Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Veiligheidsbeleid Afdeling Nucleaire Aangelegenheden en Non-Proliferatie Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 8 mei 2002 Behandeld Heleen van der Beek
Kenmerk DVB/NN-142/02 Telefoon + 31 70 3485089
Blad /1 Fax + 31 70 348 5684

Bijlage(n) 1 E-Mail heleen-vander.beek@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Van den Doel (VVD) over de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van den Doel (VVD) over de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Deze vragen werden ingezonden op 9 april 2002 met kenmerk 2010209010.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van den Doel over de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens

Vraag 1

Wat is momenteel de stand van zaken rondom de financiering van de OPCW? Welke landen kennen een betalingsachterstand in de jaarlijkse bijdrage? Voor welk totaalbedrag?

Antwoord

Op dit moment hebben 68 verdragspartijen van de OPCW hun contributie volledig voldaan. 15 landen hebben hun contributie gedeeltelijk betaald. In totaal heeft de OPCW thans 55,8 % van de contributies voor het jaar 2002 ontvangen. Dit komt overeen met een bedrag van EUR 35.210.435,90.

Vraag 2

In hoeverre is het de Uitvoerende Raad gelukt om uitgavenposten in te vullen met vrijwillige additionele fondsen?

Antwoord

Nederland en het VK hebben eind 2001 een grote vrijwillige bijdrage geleverd aan het Voluntary Fund for Assistance van de OPCW. Dit is een fonds dat operationeel wordt indien een verdragspartij een beroep doet op assistentie van de OPCW in geval van een aanval op die verdragspartij met chemische wapens. Voor het overige heeft de OPCW nog geen vrijwillige bijdragen ontvangen ter aanvulling van uitgavenposten.

Vraag 3

Wat is het resultaat geweest van het onderzoek van de regering over een mogelijke aanvullende nationale bijdrage? Gaat de Nederlandse regering deze aanvullende nationale bijdrage leveren en zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland heeft in december 2001 EUR 200.000 gestort in het Voluntary Fund for Assistance. Bovendien heeft de regering een bijdrage in natura geleverd aan de organisatie van de Tiende Laboratory Proficiency Test van de OPCW met een waarde van EUR 51.730,94.

Vraag 4

Is het waar dat de Verenigde Staten en Europese Unie het vertrek van directeur-generaal Bustani hebben geëist? Wat zijn de bezwaren van de VS en de EU tegen DG Bustani? Deelt de Nederlandse regering deze opvatting? Wat is haar standpunt in deze?

Antwoord

De Speciale Conferentie van Verdragpartijen, die van 21 tot en met 24 april werd gehouden, heeft een besluit aangenomen, waarin het contract van Directeur Generaal Bustani met de OPCW met onmiddellijke ingang werd beëindigd. Nederland heeft dit besluit gesteund, evenals nagenoeg alle EU-partners. Daar de DG het vertrouwen van een belangrijk aantal verdragspartijen had verloren bedreigde diens aanblijven het effectief functioneren en zelfs het voortbestaan van de Organisatie. Nederland heeft daaruit de conclusie getrokken dat het vertrek van de DG de enig mogelijke oplossing voor de crisis kon zijn.

Voor het overige moge ik U verwijzen naar mijn antwoorden op de vragen gesteld door de leden Hoekema en Koenders aangaande de OPCW en Irak.

Vraag 5

Bent u tevreden over het functioneren van de OPCW? Zo neen, welke activiteiten ontplooit de Nederlandse regering om ervoor te zorgen dat de OPCW naar behoren kan functioneren?

Antwoord

De regering is tevreden over het functioneren van de OPCW.De OPCW is een jonge, internationale organisatie die in korte tijd sterk is gegroeid (145 verdragspartijen in 5 jaar bestaan). Zoals iedere startende organisatie heeft ook de OPCW te maken met een aantal problemen. Over het algemeen heeft de OPCW evenwel goed werk gedaan in het streven naar een wereld zonder chemische wapens.

Vraag 6

Welke resultaten heeft de OPCW afgelopen jaar geboekt? Gaat Rusland de deadline van 29 april 2002 voor de vernietiging van alle categorie 2 en 3 chemische wapens halen? Zo neen, in hoeverre niet?

Antwoord

Op het moment van beantwoording van deze vragen is het jaarrapport van de OPCW over het jaar 2001 nog niet beschikbaar. Er zijn slechts cijfers beschikbaar over het eerste half jaar van 2001.

Alle vernietigingsactiviteiten in 2001 zijn uitgevoerd in aanwezigheid van inspecteurs van de OPCW. In de eerste zes maanden van 2001 zijn er 83 inspecties uitgevoerd op 69 verschillende plaatsen in 19 verdragslanden voor een totaal van 4365 inspecteurdagen. Van deze inspecties hadden er 46 betrekking op verificatie van vernietiging van chemische wapens. OPCW inspecteurs hebben in het eerste half jaar van 2001 de vernietiging van 312.351 ton chemische agentia geverifieerd, waarvan het overgrote deel categorie 1 chemische wapens betrof.

Op 6 maart 2002 heeft Rusland de vernietiging van alle categorie 2 en 3 chemische wapens voltooid. Dit feit is bevestigd in een verklaring van de 28e Uitvoerende Raad van de OPCW.

Vraag 7

Welke mogelijkheden heeft de OPCW om (het bezit van) chemische wapens te bestrijden in landen die niet tot de verdragsorganisatie zijn toegetreden? Is de OPCW momenteel actief in of jegens landen die niet bij de verdragsorganisatie zijn aangesloten? Zo ja, welke?

Antwoord

De OPCW is een internationale verdragsorganisatie die slechts kan optreden in die landen die het verdrag hebben geratificeerd en aldus volwaardig verdragspartij zijn bij de organisatie. De OPCW kan derhalve (het bezit van) chemische wapens in landen die geen verdragspartij zijn niet bestrijden. Zij kan zich slechts ervoor inspannen dat deze landen partij worden bij het verdrag.


1) Crisis in wapenorganisatie VN, NRC Handelsblad, 20 maart jl.


2) Zie uw antwoord van 11 juni 2001 op vragen van het lid Van den Doel over de OPCW (Aanhangsel bij Handelingen 2000-2001, nr. 1307)


3) Zie uw antwoord van 12 oktober 2001 op vragen van de leden Hoekema en Koenders (Aanhangsel bij Handelingen 2001-2002, nr. 110)


Kenmerk DVB/NN-142/02

Blad /1

===