Nederlandse Vereniging van journalisten
NVJ: heksenjacht ondermijnt ook persvrijheid
PERSBERICHT, 13 mei 2002
De Nederlandse Vereniging van Journalisten heeft met grote zorg
kennisgenomen van de nieuwe escalatie in de spanningen na de moord op
Pim Fortuyn, nu ook journalisten als schuldigen lijken te worden
gebrandmerkt. Zij wil echter niet ook zelf bijdragen aan de
spelverruwing, en ziet daarom af van een eerder overwogen klacht tegen
de advocaten Spong en Hammerstein.
Met afschuw heeft de NVJ gezien hoe na de moord op LPF-leider Pim
Fortuyn de tolerantie, die zo diep in de samenleving verankerd leek,
het veld heeft moeten ruimen. Eerst moesten de politici het ontgelden.
Als zij zich al trachtten te verweren tegen expliciete of impliciete
verwijten van medeverantwoordelijkheid voor de moord op Fortuyn, dan
werd dat afgedaan als slechts bewijzen temeer van onoprechtheid, van
aloude arrogantie of van miskenning van wat onder het volk leeft.
Die 'brede verontwaardiging' is nu ook in stelling gebracht tegen
journalisten. Officieel in de klacht die twee advocaten namens wijlen
Fortuyn en zijn partij hebben ingediend tegen enige politici,
journalisten en een gehele redactie. In de dagelijkse praktijk ook in
dreigementen aan het adres van medewerkers en redacties van kranten,
tijdschriften, internetsites en omroepen. Of in regelrecht geweld. De
NVJ stelt met ontzetting vast dat sommige journalisten nu al niet meer
hun gewone leven durven te leiden.
De NVJ erkent ten volle het recht van eenieder de rechter te verzoeken
na te gaan of de pers zich bij haar arbeid heeft gehouden aan de
grenzen die de wet ook aan journalisten stelt. Het spreekt vanzelf dat
ook in de journalistiek fouten worden gemaakt; de
rectificatierubrieken getuigen daar met zekere regelmaat van. Ook in
de lange en vaak verwarrende aanloop naar de verkiezingen van morgen
is vanzelfsprekend niet alles vlekkeloos verlopen. Gezien haar macht
of invloed past het de journalistiek altijd zich te bezinnen op haar
rol, of het nu gaat om de zaak-Srebrenica of om de zaak-Fortuyn.
De laatste dagen echter breidt de heksenjacht op 'schuldigen' zich
uit; ook 'foute' journalisten komen nu aan bod. Voorbijgaand aan de
context, soms zelfs aan de waarheid en aan reeds in het openbaar
gemaakte excuses zijn enkele schuldigen aangewezen. De NVJ betreurt
het ten hoogste dat advocaten van naam aan deze heksenjacht een sterke
impuls hebben geleverd. Zij betreurt dat niet alleen tegenover de
directe slachtoffers, maar ook omdat het bijdraagt aan een verdere
verslechtering van het geestelijke klimaat. Temeer omdat beide
advocaten beroepshalve moeten weten dat hun klacht tegen de media in
zowel het Nederlandse als het Europese recht kansloos is. De NVJ ziet
een procedure tegen de media met vertrouwen tegemoet, maar acht de
schade van het juist nu ondoordacht aanklagen van media een door velen
onderschat gevaar. Net als de politicus gaat de journalist zich mede
hierdoor zó beklemd of zelfs fysiek bedreigd voelen, dat de vrijheid
verdwijnt om te zeggen wat gezegd moet worden.
Het past de NVJ niet om eigenmachtig 'schuldigen' voor deze
ondermijning van de persvrijheid aan te wijzen. Het past de NVJ wél
een beroep te doen op alle weldenkende mensen bij te dragen aan een
klimaat waarin politici, journalisten en ieder ander in alle vrijheid
kan werken, spreken en denken. Zonder intimidatie. En uiteraard binnen
de grenzen die de wet daaraan stelt.
Informatie:
Ron Abram, 06 - 5315 1470, 010 - 413 9750,
Hans Verploeg 06 - 5317 5829