Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en van de
Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 8 mei 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/212/02 Telefoon 070-3485005
Blad 1/6 Fax 070-3484086
Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 13 en 14 mei 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde
agenda van de Algemene Raad van 13 en 14 mei as. aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 13 en 14 mei 2002
Stand van zaken andere Raadsformaties
In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad zoals
gebruikelijk kort de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en,
waar noodzakelijk, bespreken.
Jaarlijkse beleidsstrategie 2003
De Raad zal spreken over de beleidsstrategie voor 2003 van de Commissie.
De Commissie heeft een drietal prioriteiten vastgesteld:
de uitbreiding van de Unie;
stabiliteit en veiligheid;
een duurzame en integratiegerichte economie.
Tevens geeft de Commissie in de beleidsstrategie een overzicht van de
initiatieven die moeten worden ondernomen om deze prioriteiten te
realiseren. De Algemene Raad van maart jl. had zich al positief uitgesproken
over de prioriteiten. Belangrijk punt voor de Raad is dat met ondersteuning
van de gekozen prioriteiten geen voorschot wordt genomen op de
begrotingsdiscussie over de financiële middelen die nodig zijn om deze
prioriteiten te verwezenlijken.
Voorbereiding Europese Raad van Sevilla: World Summit on Sustainable
Development
De Raad zal kennis nemen van de eerste voorbereidingen voor de World Summit
on Sustainable Development (Johannesburg, 26 augustus tot en met 4
september 2002). De EU inzet voor deze topbijeenkomst zal tijdens de
Europese Raad van Sevilla worden vastgesteld.
Effectiviteit extern optreden
Ten vervolge van het debat in de Algemene Raad van februari jl., zal de Raad
bespreken op welke wijze de effectiviteit van het extern optreden kan worden
vergroot. Vanuit verschillende invalshoeken (zoals Gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid, ontwikkelingssamenwerking, begroting) zijn
daartoe voorbereidende werkzaamheden verricht.
Nederland zal aangeven dat de EU over voldoende instrumenten beschikt om een
pro-actief extern beleid te voeren dat een weerspiegeling vormt van de
waarden die de Unie wenst uit te dragen en tevens de concrete belangen van
de Unie dient.
De uitdaging is om deze instrumenten ook daadwerkelijk gecoördineerd,
coherent en effectief in te zetten. Dit impliceert dat de Unie telkens de
gevolgen van haar extern optreden tegen het licht moet houden (hoe kunnen de
gemeenschappelijke strategieën beter worden geïmplementeerd of worden
verbeterd? worden sancties voldoende nageleefd? wordt de EU-hulp
gecoördineerd ingezet? is de hulp complementair aan de activiteiten van VN
en IFI's? maken derde landen voldoende gebruik van de geboden
handelspreferenties? worden terug- en overname overeenkomsten nageleefd?) en
zonodig moet aanscherpen of aanpassen indien de instrumenten niet tot het
gewenste effect leiden. Hiermee is een pijleroverstijgende aanpak gemoeid:
GBVB, ontwikkelingssamenwerking, handel en externe aspecten van JBZ behoren
elkaar te versterken.
Verdrag van Cotonou: EPA's
De Raad zal het concept mandaat van de Commissie voor de onderhandelingen
met ACS-landen inzake Economic Partnership Agreements (EPA's) bespreken. Met
name over de onderwerpen markttoegang en WTO-compatibiliteit wordt politieke
sturing van de Raad verwacht. Het ligt in de bedoeling dat de Raad in juni
of juli het mandaat kan goedkeuren. Conform het Verdrag van Cotonou zullen
de onderhandelingen in september as. aanvangen. Sommige lidstaten zijn
tevreden met het huidige concept-mandaat. Een aantal andere lidstaten,
waaronder Nederland, wenst aanpassing.
Nederland is in het verleden altijd zeer kritisch geweest over EPA's,
aangezien multilaterale onderhandelingen de voorkeur verdienen boven
bilaterale vrijhandelsakkoorden. ACS-landen hebben beperkte capaciteit en
zouden zich nu moeten concentreren op de WTO onderhandelingen van de Doha
Development Agenda. Daarnaast is regiovorming niet altijd gunstig en mag het
in geen geval worden afgedwongen. Landen die geen EPA wensen zouden een
goed alternatief moeten krijgen, zoals ook in het Verdrag van Cotonou is
vastgelegd.
Wat betreft het onderhandelingsmandaat zelf, meent Nederland dat het concept
in lijn moet worden gebracht met het voorafgaande Explanatory Memorandum,
dat veel meer de ontwikkelingsdoelstelling van het Verdrag van Cotonou
weerspiegelt.
Dit impliceert onder andere meer aandacht voor betere markttoegang - waarbij
de positie van de Minst Ontwikkelde Landen niet uit het oog mag worden
verloren - en voor de opname van capaciteitsopbouw en technische assistentie
als integraal onderdeel van de EPA's. Tenslotte acht Nederland de in het
Verdrag van Cotonou afgesproken tijdsplanning niet realistisch. Van belang
bij implementatie van de EPA's is wel dat dit gebeurt met inachtneming van
de WTO-regels over vrijhandelszones.
Midden-Oosten
Centraal in de discussie staat de vraag hoe in de huidige -nog altijd
uiterst gespannen- situatie de EU kan bijdragen aan de internationale
inspanningen politieke onderhandelingen tot stand te brengen die
uiteindelijk de internationaal omarmde visie van een twee-statenoplossing,
zoals vastgelegd in Veiligheidsraadsresolutie 1397, naderbij moeten brengen.
De uitslag van het kwartetoverleg (VS, EU, VN, Russische Federatie) en marge
van de EU/VS-top in Washington op 2 mei jl. is daarbij richtinggevend. Daar
werd het idee van een internationale conferentie omarmd. Nederland is
voorstander van een dergelijke conferentie en zou die graag zo spoedig
mogelijk gerealiseerd zien in het besef dat vertraging ruimte biedt aan
extreme elementen om het fragiele proces te laten ontsporen. Naar
verwachting zal de Raad stilstaan bij de rol die de EU kan spelen bij de
verdere voorbereiding van de conferentie en de opstelling van de 'set of
principles' door de leden van het kwartetoverleg. Deze principes moeten de
modaliteiten zoals plaats van samenkomst, niveau van deelname voor de
conferentie vastleggen.
Ook zal de Raad mogelijk spreken over aspecten van wederopbouw van de
Palestijnse veiligheidsinfrastructuur en humanitaire en economische steun
aan de Palestijnse bevolking. In Nederlandse ogen is het zaak van het
verleden te leren zodat a. duidelijk condities worden verbonden aan
financiële ondersteuning gericht op institutionele hervormingen en
democratisering b. de politieke context steeds in het oog gehouden wordt.
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
Op 13 en 14 mei zullen de ministers van Defensie van de EU voor het eerst
formeel bijeenkomen in het kader van de Algemene Raad. Deze bijeenkomst zal
in het teken staan van de verbetering van de militaire capaciteiten van de
EU. Hierover zal aan de Raad een aantal documenten worden voorgelegd, waarin
ondermeer de voortgang met betrekking tot het European Capabilities Action
Plan wordt beschreven. Bespreking van het document over het Capabilities
Development Mechanism door de Raad is niet waarschijnlijk om hierna
aangegeven redenen.
De bespreking van het EVDB door de ministers van Buitenlandse Zaken zal zich
naar verwachting toespitsen op de relatie tussen de EU en de NAVO, waaronder
de Griekse opstelling ten aanzien van het vraagstuk van de participatie van
niet-EU Europese NAVO-bondgenoten bij door de Unie geleide operaties waarbij
niet van NAVO-middelen wordt gebruikgemaakt. Zoals bekend staat de Griekse
opstelling aan overeenstemming tussen de EU en de NAVO in de weg, waardoor
de Unie zich vooralsnog niet kan verzekeren van toegang tot bepaalde
NAVO-middelen en capaciteiten. Dit vindt ook zijn weerslag op de voortgang
van het Capabilities Development Mechanism en de veiligheidsovereenkomst
tussen EU en NAVO. Eén en ander kan gevolgen hebben voor de mogelijke
toekomstige overname door de Unie van operatie Fox in Macedonië, gezien de
voorzitterschapsconclusies van de Europese Raad van Barcelona.
De inspanningen van het voorzitterschap en Hoge Vertegenwoordiger Solana hebben tot nu toe nog geen resultaat gehad. Het streven is evenwel uiterlijk tijdens de Europese Raad van Sevilla hierover overeenstemming te bereiken.
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de eerste volwaardige jaarlijkse
voortgangsrapportages van de Commissie over het Stabilisatie- en
Associatieproces. Deze rapporten zijn in het algemeen positief van
toonzetting. Het Stabilisatie- en Associatieproces ligt volgens de Commissie
op koers. Sinds de lancering in 1999 is er veel bereikt. De regio is
stabieler geworden, de vijf landen hebben fundamentele politieke en
economische hervormingen doorgevoerd gebaseerd op in de EU gangbare normen
en zijn begonnen met regionale samenwerking. De betrokkenheid van de
internationale gemeenschap, meer in bijzonder het perspectief van
EU-lidmaatschap dat de landen van de Westelijke Balkan is geboden, de
politieke betrokkenheid van de Unie en de significante hulp en
handelspreferenties, begint vruchten af te werpen. Grote uitdagingen blijven
evenwel de zwakte van de rechtspleging en democratische instituties,
corruptie, het gevaar van oplaaiend nationalisme, armoede en sociale
uitsluiting alsmede verdieping van de regionale samenwerking. Kroatië
springt er volgens de Commissie op vele gebieden positief uit.
De Commissie stelt twee nieuwe instrumenten voor om vaart te houden in het
proces: twinning en het opzetten van een nieuw politiek forum (het 'Zagreb
Proces') waarin de landen van de EU en de Westelijke Balkan regelmatig op
politiek niveau bijeenkomen.
Nederland zal de rapportage van de Commissie alsmede de twee voorgestelde
nieuwe instrumenten van samenwerking verwelkomen. Nederland zal voorts
aangeven dat het van belang is dat de Unie continu de effectiviteit van haar
instrumenten in de regio tegen het licht houdt (zoals CARDS-hulp en
asymmetrische handelspreferenties) en nauw blijft samenwerken met de landen
in de regio en met de overige internationalespelers in de regio (Wereldbank,
VN, OVSE, NAVO).
De Raad zal verder mogelijk spreken over de samenwerking tussen de landen
van de Westelijke Balkan en het Joegoslavië-tribunaal (ICTY). In dit verband
zal Nederland de recente maatregelen van de autoriteiten in Belgrado ter
verbetering van die samenwerking (en de daaropvolgende vrijwillige overkomst
van een aantal verdachten) verwelkomen als belangrijke stappen in de
richting van volledige samenwerking met het Tribunaal.
Tot slot zal de Raad het belang benadrukken van spoedige en concrete
uitwerking van het akkoord tussen Servië en Montenegro van 14 maart jl. over
de toekomstige constitutionele verhoudingen in de FRJ. Nederland is
voorstander van snelle toenadering van de FRJ tot de Unie in het kader van
het Stabilisatie- en Associatieproces, mits ook aan de overige voorwaarden
terzake wordt voldaan (met name samenwerking met ICTY en civiele controle
over de strijdkrachten).
Iran
Wat Iran betreft zal de Raad een besluit moeten nemen over de ontwerp
onderhandelings-richtlijnen voor een handels- en samenwerkingsakkoord tussen
de EU en Iran. Eerder al concludeerde de Raad dat Iran een van de landen is
die bijzondere aandacht verdienen in de strijd tegen terrorisme en de
inspanningen rond Afghanistan. Wat Nederland betreft kan de Raad zo'n
besluit niet nemen zonder ook alle politieke punten van zorg te adresseren.
Het gaat hierbij met name om de ontwikkeling en proliferatie van
massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, de strijd tegen
terrorisme, de situatie in het Midden-Oosten, de naleving van mensenrechten
en de rol van Iran bij de stabilisering van Afghanistan. Anders dan een
aantal EU-partners meent, kan wat Nederland betreft zo'n akkoord zich ook
niet beperken tot economische samenwerking, maar zal een kritische politieke
dialoog een integraal onderdeel moeten uitmaken van het akkoord.
Angola
Op verzoek van Portugal zal de Raad zich buigen over de stand van zaken met
betrekking tot het vredesproces en de wederopbouw van Angola. Naar
verwachting zal Portugal aandacht vragen voor ondersteuning van het recent
gestarte vredesproces en een actieve opstelling van de EU daarbij. Nederland
kan het Portugese verzoek ondersteunen.
Associatieraad EU-Mexico
En marge van de Algemene Raad zal de tweede gezamenlijke Associatieraad met
Mexico plaatsvinden. De Unie zal in trojka verband deelnemen. Deze
bijeenkomst is de eerste na de gezamenlijke Associatieraad van februari
2001, bij welke gelegenheid een partieel handelsakkoord werd ondertekend ter
invulling van het Global Agreement verdrag tussen de EU en Mexico van
oktober 2000. Het doel van de aanstaande Associatieraad is de handels- en
politieke betrekkingen uit te bouwen met onder andere een drietal concrete
besluiten ter verdere slechting van douane- en tariefbarrières.
Kenmerk DIE/212/02
Blad /1
===