Ingezonden persbericht

VUGHTSE SPORTCLUB PRINS HENDRIK
AFDELING ATLETIEK

PERSBERICHT

Vught, 12 mei 2002
Robbert-Jan Jansen en Thomas Kortbeek uitschieters bij de mannen
Prins Hendrik-ploegen plaatsen zich voor Competitiefinale

De twee Eredivisie-ploegen van Prins Hendrik (PH) hebben zondag 12 mei in Amsterdam geplaatst voor de finale van de competitie. De mannen draaiden een goede wedstrijd en behaalden met 20350 punten een aantal dat alleen werd voorbijgestreefd door landskampioen AAC Amsterdam. De vrouwenploeg werd zesde, en zal zondag 16 juni ook starten bij dit Nederlands kampioenschap voor clubteams.
De beste prestaties in Amsterdam kwamen op naam van Prins Hendrik-atleten Robbert-Jan Jansen en Thomas Kortbeek. Beide Vughtenaren scherpten hun persoonlijk record aan, en naderden al vroeg in het seizoen richtprestaties voor internationale toernooien. Jansen -een junior- won zijn wedstrijd en kwam voor het eerst van zijn leven over de magische grens van 5,00 meter bij het polsstokhoogspringen. Dit is slechts 10 centimeter van de limiet voor uitzending naar het WK voor Junioren in Kingston (Jamaica). Kortbeek verbeterde zich op de zowel op de 110 meter als op de 400 meter horden. Op dit laatste onderdeel werd de regerend Nederlands kampioen ranglijstaanvoerder en 8e allertijden met een tijd van 50.80 seconden. Tweemaal een tijd van 50.60 seconden is de vereiste voor de 21-jarige fysiotherapie student om naar het EK in München uitgezonden te worden. Een andere overwinning was er voor Thomas' broer Vincent Kortbeek op het verspringen (6,78 meter); Ronald Weevers uit Empel liep een goede tijd op de 800 meter: 1 min 55.74 seconden.
Bij de vrouwen won Iris Waanders uit Vught het hinkstapspringen met een afstand van 12,03 meter, en was Vivian Ruijters uit Klundert goed voor twee podiumplaatsen. De Prins Hendrik-atlete won de 3000 meter in 9 min. 43.44 sec, en was tweede op de 1500 meter. Monique Kuenen uit Den Bosch was met het discuswerpen tweede met een afstand van 46,60 meter. Goede prestaties waren er eveneens van Christel Bertens en Muriel van den Hoogen.

EINDE BERICHT

NOOT VOOR DE REDACTIE (