode niet hoger zijn dan nodig. Uitgangspunt
is dat het tarief niet hoger is dan het geïndexeerde landelijke
normtarief.
8. Er dienen richtlijnen voor de begroting van gemeenschappelijke
regelingen te komen ter beheersing van de snel stijgende kosten.
Voorts moet inzichtelijk zijn welke besparingen door de
gemeenschappelijke aanpak worden bereikt.
3. Openbare orde en veiligheid
Inleiding
De, ook in Voorschoten, bestaande gevoelens van (sociale) onveiligheid
moeten de primaire en voortdurende aandacht van het gemeentebestuur
blijven houden. Aan de voorwaarden van een goed functionerend
politieteam met een eigen bureau in Voorschoten en een vrijwillige
brandweerkorps van kwalitatief hoog niveau wordt voldaan. Behalve de
politie zijn het bestuur van Voorschoten, andere overheden,
bedrijfsleven en burgers verantwoordelijk voor de realisering van een
doeltreffende handhaving van de openbare orde. Zo kan een integrale
veiligheid worden bereikt. De communicatie tussen politie, justitie,
brandweer, gemeentelijke diensten en instellingen, onderwijs,
buurtbeheer en bedrijfsleven wordt verder verdiept en verbreed en
vastgelegd in een geactualiseerd veiligheidsplan.
Doelen
1. De aansturing van en het afleggen van verantwoording over het
politiebeleid wordt
versterkt.
2. De openingstijden van het politiebureau worden zoveel mogelijk
afgestemd op tijden, dat de burger in het algemeen in de gelegenheid
is om aangifte te doen.
3. Bevordering van de zichtbaarheid en aanwezigheid van de politie in
de Voorschotense samenleving b.v. door aanwezigheid in de winkelcentra
op koopavonden en zaterdag, op stations en op marktdagen.
4. Tijdens deze raadsperiode wordt het integraal veiligheidsplan
geactualiseerd.
5. De gemeente stimuleert aandacht in het onderwijs voor
verkeersveiligheid en het tegengaan van verslaving, vandalisme en
jeugdcriminaliteit. Het project 'Doe effe normaal' wordt voortgezet.
6. Binnen het rampenplan en het rampenbestrijdingsplan wordt specifiek
aan bepaalde reële mogelijke rampen zoals vlieg- of treinrampen of
rampen met gevaarlijke stoffen bij vervoer over de weg aandacht
besteed, vooral aan de aspecten preventie en nazorg. Regelmatige
oefening is noodzakelijk.
7. De kwaliteit van de lokale brandweer wordt versterkt door
gebruikmaking van de regionale brandweerorganisatie
4. Woon- en leefruimte
4.1. Ruimtelijke ontwikkeling
Inleiding
Het kleinschalige en groene karakter van Voorschoten en het plezierige
woonklimaat moeten blijven en zo mogelijk worden versterkt. De
landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het buitengebied
worden versterkt. Plannen, die tijdens deze raadsperiode worden
ontwikkeld of uitgevoerd, mogen toekomstige ontwikkelingen op langere
termijn niet in de weg staan.
Een belangrijk hulpmiddel om deze ambitie te realiseren is de nog te
ontwikkelen structuurvisie waarvoor in de vorige raadsperiode opdracht
is gegeven. Deze structuurvisie geeft inzicht in de gewenste
toekomstige ruimtelijke ontwikkeling.
Doelen
1. Het bestaande kwaliteitsniveau van het openbaar groen in de
woonwijken wordt gehandhaafd. De parkenstructuur wordt niet aangetast.
2. Groenblauwe verbindingen vanuit het buitengebied in en door de
wijken blijven in stand of worden versterkt.
3. Ter uitwerking van het Pact van Duivenvoorde wordt een plan van
aanpak opgesteld waarin beoogde resultaten en realisatietermijnen
worden vastgelegd.
4. De ambitie is om vormen van bedrijvigheid, die in het landschap
niet passen, uit te doen plaatsen. Agrarische bedrijven, die bij het
natuur- en landschapsbeheer zijn betrokken, worden gehandhaafd.
4.2. Revitalisering centrum
Inleiding
De revitalisering van het dorpscentrum wordt in versterkte mate
voortgezet. Deze versterking richt zich op de woonfunctie, de
winkelfunctie, de sociale en culturele functie en verruiming van de
parkeercapaciteit door ongelijkvloerse parkeergelegenheden. Ook is een
versterking van de horecafunctie op de Voorstraat gewenst, evenals een
opwaardering van de openbare ruimte.
Doelen
1. Teneinde de regierol van de gemeente te kunnen uitoefenen komt een
visie op het centrum binnen korte termijn beschikbaar. Essentiële
onderdelen van deze visie zijn:
- herontwikkeling van de "koppen" van de Schoolstraat;
- versterking van de sociale en culturele activiteiten (Dorpskerk,
Ambachts- en Baljuwhuis, horeca-accommodaties). Daarbij wordt tevens
onderzocht of ter versterking van een breed cultureel aanbod in het
dorpscentrum een nieuw Cultureel Centrum noodzakelijk en zo ja,
ruimtelijk en financieel haalbaar is;
- mogelijke nieuwe activiteiten op het terrein van wonen en zorg;
- verbetering op termijn van de bereikbaarheid van het centrum voor de
recreatievaart vanaf de Vliet, inclusief de aanleg van
passantenplaatsen;
- de voormalige Gevers Deynootschool en het M.O.C.-terrein van het op
termijn te verplaatsen Uitvoerend Bedrijf worden ingezet ter
versterking van de centrumfunctie;
- het autoverkeer en het parkeren in de Voorstraat wordt gefaseerd
teruggedrongen.
2. Er wordt een oriënterend onderzoek verricht naar de
ontwikkelingsmogelijkheden van het centrum op de lange(re) termijn met
name gericht op het ondergronds brengen van het verkeer op de Koningin
Julianalaan en inpasbaarheid van een (snel)tramverbinding. Waar
mogelijk zal met deze ontwikkelingskansen bij de korte en middenlange
termijnplanning rekening worden gehouden.
4.3. Grondbeleid
Inleiding
De gemeente voert een actief grondbeleid.
Doelen
1. De zeggenschap over ontwikkelingslocaties en de invloed op de
inrichting worden versterk
4.4. Volkshuisvesting
Inleiding
Het lokale volkshuisvestingsbeleid is ingekaderd door het regionale
beleid. De aandacht richt zich primair op de afronding van de
nieuwbouwlocaties Starrenburg II en III en het Van der Hoevenpark en
de ontwikkeling van de Zuid-Hoflandse polder. Verdere kansen voor
woningbouw liggen in kleine locaties zoals het Arsenaal-terrein en het
Stationsgebied/Innovam-terrein.
Doelen
1. Het woningaanbod in de bouwlocaties moet vraaggericht en gevarieerd
van karakter zijn, met accenten op zowel kwalitatief hoogwaardige als
betaalbare huizen, huisvesting voor jongeren en starters, maar ook
voor senioren. Uitgangspunt is dat dertig procent van de
nieuwbouwwoningen valt in de categorie sociale huur- en koopwoningen,
waarbij ook overgangsvormen tussen huur en koop de aandacht verdienen.
2. Doorstroming van bewoners van sociale huurwoningen, die niet
behoren tot de doelgroep, wordt bevorderd.
3. Bij de verkoop van nieuwbouwwoningen wordt een
anti-speculatiebeding toegepast.
4. Het woningaanbod voor ouderen moet erop gericht zijn zolang
mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen, waarbij ook de wens om
in een ruime woning te blijven wonen, gehonoreerd kan worden.
5. Voor de herstructureringsgebieden zoals delen van Vlietwijk en
Noord-Hofland, wordt in samenwerking met bewoners, wijkorganisaties en
corporaties een integraal beleidsplan opgesteld, dat zo spoedig
mogelijk in een meerjarenplanning wordt uitgewerkt.
4.5. Kwaliteit van de openbare ruimte
Inleiding
Er wordt zeer gehecht aan hoogwaardige kwaliteit van de openbare
ruimte. De aanwezige en de beoogde leefomgeving wordt bepaald door
aspecten als de inrichting van de openbare ruimte, de sociale
veiligheid, het openbaar groen, openbare wegen en paden, de
architectuur van de bebouwing, het welstandsbeleid, monumenten en
kunst in de openbare ruimte.
Doelen
1. Een beleidskader wordt opgesteld gericht op het versterken van de
kwaliteit van de woonomgeving. Daarbij wordt voor de hele gemeente per
onderscheiden deelgebied vastgelegd aan welke criteria bouwaanvragen
moeten voldoen, zodat het welstandsbeleid meer voorspelbaar wordt.
2. De gemeente voert een actief gemeentelijk beleid gericht op het
behoud van kenmerkende bouwwerken.
3. De naleving van bouwvoorschriften en bouwvergunningen wordt actief
gehandhaafd.
4.6. Beheer van de openbare ruimte
Inleiding
Een goed beheer van straten, wegen en pleinen, van fiets- en
voetpaden, van de openbare verlichting, van het openbaar groen en
speelterreinen vraagt veel aandacht. De verantwoordelijkheid daarvoor
ligt niet alleen bij de gemeente.
Doelen
1. Op basis van een beleidskader wordt een meerjarenplanning
opgesteld. Een actief beleid gericht op het wegnemen van kleine maar
veelvoorkomende ergernissen als vernielingen, graffiti, hondenpoep en
zwerfvuil maakt daarvan deel uit.
2. De mogelijkheid wordt onderzocht gemeentelijke toezichthouders aan
te stellen, die zowel preventief als repressief kunnen optreden.
4.7. Waterhuishouding
Inleiding
Er is een toenemende overlast van (grond-)water. De gemeente heeft
mede een zorgplicht om te komen tot een adequaat waterbeheer.
Doelen
1. In samenwerking met de waterschappen als beheerders van de
kwaliteit en de kwantiteit van het
water wordt een gemeentelijk waterplan opgesteld.
4.8. Milieu
Inleiding
Duurzame ontwikkeling is uitgangspunt van beleid. Het beleid blijft
gericht op het volgen van ontwikkelingen op het terrein van het
gebruik van duurzame bouwmaterialen, isolatie en energiezuinigheid. De
gemeente vervult een actieve rol bij de preventie van bodem-, water-
en luchtverontreiniging en geluidsoverlast.
Doelen
1. Het milieubeleidsplan wordt geactualiseerd en in een jaarlijks
actieprogramma vertaald. Een actief milieuhandhavingsbeleid en
planvorming met betrekking tot duurzame energie maken daarvan deel
uit.
2. Voor gebouwen in eigendom van de gemeente wordt een duurzaam
energiegebruik gerealiseerd.
3. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de meerwaarde van
aansluiting bij de regionale milieudienst West-Holland.
4.9. Gemeentereiniging
Inleiding
Het terugdringen van de hoeveelheid afval, en in het bijzonder van
restafval door het beter scheiden van soorten afval, is uitgangspunt
van beleid. Zoveel als mogelijk wordt het principe 'de vervuiler
betaalt' toegepast.
Doelen
1. Het tarief van de reinigingsrechten wordt zodanig gedifferentieerd
dat het meer aansluit bij de individueel aangeboden hoeveelheid
huisvuil en gft-afval.
2. Voor grofvuil wordt een brenglocatie voor particulieren ingericht,
terwijl het laten ophalen van bouw- en bedrijfsafval tegen een
kostendekkend tarief mogelijk blijft. Nader wordt bezien of het gratis
ophalen van particulier grofvuil kan worden voortgezet. Voor het
stationeren van de ruilcontainers wordt een geschikte definitieve
locatie gevonden.
3. De haalbaarheid wordt onderzocht van het ondergronds brengen van de
milieuparkjes voor glas, oud papier en kleding en van de huisvuil- en
gft-containers bij meergezinswoningen.
4. De bekendheid van de mogelijkheden om gebruik te maken van het
kringloopbedrijf worden vergroot.
4.10. Verkeer en vervoer
Inleiding
Onderkend wordt dat de mobiliteit toeneemt. Voor wat betreft het
autoverkeer zijn daarbij de verkeersveiligheid, de doorstroming op
doorgaande routes en de effecten op de leefomgeving langs de
doorgaande routes primaire aandachtspunten. Het verbeteren van het
openbaar vervoer en van het fietsverkeer kunnen de groeiende druk van
het autoverkeer temperen. Een adequate exploitatie van de regionale
OV-taxi biedt naast de lokale Cirkelbus mobiliteit van bepaalde
doelgroepen. De veiligheid van de fietsroutes langs doorgaande wegen,
naar de NS-stations en naar scholen, zowel binnen als buiten
Voorschoten, behoeft speciale aandacht.
Doelen
1. In samenhang met de te ontwikkelen Structuurvisie Voorschoten, zal
een actualisatie van de 'Verkeersnota Voorschoten' worden opgesteld.
2. Om de verkeersveiligheid te vergroten en niet-bestemmingverkeer te
ontmoedigen, zullen planmatig verkeersregulerende maatregelen worden
getroffen, waarbij het accent in eerste instantie ligt op woonstraten
in de Nassauwijk, Boschgeest en Noord-Hofland. Dit in het kader van
het streven naar 30 km/u-zones.
3. Aan de realisatie van Rijksweg 11-West wordt alleen meegewerkt
indien is aangetoond dat openbaar vervoersoplossingen (Rijn-Gouwelijn)
ontoereikend blijken, indien onomstotelijk blijkt dat alternatieve
tracés (verbeterde Dr. Lelylaan-Churchilllaan-tracé) onhaalbaar zijn,
indien de gevolgen van deze weg voor het Voorschotens wegennet
voldoende zijn onderzocht én indien een zorgvuldige landschappelijke
en stedenbouwkundige inpassing plaats vindt op basis van ondergrondse
aanleg. Een dergelijke studie wordt zo snel mogelijk en in regionaal
verband uitgevoerd.
4. De parkeergelegenheid bij de NS-stations en in het centrum wordt,
al dan niet door middel van ongelijkvloers parkeren, verruimd. Kort
parkeren blijft in Voorschoten gratis.
5. Bij de haalbaarheidsonderzoeken naar de mogelijkheden van een
regionaal sneltram/lightrail-net moet ook de aansluiting van
Voorschoten op de Rijn-Gouwelijn worden meegenomen.
6. Het regionale fietspadenplan wordt verder uitgevoerd.
4.11. Economische zaken en werkgelegenheid
Inleiding
Het lokale economische beleid wordt verder vormgegeven mede in relatie
tot het regionaal-economisch beleid. Nieuwe locaties voor
bedrijvigheid (b.v. Defensieterrein, stationsgebied, Zuid-Hoflandse
polder) dienen vooral voor herhuisvesting van bestaande bedrijven, die
elders in Voorschoten overlast veroorzaken. Deze herhuisvesting mag
overigens niet tot nieuwe problemen leiden.
Doelen
1. De gemeente richt zich op herhuisvesting van overlast veroorzakende
bedrijfslocaties en op verbetering van de infrastructuur.
2. Voor andere vestigingen wordt voorrang gegeven aan
milieuvriendelijke en per arbeidsplaats relatief weinig ruimte
vergende bedrijven.
3. De gemeente investeert zo nodig lokaal en regionaal, verantwoord
risicodragend, in bedrijventerreinen (lokale/regionale
ontwikkelingsmaatschappij). De financiële participatie van ondernemers
wordt hierbij betrokken.
4. In nieuwbouwwijken wordt ruimte geboden aan huisgebonden
bedrijvigheid en buurtwinkels.
5. De weekmarkt wordt waar mogelijk versterkt.
5. Welzijn
Inleiding
Met welzijnsbeleid beoogt de gemeente bij te dragen aan de kwaliteit
van het maatschappelijk leven in Voorschoten. Het krijgt vorm en
inhoud op diverse deelterreinen, onder meer via subsidie- en
accommodatiebeleid, vrijwilligersbeleid en cultuurbeleid. Het
welzijnsbeleid krijgt mede betekenis door de inzet van vele
vrijwilligers.
Doelen
1. Het subsidieplan wordt in 2003 herzien, en vervolgens iedere twee
jaar op basis van prestatieafspraken met de betrokken instellingen
geformuleerd.
2. Er wordt nog dit jaar een nota opgesteld om inzicht te krijgen in
de kwaliteit en het doelmatig gebruik van de thans beschikbare
accommodaties. Tevens vormt deze nota het beleidskader op basis
waarvan besloten kan worden bepaalde accommodaties te saneren of te
realiseren.
3. Er komt een Kunst-en Cultuurnota.
4. De nota Vrijwilligersbeleid wordt voortvarend tot uitvoering
gebracht.
5. Er wordt aandacht besteed aan een emancipatiebeleid.
6. Een recreatie, toerisme en evenementenbeleid wordt in samenwerking
met buurgemeenten ontwikkeld.
5.1. Onderwijs en kinderopvang
Inleiding
De gemeente draagt zorg voor de kwaliteit van het openbaar
basisonderwijs. Voor het overige ligt de primaire zorg van de gemeente
ten aanzien van het basisonderwijs op het beschikbaar stellen van
voldoende en goede accommodatie. Voor buitenschoolse (d.w.z. voor-,
tussen- en naschoolse) opvang, kinderopvang en peuterspeelzalenwerk
draagt de gemeente zorg voor toereikende accommodatie tegen een
kostendekkende huur. Uitgangspunt is dat voorzieningen in combinatie
in multifunctionele gebouwen worden ondergebracht.
De gemeente bevordert samenwerking tussen de scholen, waarbij ruimte
wordt gelaten de eigen identiteit te ontplooien en eigen
verantwoordelijkheid te dragen. De structuur waarin kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk worden aangeboden, wordt in samenhang bezien.
Doelen
1. Het bestuur van het openbaar onderwijs wordt in een stichting
omgezet.
2. Op basis van een actuele raming van de lokalenbehoefte wordt een
meerjarenbeleidsplan onderwijshuisvesting opgesteld, waarin
onderscheid wordt gemaakt tussen de blijvende en de tijdelijke
behoefte. Voor de tijdelijke behoefte wordt zoveel als mogelijk
gebruik gemaakt van overlooplocaties.
3. In Starrenburg II wordt een school gerealiseerd in combinatie met
buitenschoolse opvang en kinderopvang. Verder vindt voor De Vink, Het
Kompas en De Regenboog op basis van het meerjarenbeleidsplan de
afweging plaats voor mogelijkheden van uitbreiding c.q.
herontwikkeling op de bestaande lokatie. Uitgangspunt hierbij zijn de
geldende rijksnormen voor onderwijshuisvesting. Afwijkingen dienen
gemotiveerd te worden.
4. Op basis van een actueel prognosebeeld zal besluitvorming over
accommodaties voor kinderopvang en peuterspeelzalen plaatsvinden in
samenhang met het meerjarenbeleidsplan onderwijshuisvesting.
5.2. Gezondheidszorg, gehandicapten en ouderen
Inleiding
De gemeente versterkt waar mogelijk de uitvoering van het beleid
waarvan de doelstellingen in de ouderennota en de nota volksgezondheid
zijn vastgelegd.
Doelen
1. Toenemende vergrijzing, ook in Voorschoten, noodzaakt tot analyse
van vraag en aanbod met betrekking tot woon- en zorgvoorzieningen en
het opstellen van plannen voor het realiseren van verschillende
(levensloopbestendige) woonvormen met adequate zorg.
2. Het flankerend beleid ten aanzien van de zelfredzaamheid en het
zelfstandig wonen wordt versterkt in samenwerking met de
(vrijwilligers)organisaties op dit terrein.
3. Het lokale gezondheidsbeleid richt zich voornamelijk op de
preventie en het handhaven van voldoende medische zorg met inbegrip
van vestigingsfaciliteiten voor artsen en tandartsen.
4. Er komt een nota gehandicaptenbeleid, waarin ook aandacht wordt
besteed aan de problematiek van geestelijk gehandicapten.
5.3. Jeugd en jongeren
Inleiding
Het is belangrijk dat jongeren zich kunnen ontplooien en participeren
in de samenleving.
Doelen
1. De betrokkenheid van jongeren bij het beleid wordt gestimuleerd. Er
wordt met hen een actieve dialoog gezocht.
2. Het jeugd- en jongerenbeleid wordt geëvalueerd en zonodig herzien
en krijgt gestalte langs de weg van jaarlijks op te stellen
prestatieafspraken.
5.4. Sociale Zaken
Inleiding
Ondanks de forse groei van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren is
een beperkte groep mensen aangewezen op een uitkering. Kerntaken van
de sociale dienst zijn het aanbieden van reïntegratietrajecten om deze
mensen weer maatschappelijk te laten participeren en het waarborgen
van een bestaansminimum. Om dit te realiseren wordt samenwerking in de
uitvoering gezocht met andere gemeenten.
Doelen
1. De activiteit van de sociale dienst is primair gericht op
reïntegratietrajecten. De ambitie is dat er jaarlijks een vooraf
overeengekomen aantal personen uit de bijstand uitstroomt evenals een
vooraf overeengekomen aantal 'fase-4' clienten, die een
activeringstraject gaan doorlopen.
2. Voor gezinnen met schoolgaande kinderen die beschikken over een
inkomen tot 110% van het minimumloon worden pc's ter beschikking
gesteld in het kader van het vervangingsbeleid van de gemeente.
5.5. Sport
Inleiding
Recreatieve sportbeoefening wordt door de gemeente aangemoedigd.
Hiertoe spant de gemeente zich binnen bestaande beleidskaders in om
zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende wedstrijd- en
trainingsfaciliteiten aan te bieden en diverse
sportstimuleringsregelingen.
Doelen
1. De participatie van met name de jeugd in de sportbeoefening, zowel
in binnen- als in buitensport, wordt verhoogd.
2. Er komt een sportaccommodatienota waarin de behoefte aan
sportvoorzieningen in kaart wordt gebracht.
5.6. Wijkbeleid
Inleiding
De inwoners van Voorschoten zijn medeverantwoordelijk voor de eigen
leefomgeving. Hun inbreng is essentieel en van belang voor het
verbeteren van bestaand en het ontwikkelen van nieuw beleid.
Beleidsmatig bevat het wijkbeleid sociale en fysieke aspecten.
Doelen
1. In samenspraak met organisaties als wijk-, sport- en
winkeliersverenigingen wordt een kader uitgewerkt om tot specifiek
wijkbeheer door bewoners en gebruikers te komen.
2. Er wordt een actieve dialoog met bewonersorganisaties en/of
bewonersgroepen georganiseerd.
- einde bericht -