Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht 02/056
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
06 mei 2002
Nr. 02/056
Meer ruimte voor flexibele arbeid en betere arbeidscontracten
Met de Wet flexibiliteit en zekerheid, die op 1 januari 1999 in werking is getreden, is er meer ruimte gekomen voor de flexibele inzet van arbeid. Wel heeft de krapte op de arbeidsmarkt het feitelijk gebruik van mogelijkheden die de wet biedt beperkt. De meeste werkgevers geven er de voorkeur aan flexibiliteit in hun organisatie te realiseren via overwerk en wisselende arbeidstijden van vast personeel. Voorzover werkgevers gebruik maken van de verruimde mogelijkheden voor flexibele arbeid sluiten zij vooral opeenvolgende tijdelijke contracten af. Werknemers die flexibel willen of moeten werken, hebben als gevolg van de wet duidelijkere contracten gekregen, maar niet altijd automatisch een vast contract.
Dit blijkt uit een evaluatie van de Wet flexibiliteit en zekerheid, die demissionair minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De evaluatie is ook naar de Stichting van de Arbeid gestuurd, gezien de betrokkenheid van werkgevers- en werknemersorganisaties bij deze wet.
De flexwet is bedoeld om enerzijds werkgevers meer flexibiliteit in
hun personeelsbestand te bieden en anderzijds flexwerkers meer
zekerheid op werk en inkomen. Uit de evaluatie blijkt dat er sprake is
van een verschuiving van oproepcontracten naar tijdelijke contracten.
Ook zijn vage, onduidelijke contracten met de komst van de flexwet
grotendeels verdwenen.
Het aandeel flexwerkers is per saldo tussen 1998 en 2000 gedaald, mede
als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt, aldus de evaluatie. In
2000 waren er volgens het CBS ongeveer 530.000 flexwerkers werkzaam in
Nederland. Dit is 7,7 procent van het totaal aantal werkenden,
tegenover 9,8 procent in 1998.
Hoewel de contracten duidelijker zijn geworden, blijkt slechts een
kwart van de flexwerkers van mening te zijn dat de eigen rechtspositie
door de wet is verbeterd. Uit het onderzoek komt naar voren dat de wet
(rechten en plichten) over het algemeen onder werkgevers redelijk
bekend is, maar onder werknemers weinig. Minister Vermeend heeft deze
geringe bekendheid nadrukkelijk onder de aandacht van de Stichting van
de Arbeid gebracht.
Sociale partners kunnen de Wet flexibiliteit en zekerheid op maat
maken door aparte CAO-afspraken te maken. De wet biedt namelijk de
mogelijkheid met dergelijke afspraken af te wijken van een aantal
wettelijke bepalingen. Uit een analyse door de Arbeidsinspectie van de
120 grootste CAOs per 1 september 2001 blijkt dat in ongeveer de helft
van de CAOs afwijkende flexbepalingen zijn vastgesteld. Zo zijn in 32
procent van de CAOs andere afspraken gemaakt over het aantal
verlengingen van tijdelijke contracten voorafgaand aan een vast
contract.
---
Het rapport Flexibiliteit en zekerheid van Berenschot, IVA Tilburg
(Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies)
en Katholieke Universiteit Brabant kost 48,50 euro, inclusief BTW, en
is te bestellen bij Elsevier bedrijfsinformatie bv, Postbus 808, 7000
AV Doetichem, telefoon 0314-358358, ISBN 90 5749 869 3.
---
De volgende Officiële publicatie(s) zijn gerelateerd aan
bovenstaande persbericht:
PDF publicatie Aanbiedingsbrief van minister Vermeend bij evaluatie
onderzoek Flexibiliteit en zekerheid
PDF publicatie Bijlage 1: Eindrapport flexibiliteit en zekerheid