Internet belangrijkste informatiebron journalisten
Internationaal onderzoek naar gebruik nieuwe technologie door media
Wageningen, 14 mei 2002 Uit een internationaal onderzoek onder journalisten, uitgevoerd in 12 landen, blijkt dat journalisten in het algemeen overtuigde websurfers zijn. Het internet is in Nederland vandaag de dag uitgegroeid tot de belangrijkste informatiebron (72%), ruim vóór het persoonlijk netwerk van journalisten (24%) en de reguliere media (3%).
Een meerderheid van de respondenten geeft ook aan dat nieuwe technologieën bijgedragen hebben aan een kwaliteitsverbetering van hun werk.
Het onderzoek is uitgevoerd door RainierNet, een groep internationaal samenwerkende ICT-pr-bureaus met vestigingen over de gehele wereld en in Nederland vertegenwoordigd door Whizpr in Wageningen.
Bij het onderzoek is uitgegaan van de volgende hypothese:
nieuwe technologie, en met name het internet, heeft direct invloed op het dagelijks leven van journalisten.
Gaat het hierbij om positieve of negatieve invloed? Hebben de nieuwe technologieën bijgedragen aan het vereenvoudigen van de werkzaamheden, of zijn deze hierdoor alleen maar complexer geworden? Hebben deze technologieën de manier beïnvloed waarop informatie verzameld wordt?
Het onderzoek is uitgevoerd in februari en maart 2002. In totaal hebben 418 journalisten uit Frankrijk, Italië, Spanje, Groot-Brittannië, Duitsland, Nederland, Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen, de Verenigde Staten, Japan, Australië en Zuid-Afrika deelgenomen. De journalisten waren afkomstig uit diverse sectoren en soorten media.
Journalisten en hun internetgebruik
Het grootste deel van de internationale journalisten (81%) kan op het werk gebruikmaken van een snelle internetverbinding. 12% van deze groep surft meer dan 20 uur per week.
Journalisten hebben zich vrij vroeg vertrouwd gemaakt met het internet. Wereldwijd behoort een groot gedeelte tot de early adopters : 40% van de journalisten in de onderzochte landen maakt al gebruik van het internet sinds 1995. Het internetgebruik van journalisten in Nederland is gemiddeld iets later op gang gekomen: in 1995 maakte 28% van de journalisten er actief gebruik van. De Nederlanders hebben hun achterstand echter snel ingehaald: in 1997 surfte ruim driekwart van de journalisten op het internet.
Snelle internetverbindingen zijn op veel redacties tegenwoordig standaard. In Nederland beschikt 93% op het werk over een snelle internetverbinding. Daarbij beschikt 59% thuis ook over een snelle internetverbinding, vergeleken met 35% van de journalisten wereldwijd.
Internetgebruik: belangrijkste bron van informatie, vóór persoonlijk netwerk en andere media
Nederlandse journalisten geven aan dat zij het internet beschouwen als hun belangrijkste informatiebron (72%), vóór het persoonlijke netwerk (24%) en de reguliere media (3%).
Het onderzoek laat ook zien dat journalisten in Nederland het internet in grote lijnen gebruiken voor de volgende doeleinden (in volgorde van belangrijkheid):
1. research voor onderwerpen;
2. onderzoek naar wat reeds is gepubliceerd over een onderwerp;
3. ideeën voor nieuwe onderwerpen;
4. vinden van nieuwe bronnen/experts.
Deze uitkomsten worden bevestigd door de tijd die de Nederlandse journalisten wekelijks zakelijk en privé op het web doorbrengen: 93% van de journalisten surft enkele malen per dag. Bijna 38% van de Nederlandse journalisten surft vijf tot tien uur per week, 12% van de journalisten surft meer dan 20 uur per week. Wereldwijd gezien zijn dit op de eerste plaats journalisten die over ICT schrijven (37%) en de on line media (25%). Daarna volgen de journalisten van de managementbladen (19%), de algemene publieke pers (13%) en de audiovisuele media (6%).
Wat zijn de favoriete on line informatiebronnen?
Nederlandse journalisten geven voor het vinden van informatie hun voorkeur aan:
1. media-websites en nieuwsbrieven;
2. perskamers op bedrijvensites (journalisten gaven aan regelmatig deze sites te raadplegen en geven de voorkeur (66%) aan open perskamers zonder wachtwoorden);
3. informatiedatabases;
4. informatieportals.
Opmerkingen
- Journalisten van de internationale geschreven pers zoeken vooral naar financiële informatie, die ze vinden op bedrijvensites of op websites waar economische en financiële informatie wordt aangeboden.
- Wereldwijd bezoekt 36% van de journalisten bedrijvensites om beeldmateriaal te vinden, tegenover 21% in Nederland.
- De helft van de internationale journalisten die gebruikmaken van webchats en instant messaging (ICQ, Yahoo!, MSN Messenger), behoort tot de groep ICT- en internetjournalisten.
E-mail: het meest geliefde medium voor het ontvangen van persberichten
De journalisten gaven aan geen bezwaar te hebben tegen het ontvangen van persberichten via e-mail (79% in Nederland). Dit medium heeft vandaag de dag de ontvangst via reguliere post en fax ruim vervangen.
Daarnaast gaf een ruime meerderheid van de journalisten (79% in Nederland) aan ook attachments bij e-mails zonder meer te accepteren.
Wereldwijd heeft bijna de helft van de journalisten (47%) drie of meer e-mailadressen, terwijl in Nederland 59% van de journalisten drie of meer e-mailadressen gebruikt. 45% van de Nederlandse journalisten besteedt één tot vijf uur per week aan het bekijken en versturen van e-mails.
De invloed van internet op het werk
Een overweldigende meerderheid van de journalisten (meer dan 90%) is van mening dat het internet een positieve invloed heeft op de dagelijkse werkzaamheden. De Nederlandse deelnemers aan het onderzoek zijn zelfs unaniem in hun overtuiging van het positieve effect. 97% van de Nederlandse journalisten is van mening dat het internet de kwaliteit van het werk heeft vergroot, tegen 88% van de journalisten wereldwijd.
Over Whizpr
Whizpr is een pr-adviesbureau gespecialiseerd in communicatie op het gebied van ICT. Whizpr werkt voor klanten als Ariba, Augeo Software, Crypsys, Emexus, Ericsson, iBanx, J.D. Edwards, Livingston, Magnus, Manugistics, Mercator, NEC Computers, Njama, Packard Bell, Sun Microsystems, Telindus, Tower Technology, Tplc, Tridion en Unisphere Networks.