Vlaamse overheid
Uitgebreide controle op de kwaliteit van het drinkwater, meer impulsen voor een duurzaam gebruik van water en een duidelijke band tussen verbruik van water en de afvalwaterheffing. Deze elementen staan centraal in het drinkwaterdecreet van Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua dat vandaag door het Vlaams Parlement wordt goedgekeurd. Dit decreet vervangt de wet uit 1933.
De belangrijkste leidraad in het decreet is een duurzame
watervoorziening en een duurzaam watergebruik, waarbij de
bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid
centraal staat.
Controle op waterkwaliteit
Via dit decreet en de daaraan gekoppelde
uitvoeringsbesluiten worden strengere kwaliteitsnormen
gesteld.
Hierbij springt vooral de strengere norm voor lood in het
oog. Op dit ogenblik geldt voor drinkwater de norm van 50
microgram per liter. Deze norm wordt op een termijn van
13 jaar verstrengd tot 10 microgram per liter. In de
praktijk betekent dit dat alle loden aansluitingen en
leidingen vervangen zullen moeten worden.
Dit geldt in de eerste plaats voor de leidingen van de
waterleveranciers. Bovendien wordt er voor het eerst een
norm vastgelegd voor benzeen en zal de controle op
pesticiden worden uitgebreid door ook de afbraakproducten
in de norm op te nemen.
Voor stoffen en micro-organismen waarvoor geen normen
bestaan, geldt de algemene zorgplicht. Zij mogen geen
gevaar voor de volksgezondheid inhouden.
De waterleveranciers worden verplicht om uitgebreide
controleprogramma's uit te werken. Er komt een apart
controleprogramma voor publieke gebouwen, met extra
prioriteit voor publieke gebouwen met gevoelige personen
(scholen, ziekenhuizen.).
Voortaan moet de kwaliteit van het water gemeten worden
aan de kraan en niet langer, zoals nu gebeurt, aan het
aansluitingspunt op het huishoudelijk leidingnet. De
waterleveranciers krijgen hiervoor een recht van toegang
tot de woning. Zij kunnen ook het huishoudelijk net
controleren om de bron van eventuele normoverschrijding
vast te stellen.
Wanneer het niet voldoen aan de kwaliteitseisen te wijten
is aan het huishoudelijk leidingnet, moet de maatschappij
de eigenaar, de abonnee en de verbruiker verwittigen en
meteen de gepaste maatregelen voorstellen.
De waterleverancier moet elk geval van overschrijding van
de normen in het openbaar net onderzoeken en herstellen.
De overschrijding wordt getoetst aan het risico voor de
volksgezondheid via advies van de gezondheidsinspectie.
Bij gevaar voor de volksgezondheid wordt de levering
onderbroken of worden andere beschermingsmaatregelen
getroffen. Het spreekt voor zich dat de abonnees hiervan
op de hoogte moeten gebracht worden.
Bij overschrijding van de normen bestaan er dus in feite
drie situaties:
- waterkwaliteit in gebreke door het openbaar net:
verantwoordelijkheid van de leverancier
- waterkwaliteit in gebreke door het huishoudelijk net:
leverancier waarschuwt eigenaar of abonnee en
adviseert over mogelijke herstelmaatregelen, eigenaar
of abonnee is verplicht om afdoende herstellingen uit
te voeren en andere eventuele verbruikers in te
lichten
- waterkwaliteit in gebreke in een publiek gebouw:
waterleverancier verwittigt de Vlaamse overheid
Indien de abonnee of eigenaar onvoldoende herstellingen uitvoert en er een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid is, moet de waterleverancier na advies van de gezondheidsinspectie de levering onderbreken.
In uitzonderlijke gevallen kan de minister een tijdelijke
afwijking toestaan op de kwaliteitsnormen. Om de drie
jaar maakt de administratie een verslag op over de
kwaliteit en de levering van voor menselijke consumptie
bestemd water.
Efficiënt beheer door de waterleveranciers
Met dit decreet legt de Vlaamse regering openbare
dienstverplichtingen op aan de waterleveranciers.
Die kunnen gaan over duurzaam watergebruik, sociale
maatregelen zoals de gratis levering van 15 m3
drinkwater, klantvriendelijkheid, milieuzorg,
aansluitrecht, eenvormige waterfactuur, reductie van
kosten.
De afvalwaterheffing op het gebruik van drinkwater zal
vermeld worden op de factuur van de
drinkwatermaatschappij. Nu wordt het heffingsformulier
apart verstuurd, zodat de meeste consumenten geen verband
leggen met de hoeveelheid water die ze verbruiken. Deze
koppeling zal een belangrijke aansporing zijn tot zuinig
omgaan met water. De drinkwatermaatschappijen zullen
instaan voor de inning van deze heffing, daar waar dit
vandaag gebeurt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
Een onafhankelijke reguleringsinstantie zal binnen de
twee jaar de overheid bijstaan in de controle van de
waterleveranciers. Deze instantie zal inventariseren,
evalueren, adviseren en rapporteren over:
- transparantie van de sector
- de dienstverplichtingen
- de investeringen
- het waterverkoopreglement (zie verder)
- de kostenstructuur, de boekhouding en de vergelijking
via maatstafconcurrentie (specifieke vraag van het
Rekenhof)
De 'dagelijkse' controle - bv. van de waterkwaliteit -
blijft de taak van de administratie. De
reguleringsinstantie kan de nodige gegevens opvragen en
brengt jaarlijks openbare rapporten en een jaarverslag
uit.
In een algemeen waterverkoopreglement wordt de relatie
tussen de waterleveranciers en hun klanten vastgelegd.
Dit reglement moet na overleg met de sector binnen de
twee jaar door de regering vastgelegd worden en later aan
de klanten bezorgd.
Verplichte plaatsing van watermeters
Tegen ten laatste 2007 moet in elke woning - aan het
begin van het huishoudelijk net - een watermeter
geplaatst zijn. Hierdoor wordt een correcte
kostentoerekening mogelijk. Dit is een essentieel
instrument om tot een duurzaam watergebruik te komen.
Vooral in de regio Antwerpen werkt men momenteel nog meermaals met het 'tellen van de kraantjes' in plaats van een watermeter. Hierbij wordt een forfaitair tarief per kraantje doorverrekend aan de klant. Studies hebben evenwel uitgewezen dat een verrekenen van de reële kostprijs via het plaatsen van een watermeter in de meeste gevallen een besparing voor de klant betekent.
De waterleveranciers zijn in principe verplicht om op
vraag van de eigenaar van een woning een aansluiting op
het openbaar net uit te voeren. Enkel wanneer de
waterleveranciers objectief kan aantonen dat dit om
technische of financiële redenen niet mogelijk is, kan er
van dit principe afgeweken worden. Tegen deze afwijking
is beroep mogelijk bij de minister. De minister kan de
waterleveranciers verplichten om een alternatieve
watervoorziening te realiseren.
Hergebruik van water
Om de volksgezondheid te garanderen voorziet het decreet
tot slot dat er voor tweedecircuitwater (regenwater,
grondwater, oppervlaktewater en gerecupereerd afvalwater)
verplicht een apart leidingnet moet aangelegd worden. De
regering kan in de toekomst rond tweedecircuitwater
nadere bepalingen uitwerken in een apart
uitvoeringsbesluit.
info : Ann Bats, woordvoerder van
minister Dua - tel. 02-553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be
---