Transport en Logistiek Nederland
Trage BTW-teruggaaf kost Europese transportsector miljoenen
De Europese transportsector gaat jaarlijks voor tientallen miljoenen euro's het schip in, omdat landen de terugvorderbare BTW (Belasting op Toegevoegde Waarde) te laat terugbetalen. Bedrijven moeten grote moeite doen om de BTW terug te krijgen. Dit veroorzaakte bij wegvervoerders de afgelopen tien jaar een gezamenlijke kostenpost van 250 miljoen euro. Transport en Logistiek Nederland heeft samen met CDA-Europarlementariër Karla Peijs hierover woensdag 8 mei een rapport aangeboden aan Eurocommissaris F. Bolkestein (interne markt).
Meest notoire laatbetaler is Italië, maar ook bijvoorbeeld Spanje, Oostenrijk en Luxemburg betalen te laat terug. Zo gebeurt het dat ondernemers met een vordering op Italië drie jaar moeten wachten op hun geld. Dit brengt veel werk en kosten met zich mee. Denk aan extra contacten met de fiscus en extra administratiekosten. Bovendien teren de ondernemers in op hun liquide middelen en hebben ze renteverlies.
Op papier is de teruggaaf van BTW binnen de Europese Unie goed geregeld. Ondernemers mogen achteraf BTW terugvorderen, die zij in andere landen hebben betaald. Voor vervoerders gaat het om BTW over bijvoorbeeld brandstof, reparaties, auto-onderdelen en tolheffingen. Maar in de praktijk houdt een aantal landen zich niet aan de terugbetalingstermijn van maximaal zes maanden.
Transport en Logistiek Nederland stelt de volgende maatregelen voor om de problemen op te lossen:
Lidstaten moeten hoge rente betalen na verstrijken terugbetalingstermijn.
Strenge controle op naleving
Ander systeem van BTW-teruggaaf invoeren. Per bedrijf kan de in het buitenland betaalde BTW worden verrekend met de binnenlandse aangifte (duurzame oplossing).
Vrijstelling van BTW-afdracht over bijvoorbeeld brandstof en tol (duurzame oplossing).
Transport en Logistiek Nederland dringt aan op snelle actie, omdat met de uitbreiding van de Europese Unie het probleem alleen maar groter wordt.