ADVIESCOMMISSIE VREEMDELINGENZ

Advies 'Vreemdelingen in bewaring', mei 2002

Uitzetting 'criminele' illegalen kan effectiever

De Staatssecretaris van Justitie heeft de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (ACVZ) gevraagd te adviseren over de mogelijkheden om criminele illegalen na gevangenisstraf in vreemdelingenbewaring te houden totdat daadwerkelijke uitzetting mogelijk is. Deze adviesaanvraag was het gevolg van vragen bij de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer over de rijksbegroting 2002. De ACVZ stelt in haar advies dat vreemdelingenbewaring niet voor onbepaalde tijd kan worden toegepast omdat internationale verdragen dat onmogelijk maken. Er moet een reëel perspectief op daadwerkelijke uitzetting bestaan en aan de uitzetting moet voortvarend worden gewerkt.

De ACVZ is van oordeel dat met inzet van zowel klassieke als onorthodoxe maatregelen een aanmerkelijk beter resultaat bij de uitzetting van 'criminele'illegalen kan worden bereikt dan nu het geval is. De ACVZ heeft de term 'criminele' illegaal consequent tussen aanhalingstekens gezet. De term crimineel betekent in dit verband dat de betrokkene op enigerlei wijze met de politie en Justitie in aanraking is geweest. Het gaat ook om (nog) niet veroordeelden.


1. De gegevens die bij de overheid over de uitzetting van illegalen worden verzameld, zijn niet altijd voldoende betrouwbaar. Dat is wel nodig om ze te kunnen gebruiken voor het voeren dan wel het verantwoorden van beleid. Jaarlijks worden ongeveer 12.000 illegale vreemdelingen geregistreerd door de politie. De beschikbare cijfers laten zien dat zo'n 45% van die geregistreerde illegale vreemdelingen zijn aangehouden vanwege verdenking van een misdrijf of overtreding.
Ongeveer 50% van de door de politie aangehouden illegale vreemdelingen, wordt daadwerkelijk uitgezet.


2. Het verwijderen van 'criminele' illegalen verloopt moeizaam. Dit komt niet alleen doordat veel illegalen hun identiteit niet bekend maken en door een moeizame medewerking van landen van herkomst, maar ook door logistieke problemen en een gebrekkige samenwerking tussen de betrokken instanties (politie, Openbaar Ministerie, IND, Koninklijke Marechaussee en Dienst Justitiële Inrichtingen)


3. Veel maatregelen zijn nodig bij het verwijderen van 'criminele' illegalen. De eerste is dat de overheid meer vaart moet zetten achter het daadwerkelijk uitvoeren van een aantal maatregelen die al in 1999 zijn aanbevolen in het rapport Vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS).

- het communicatiesysteem dat alle deelnemers in de strafrechtsketen en de vreemdelingenketen direct inzicht moet geven in de stand van zaken en in staat moet stellen om adequate maatregelen te nemen, is nog maar zeer gedeeltelijk gerealiseerd. Versnelling van die realisatie is nodig;

- de broodnodige centrale regie op het werk van de vele ketenpartners moet worden versterkt. Ook directe controle op het daadwerkelijk uitvoeren van afgesproken beleid door alle ketenpartners is van belang;

- standaardprocedures voor intrekken van verblijfsvergunningen en voor ongewenstverklaring van vreemdelingen (waardoor verder verblijf in Nederland strafbaar wordt) zijn belangrijk voor efficiënt werken en dienen met spoed te worden ingevoerd.

- door forse problemen met de beschikbaarheid van cellen en het vervoer van in bewaring gestelde vreemdelingen wordt een deel van de 'criminele' illegalen niet vastgezet om de uitzetting te realiseren. Dat is niet aanvaardbaar. Celcapaciteit dient op korte termijn ter beschikking te komen. Het concentreren van zowel gestrafte als in vreemdelingenbewaring genomen vreemdelingen in enkele inrichtingen (met voor elke groep een eigen regime) zal voordelen hebben. Concentratie in enkele inrichtingen, waarvan twee in de Randstad, zal minder vervoer nodig maken. Deze concentratie kan meehelpen om direct met de voorbereiding van de uitzetting te beginnen. Dan zal ( langdurige) vreemdelingenbewaring minder vaak nodig zijn.


4. De vreemdelingenkamers van de rechtbanken worden door de toetsing van de vreemdelingenbewaring zo zwaar belast dat de behandeling van andere zaken in de knel dreigt te komen. Dat is ongewenst omdat een snelle uitvoering van de nieuwe vreemdelingenwet uitgaat van beslissingen van de rechter die niet lang op zich laten wachten. Daarom doet de ACVZ een voorstel voor een aanpassing in de toetsingsprocedure, waarbij internationale rechtsnormen in acht worden genomen.


5. Bestaande en te creëren mogelijkheden in het strafrecht kunnen helpen een daadwerkelijke uitzetting van 'criminele' illegalen te bevorderen, omdat de vreemdelingen daardoor worden gestimuleerd om mee te werken aan de uitzetting.
Het gaat met name om de volgende aanbevelingen:
- afschaffing voor illegale vreemdelingen van de bestaande (algemene) vervroegde invrijheidstelling en invoering van een voorwaardelijke vervroegde invrijheidstelling, n.l. onder de voorwaarde van daadwerkelijk vertrek uit Nederland;

- toepassing van strafonderbreking (bij gevangenisstraffen die niet lang genoeg zijn om voorwaardelijke invrijheidsstelling mogelijk te maken) als de illegaal daadwerkelijk vertrekt;

- bevorderen van het opleggen van (deels) voorwaardelijke straffen, met als bijzondere voorwaarde dat ten uitvoerlegging plaatsvindt als de veroordeelde niet binnen een vastgelegde periode daadwerkelijk uit Nederland vertrekt;

- toepassing Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) voor illegalen. Verslaafden zijn door hun verslaving, moeilijker uit te zetten dan niet verslaafden. Zonder verslaving zullen deze illegalen, voor het onverhoopte geval dat geen uitzetting kan plaatsvinden, minder crimineel gedrag vertonen;

- bevorderen van oplegging van Ter Beschikking Stelling (TBS ) aan illegalen in de daartoe geëigende gevallen waarin feitelijke uitzetting uiterst problematisch is gebleken. Anders is er een te grote kans op herhaling van het plegen van misdrijven.
- realiseren van tot op heden afwezige inzet van reclassering voor illegalen die in de gevangenis zitten: voorbereiden op terugkeer naar de samenleving van herkomst - of naar een samenleving die bereid is om betrokkene op te nemen. Nationale en internationale regels geven een ieder, zonder onderscheid van ras of nationaliteit recht op een aanbod tot resocialisatie.

Noot voor redactie,