Ministerie van Verkeer en Waterstaat
http://www.minvenw.nl
MINVenW: Jaarbericht Inspectie Verkeer en Waterstaat
Jaarbericht Inspectie Verkeer en Waterstaat
REGELGEVING TAXI'S MOET BETER
De Inspectie Verkeer en Waterstaat vindt het belangrijk dat extra
eisen worden gesteld aan de chauffeurspas voor taxi.s. Er moeten
vooral strengere eisen worden gesteld aan rijvaardigheid,
stratenkennis en sociale vaardigheden van de chauffeurs. Daarnaast
acht de Inspectie het gewenst dat er een wettelijke regeling komt die
kilometertelleronderbrekers en het terugdraaien van tellers
verbiedt.
Als een vergunninghouder niet voldoet aan eisen van betrouwbaarheid,
kan de ondernemingsvergunning worden ingetrokken. De normen hiervoor
zijn niet concreet beschreven in de regelgeving.
Dat is te lezen in het eerste Jaarbericht, dat de Inspectie Verkeer en
Waterstaat (IVW) heeft gepubliceerd.
Met een Jaarbericht geeft de Inspectie ieder jaar opnieuw aan, hoe het
in het werkveld van het ministerie van Verkeer en Waterstaat is
gesteld met de veiligheid in het vervoer, met de bescherming van het
milieu, met de marktordening en met de arbeidsomstandigheden van de
mensen die in deze branches werkzaam zijn. En in het bijzonder ook hoe
het staat met de naleving van de regels van Verkeer en Waterstaat.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft het aantal vergunninghouders
in de taxibranche in één jaar zien stijgen van 3400 naar meer dan
5000. Zo'n 30.000 taxi's rijden per jaar ongeveer 1,8 miljard
kilometer.
De snelle groei in het taxivervoer bezorgt de Inspectie de nodigde
hoofdbrekens. Aanvullende regelgeving en extra toezicht zijn vereist,
opdat het taxivervoer zich in de gewenste richting kan ontwikkelen.
De aanpak van ondernemers die vergunningen verpachten, is nog niet
helder geregeld en bemoeilijkt de handhaving. Er wordt inmiddels
gewerkt aan een voorstel tot wetswijziging. Verder worden veel
overtredingen geconstateerd bij het opschrijven van de rij- en
rusttijden door de chauffeurs. Met de invoering van een boordcomputer
kan deze situatie aanmerkelijk verbeteren.
Naast de gewenste, bovengenoemde aanscherping van de regelgeving moet
mèt het inmiddels extra ingezette toezicht van inspecteurs van de IVW
en van de politie, het taxivervoer zich tot een aantrekkelijke,
betaalbare manier van personenvervoer kunnen ontwikkelen.
Touringcars
Het grensoverschrijdende busvervoer legt jaarlijks 92 miljoen
kilometer af. Naast de wegcontroles, waarbij onder meer de technische
staat van de bus, de vereiste papieren van de chauffeur en de rij- en
rusttijden worden gecontroleerd, wordt een busbedrijf gemiddeld eens
in de drie jaar gecontroleerd door de IVW.
In 2001 waren 169 bussen bij een ongeluk betrokken, het hoogste aantal
in vijf jaar. Dit leidde in 93 procent van de gevallen alleen tot
materiële schade. Op 1 maart 2002 waren 111 van de 500 bedrijven in
het bezit van het KEMA Keurmerk Busbedrijf. De gelijknamige stichting
kent het keurmerk toe.
Goederenvervoer over de weg
Nederlandse vervoerders vervoeren zo'n 560 miljoen ton goederen over
de weg. Tussen medio 2000 en medio 2001 zijn van 6733 chauffeurs van
959 ondernemingen in totaal 30.200 tachograafschijven gecontroleerd.
Van deze tachograafschijven bleek 3291 (10,9%) een overtreding van de
dagelijkse rijtijd, 3668 (12,1%) een overtreding van de dagelijkse
rusttijd en 5302 (17,6%) een overtreding van de ononderbroken rijtijd
te bevatten.
Overbelading
Bij het beladen van vrachtwagens, vooral bij landbouwvervoer, komen
veel overtredingen voor. Zo blijken 714 van de 906 gecontroleerde
transporten met agrarische producten (78,8 procent) en 184 van de 223
gecontroleerde transporten met meststoffen (82,5 procent) te zwaar
beladen te zijn of is een aslastoverschrijding geconstateerd.
Bij het aan- en afvoeren van zeecontainers heeft de Inspectie veel
aslastoverschrijdingen geconstateerd, onder meer door het niet goed
beladen van containers. Bij controle op het terrein van
containerterminal ECT bleek dat 33,2 procent van de zeecontainers die
Nederland binnen kwamen, een overtreding opleverde. Bij zeecontainers,
die in ons land waren beladen en voor verscheping naar de haven werden
gereden, bleek zelfs 47,1 procent te zwaar of een aslastoverschrijding
op te leveren.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Controle op vuurwerk wordt na de ramp in Enschede door tal van
toezichthouders, zoals douane, milieu-inspectie en de Inspectie
Verkeer en Waterstaat, strenger uitgevoerd. De IVW controleert ruim 30
procent van alle vuurwerkcontainers die via de havens aan land komen.
Als gevolg van deze controles blijken schepen met vuurwerk voor een
deel uit te wijken naar buitenlandse havens.
Enkele rederijen bleken zich schuldig te maken aan het melden van veel
te lage hoeveelheden netto explosieve massa in containers met
vuurwerk. Dat betekende dat vijf schepen de toegang tot de Rotterdamse
haven is ontzegd. Met de Kustwacht en de Rivierpolitie zijn hierover
afspraken gemaakt. Tegen vier schepen, die toch ligplaats namen, is
proces-verbaal opgemaakt. Eén schip heeft de lading moeten lossen
voordat het de haven inging. Met België en Duitsland worden gegevens
over vuurwerktransporten uitgewisseld.
Zeecontainers, die in de havens worden gelost, worden tegenwoordig in
samenwerking met de douane gescand. De Inspectie kan zien of de lading
overeenkomt met de papieren en of de lading goed is vastgezet. Dat
laatste is belangrijk voor de stabiliteit bij vervoer over de weg.
Bij de laad- en losplaatsen voor schepen met gevaarlijke stoffen bleek
uit een onderzoek in 2001 dat op 62 procent van de aanwezige
overslagplaatsen voor droge-ladingschepen de scheepsbemanning in geval
van een calamiteit niet veilig aan wal kan komen. Bij slechts 42 van
de 218 onderzochte overslagplaatsen voor tankschepen (19 procent) is
een adequate vluchtweg aanwezig. Na het onderzoek en aanschrijving van
in gebreke blijvende bedrijven legt de Inspectie nu dwangsommen op als
de onveilige situatie niet is opgeheven.
De Regeling Veiligheidsadviseur vereist dat afzenders, transporteurs
en ontvangers van gevaarlijke stoffen gebruik maken van een
veiligheidsadviseur. Bij onderzoek bleek, dat in 90 procent van de
gevallen van een veiligheidsadviseur gebruik wordt gemaakt. Alleen
nogal wat kleinere bedrijven doen dit nog niet.
In het wegvervoer blijkt de naleving van regels voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen te verbeteren. In 1998 en 1999 werden in 35
procent van de controles onregelmatigheden geconstateerd, in 2000 en
2001
30 procent.
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor komen weinig
overtredingen voor. Een controle van 200 wagons met chloor en ammoniak
leverde één lekke afsluiter op. In twee gevallen ontbrak de vereiste
gevarenkaart respectievelijk het gevaarsetiket. Enkele keren heeft de
IVW het gehele chloor- c.q. ammoniaktransport begeleid. Gebleken is
dat vervoerders nonchalant omgaan met lege reservoirwagens.
Restproducten hierin kunnen wel degelijk gevaar opleveren. Ook komen
druppellekkages voor.
Als bij vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht een ontheffing
wordt verstrekt, wordt dit transport altijd fysiek door de IVW
gecontroleerd. Ander vervoer wordt steekproefsgewijs gecontroleerd.
Op het vervoer van gevaarlijke stoffen in de reizigersbagage wordt
strenger toegezien.
Het sinds vorig jaar bestaande Voorvallenregistratiesysteem
gevaarlijke stoffen heeft in 2001 170 meldingen gekregen. In 35
gevallen is strafrechtelijk of bestuursrechtelijk opgetreden.
Met vier grote koeriersbedrijven is een project gestart om
onregelmatigheden per e-mail door te geven. Uit de meldingen komt een
ernstige trend naar voren, namelijk het onjuist vervoeren van
infectueuze stoffen en diagnostiekmonsters. Verschillende binnen- en
buitenlandse ziekenhuizen en laboratoria gaan onzorgvuldig om met de
regelgeving.
Luchtvaart na 11 september
Na 11 september 2001 wordt in de luchtvaart extra aandacht besteed aan
beveiliging tegen ongewenste invloeden van buitenaf. De Koninklijke
Marechaussee let extra op wapenbezit, er zijn maatregelen genomen om
de toegang tot de cockpit te beschermen, gegevens van huurders van
vliegtuigen worden nagetrokken, passagiers voor rondvluchten worden
gecheckt en het bestand van brevethouders is doorgelicht.
De Inspectie heeft bij haar divisie Luchtvaart een Expertisecentrum
Security Luchtvaart opgericht. Hier wordt in samenwerking met het
Directoraat-Generaal Luchtvaart, het ministerie van Justitie en de
Marechaussee aan regelgeving en procedures gewerkt om het toezicht op
beveiligingsaspecten te verbeteren.
Afgezien van terroristische aanslagen was 2001 overigens het veiligste
jaar in de luchtvaartgeschiedenis. Het aantal ongevallen neemt ondanks
de groei van de luchtvaart al sedert 1992 gestaag af. Medio dit jaar
geeft de Inspectie een brochure uit met uitvoerige statistische
analyses van de luchtvaartveiligheid.
SAFA
In 2001 heeft de IVW 100 SAFA-inspecties (Safety Assessment of Foreign
Aircraft) op buitenlandse vliegtuigen op de luchthavens Schiphol,
Rotterdam, Maastricht, Eindhoven en Texel uitgevoerd. Dit zijn geen
zeer uitvoerige controles, maar er wordt gewerkt aan de hand van een
bondige checklist.
Bij 15 van deze inspecties mocht het toestel niet vertrekken alvorens
de vereiste verbeteringen waren aangebracht. Het ging om
tekortkomingen op het gebied van cockpitinstrumenten,
vluchtvoorbereiding, belading, documenten en veiligheidsvoorzieningen
als verlichting, blusapparatuur en zuurstofmaskers. In 2002 richt de
Inspectie zich vooral op maatschappijen waarbij al eerder
tekortkomingen voorkwamen, vooral chartervrachtvervoer uit
Oost-Europa.
Als eerste land ter wereld heeft Nederland strenge regels gesteld bij
alcoholgebruik door piloten.
Zeescheepvaart
In de Zeevaartbemanningswet ligt de verantwoordelijkheid voor een goed
bemanningsplan bij de scheepsbeheerder. In 2001 werden 208
bemanningsplannen gecontroleerd, waarvan er zes werden afgekeurd. Uit
de controles blijkt, dat de kapitein te weinig van zijn bevoegdheid
gebruik maakt om de scheepsbeheerder te laten weten dat er onvoldoende
bemanning aan boord is. De kapiteins vrezen, dat de scheepsbeheerder
hen vervangt voor een buitenlandse collega als zij strak vasthouden
aan de voorschriften in de Zeevaartbemanningswet.
De krapte op de arbeidsmarkt in de scheepvaartsector is groot. Er
worden veel ontheffingen aangevraagd om te mogen varen met zeevarenden
met lagere bevoegdheid dan vereist.
In 2001 werd 2028 bemanningscontroles uitgevoerd, waarbij 647
overtredingen werd geconstateerd: In 42 gevallen was er onvoldoende
bemanning, in 259 gevallen onbevoegd, 316 keer bleek dat er geen
monsterboekje was of de aan- of afmonstering niet in orde was en in 30
gevallen was er geen arbeidsovereenkomst.
In het kader van de havenstaatcontroles werden in 2001 1325
buitenlandse schepen geïnspecteerd. Honderd schepen werden vanwege
gebreken aangehouden.
Visserij
De EU-regelgeving en internationale verdragen voor de zeevisserij
schrijven op enkele onderdelen een lager veiligheidsniveau voor, dan
de Inspectie wenselijk acht. Het van kracht worden van de
Arbeidstijdenwet voor de visserijsector kan een positieve invloed
hebben op de veiligheidssituatie, maar wordt door de sector als
bedreigend gezien.
Navigatiemiddelen
Aan boord van de zeehandelsvloot en zeevisserij worden veel technische
tekortkomingen van communicatie- en navigatiemiddelen geconstateerd.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat verzorgt de keuringen. Niet goed
werkende (nood)stroomvoorziening voor communicatiemiddelen, niet goed
geïnstalleerde antennes, afwezige of slecht werkende noodbakens en
slecht werkende portofoons zijn veel voorkomende klachten. Bij
calamiteiten is deze apparatuur van levensbelang. Met de branche wordt
overleg gevoerd om de situatie te verbeteren.
Een ander probleem is dat met name de zeevissers de midden- en korte
golf gebruiken voor onderlinge radiocommunicatie. Ander radioverkeer
wordt dan gestoord. Ingrijpen van de Inspectie wordt
bemoeilijkt omdat de identiteit van de betrokkenen niet bekend is.
Regelmatig wordt hierover voorlichting in de vakpers gegeven.
Storingen in frequenties
Het aantal klachten over storing in de frequenties is sterk
teruggelopen. Deze daling is het gevolg van de betere techniek,
digitalisering en meer gebruik van kabeltelevisie. Iedereen kan
storingsklachten 24 uur per dag melden via het call-center van de
divisie Telecom van de Inspectie. De burger heeft een belangrijke
signaalfunctie en handhaaft in feite mee.
De helft van alle klachten gaat over storing in de ontvangst van
radio- en televisieprogramma's, meestal door activiteiten van illegale
zenders. Soms wordt ingebroken in het radioverkeer van de luchtvaart
of hulpdiensten. Omdat hier de veiligheid in het geding is, treedt de
divisie Telecom onmiddellijk op.
Naast strafrechtelijke aanpak worden zendpiraten steeds vaker
bestuursrechtelijk aangepakt. De illegale zendamateurs krijgen dan een
dwangsom opgelegd, waardoor ze duizenden guldens moeten betalen als ze
weer worden gesnapt. Deze aanpak werpt vruchten af.
Informatie voor de pers:
Het volledige Jaarbericht 2001 is te raadplegen op de internetsite van
de Inspectie www.ivw.nl
Centrale Bestuursstaf: Henk Houtman, tel 070 3517484
Divisie Vervoer: John Kusters, tel 070 3052702
Divisie Luchtvaart: Vera de Kort tel 023 5663318 en Esther Olthof,
tel 020 4054717
Divisie Scheepvaart: Fred van Zeijl, tel 010 2668566
Divisie Telecom: Marga Oosterveld, tel 050 5877177
Divisie Water: Jaap Rus, tel 0320 298411
Den Haag, 14 mei 2002
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft de werkzaamheden in vijf
divisies onderverdeeld: de divisie Vervoer, Luchtvaart, Scheepvaart,
Telecom en Water. Aan het operationeel worden van de divisie Water
wordt dezer maanden de laatste hand gelegd, daarom is in dit
Jaarbericht uit deze hoek nog geen informatie opgenomen. Aan de IVW
wordt, naar verwachting per 1 januari 2003, een zesde onderdeel
toegevoegd: de divisie Rail die zich met spoorwegveiligheid zal
bezighouden. Verder kent de Inspectie een Centrale Bestuursstaf.
14 mei 02 09:10